‘Er is het verhaal dat wordt verteld, een autobiografisch relaas opgebouwd uit herinneringsflarden, fragmenten die uit het geheugen zijn gewaaid, door de dichter gevangen, verzameld bijgeschaafd, tot een nieuw geheel gecomponeerd. Ook is er deze associatie: een kostbare vaas die op de grond is gevallen en waarvan de scherven met meesterlijke hand weer aan elkaar zijn gelijmd, zo vakkundig dat je het plaksel niet kunt zien’,
zo begon Mustafa Stitou – in Er is, opgenomen in Liefde & bezwering: de poëzie van Tjitske Jansen – toen hij Tjitske Jansen complimenteerde vanwege de Anna Bijns Prijs 2009 die ze voor Koerikoeloem kreeg. ‘Er is’, vanwege het consequente ‘Er was’ waarmee de herinneringsflarden in Koerikoeloem beginnen.
Wat mij betreft houdt Koerikoeloem het midden tussen poëzie en proza. Maar dat vond de jury van de Anna Bijns Prijs 2009 niet:
‘De bundel leest als een reeks prozaminiaturen die de reikwijdte van een Bildungsroman heeft, maar het gaat hier wel degelijk om poëzie. Door de bezwerende herhalingen en het dwingende ritme van de zinnen, door de rustige beeldspraak die meerdere werelden tegelijk oproept, doordat de woorden zoveel meer doen dan woord zijn.’
Ook dat komt uit Liefde & bezwering: de poëzie van Tjitske Jansen.
Dat was toen. Dat was 2007. Nu is er Voor altijd voor het laatst, ‘een verzameling prozaminiaturen die de reikwijdte van een Bildungsroman heeft’. ‘Een autobiografisch relaas opgebouwd uit herinneringsflarden’.
De ik is niet alleen maar meisje meer. Het meemaken is in een verder gevorderd stadium. Zij is zich bewust.
‘Een journalist aan wie ik uitvoerig had verteld over hoe ik bij het schrijven gebruik maakte van aan film ontleende montagetechnieken, had niets daarvan in zijn artikel opgenomen. Wel had hij opgeschreven dat ik koffie op mijn blouse morste. En dat mijn haren aldoor voor mijn ogen vielen en ik ze daarna met een bevallige beweging weer achter mijn oren schoof.’
Maar de ik die weet en zich verweert is ook een kind dat zich verbaast:
‘ “Jezelf zijn, ik heb gehoord dat dat belangrijk is, maar ik heb geen idee wat het is. Hoe doe je dat? “ vroeg ik de dominee. “Als je een kraan vol opendraait en je bent met al je aandacht bij het opendraaien van die kraan, dan ben je jezelf,” zei hij.
Ik begreep het niet. Wat had het opendraaien van een kraan met mij te maken? Ik rende naar huis en ging het uitproberen. Vol overgave draaide ik een kraan vol open. En weer dicht. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik een kraan opendraaide
en weer dicht met het doel mezelf te zijn.
Ik vroeg me af of je verschil kon zien tussen iemand
die de kraan opendraait om haar handen te wassen
en iemand die dat doet om te weten wie ze is.’
Los zand is de vorm waarin Tjitske Jansen haar leven giet.
Ellen Smal says
Tja, ik had Koerikoelom gelezen en was onder de indruk. Dit nieuwe boek lijkt wat mij betreft qua vorm op Koeri etc. en ik weet dus niet onder welke noemer ik het moet schuiven, proza of poëzie.
Is misschien niet belangrijk. Er zitten mooie passages in en ik bewonder haar manier van kijken en de eigenheid van haar beleven. Iets van verwondering en speelsheid ondanks alles..