In Opium besprak Cornald Maas gisteren het culturele nieuws met sportjournalist Henry Schut. Cornald Maas veronderstelde dat Henry Schut nauwelijks aan cultuur toe zou komen vanwege zijn drukke werkzaamheden. Dat sport ook cultuur is, wilde Cornald Maas slechts schoorvoetend toegeven.
Cultuur waar Henry Schut ook aan toekomt: muziek en film. Over dat laatste zei hij iets waar ik vanmorgen aan moest denken toen ik in het stuk dat Willem Jan Otten over de film Un condamné à mort s’est échappé (1956) van Robert Bresson schreef – het derde van een serie van tien stukken oorspronkelijk geschreven voor Trouw nu gebundeld in Droomportaal: verhalende essays onder de noemer Tien films die een leven veranderen – het volgende las:
‘Telkens stuit je erop, wanneer je op het Web iets wil weten over een film: de spoiler alert. De waarschuwing dat als ik door zou lezen, ik iets verschrikkelijks te weten zou komen, en wel: de afloop.
Het wil er bij mij, vrees ik, niet in dat de plotwendingen van een betekenisvolle film kennen afbreuk zou doen aan het kijkgenot. Een verhaal wordt juist sterker naarmate je de afloop beter kent. Ik stel dan ook een ‘meaning alert’ voor: het drama dat vergald kan worden door voorkennis, is naar grote waarschijnlijkheid onbeduidend.’
Henry Schut wil niet weten wat hem te wachten staat als hij naar de film gaat. Daarom kijkt hij een trailer nooit helemaal en stopt hij halverwege een recensie. Zodra hij weet dat een film ‘goed genoeg’ is, wil hij van de inhoud niets meer weten. Dan koopt hij een kaartje en gaat hij kijken.
Misschien is Henry Schut wel een plot driven filmliefhebber. Willem Jan Otten gaat het om iets anders. Of nauwkeuriger gesteld, het gaat in de films waar hij het over heeft om iets anders, schrijft hij, waarbij hij refereert aan hoe hij Dead Man Walking heeft ervaren:
‘En hoe beter je dit paradoxale einde van tevoren kende, des te betekenisvoller, helderder, meeslepender ook, werd de opeenvolging van stappen, de “statieweg”, naar diezelfde afloop.
We kijken niet langer naar een plot, maar maken een procedure mee, het wordt een rite – iets wat al geweten werd en toch voltrokken.
Daarom, voor het type film waarover in dit boek wordt nagedacht is kennis, om niet te zeggen: besef, van de afloop onontbeerlijk. Wij kijken naar noodlottige levens (ook als de films komedies zijn), en toch zullen we onvermijdelijk ook verwikkeld raken in de kwestie van de vrije wil.’
Ik ga het hier voor Henry Schut opnemen. Wat Willem Jan Otten schrijft, is waar, maar niet als je een film voor het eerst ziet of een boek voor het eerst leest. Dan is de manier waarop de verteller zijn/haar verhaal vertelt en op de afloop anticipeert een wezenlijk onderdeel van ‘de beleving’ van een film of boek.
Dat geldt zelfs voor films die het volgens Willem Jan Otten niet van hun ontknoping hoeven te hebben (behalve over Un condamné à mort s’est échappé schrijft Willem Jan Otten ook over Into the Wild, Dead Man Walking, Groundhog Day, Svyato, L’enfant, The Truman Show, Il Vangelo secondo Matteo, Bad Lieutenant en Stalker).
Dat voor wie verder of vaker kijkt een spoiler alert overbodig is, dat ben ik dan weer met Willem Jan Otten eens. Verhalen die het alleen van hun ontknoping moeten hebben, heb je na de eerste keer wel gezien.
Leave a Reply