Straattaal ontstaat waar je bij staat. Voordat je het weet is de taal een woord rijker. Hoe dat gaat, las ik in Stadsgeheimen #2, de door Sanneke van Hassel samengestelde tweede editie van dit Rotterdamse (papieren) tijdschrift dat als ondertitel Duizend tongen meekreeg. Daarin vertelt producer en muziekmaker Anthony Lobato hoe het er in zijn vriendenkring aan toe gaat:
‘Soms heb je een woordje gevonden met één vriend, dan gebruiken jullie twee het ineens en dan kom je anderen tegen en dan komt de volgende en die pikt het ook op, eerst als grap, maar dan weet je al: oké, die gaat het ook gebruiken. Alles begint met een grap en dan ga je het zo tof vinden, dan gebruik je het en zo verspreidt het zich.’
Maar doen alsof straattaal een volkomen particuliere taal is, waar wie ‘kantoortaal’ spreekt – de term ‘kantoortaal’, de taal van alle mensen, bedacht Anthony Lobato toen hij tijdens Tussenuur zijn verhaal over straattaal nogmaals deed – geen touw aan vast kan knopen, is volgens Anthony Lobato onzin:
‘Sommige mensen zien straattaal als een geheime taal, maar dat is het niet. Je hebt het niet een-twee-drie door dat je nieuwe woorden aan het maken bent… Het is voor mij te normaal misschien. Het is niet echt volledige straattaal wat we spreken, we voegen gewoon wat woorden tussen het Nederlands.’
Woorden tussen het Nederlands voegen, dat is ook wat Mitrailleur – ‘In onze buurt had iedereen een bijnaam. Zo ben ik opgegroeid met Mitrailleur, die als hij dronken was aan een stuk door praatte, met Bever, een jongen met grote voortanden, met Schoorsteen die al vanaf zijn tiende rookte, met Sprinkhaan, een jongen die met gym heel hoog kon springen, en met Kameel, een jongen die altijd met open mond at’ – doet als hij zijn vriend Tarik sms’t:
‘Hoor deze. Zware schietpartij a brada. De brother is voortvluchtig en heeft zwaar doekoe gemaakt. Ik zit gewoon hier op bankie in park nog steeds. Gewoon flex niks aan doen zoals je weet toch. Beetje drinken en chicks kijken die er niet zijn en opeens werd geschoten met pipa alles… De tata had totaal geen swag. De tata pakte zijn pipa en popte die andere tata in zijn toto. Gewoon loesoe met de doekoe en de floes. Kogels… overal. Ik ben niet geraakt… maar wel bijna. Scoutoe kwam en had zwaailichten aan alles… kwamen ze stoer doen. Ze waren weer te laat… zoals altijd. Iedereen lacht ze uit hier niemand neemt ze serieus. Luister dan. Ik weet ik ben dronken maar sms me terug.’
Mitrailleur is een bijfiguur in Op zoek naar mijn voorhuid van Anuar. In zijn debuutroman laat Anuar, die al naam maakte als stand-up comedian, Tarik met de vader van zijn beste vriend Halfje Wit naar Marokko reizen om daar de bruiloft van die vriend bij te wonen, en om het van zijn ouders gestolen geld dat hij Halfje Wit geleend heeft terug te halen.
(In de woordenlijst aan het eind van Op zoek naar mijn voorhuid ontbreken de woorden uit het sms’je van Mitrailleur die door mijn spellingscontrole niet worden herkend. Daarin staat alleen wat de woorden amo, koursa, mektab, sebsi, shiba en yallah betekenen.)
Leave a Reply