Ik ben al de hele dag op mijn hoede. Vandaag is het 1 april. Dat 1 april! een ekfonèsis is, las ik net. Maar om te weten wat een ekfonèsis is, moet ik onder het lemma uitroep zoeken. Waar dan weer staat dat het Griekse woord voor uitroep ekfonèsis is (in het Latijn is het exclamatio en in het Nederlands exclamatie).
Waarna in het Groot retorisch woordenboek: lexicon van stijlfiguren van Paul Claes en Eric Hulsens deze definitie volgt:
Retorisch gebruik van een uitroep, bv. ‘o’, ‘ach’, ‘och’, ‘au’, ‘owee’, ‘bravo’, ‘helaas’, ‘help’.
In de schrijftaal wordt de uitroep gemarkeerd door een of meer uitroeptekens, in spreektaal door stemverheffing of geprofileerde intonatie.
Natuurlijk gebruik je deze stijlfiguur niet zomaar:
FUNCTIE
1 uitvergroten van positieve of negatieve gevoelens (vreugde, verdriet, medelijden, rouw, bewondering, verbazing, ergernis, wrevel, haat, afschuw, ironie)
Uitroepen heb je in soorten en maten:
SOORTEN
1 imperatief, bv ‘Val dood!’
2 uitroepende zin (ingeleid door een uitroepend voornaamwoord), bv. ‘Hoe mooi!’
3 aanvoegende zin, bv. ‘Lang leve de koning!’
4 mededelende zin, bv. ‘Ik ben geslaagd!’
Er staan ook voorbeelden in het Groot retorisch woordenboek: lexicon van stijlfiguren. In dit geval in het Nederlands, Latijn, Frans en Duits. Voorbeelden die aan de literatuur ontleend zijn. In het Nederlands worden Tollens, Multatuli, Van Deyssel en Eijkelboom aangehaald.
Bij Jan Eijkelboom is er geen uitroepteken te bekennen: ‘O dat ik ooit nog eens/een vers met o beginnen mocht’. In het hele gedicht – dat O, dat ik ooit nog eens heet – niet:
O, dat ik ooit nog eens
een vers met o beginnen mocht,
dat het dan ongezocht een ode
werd waarin zeg maar een dode
dichteres tot leven kwam
ofwel een warm lief lijf
tot marmer werd waardoor
voor wie daarvoor gevoelig is
een adem ging als was het
leven nu voorgoed betrapt.
Maar nee, wat bij mij ingaat moet bezinken,
verdicht zich tot een sprakeloos substraat
dat roerig wordt en uit wil breken
en soms vermomd de mond verlaat.
O, klonk het nog eens ongehinderd.
Via een omweg langs de metonymie blijkt ‘1 april!’ overigens een uitroepende zin te zijn.
Wie vindt dat ‘1 april!’ gedateerd is, wordt van harte uitgenodigd een alternatieve uitroep aan te leveren (echt waar).
Leave a Reply