In de montage die de NOS maakte van het live-verslag van de bekendmaking van de Libris Literatuurprijs zijn nogal wat zinnen en woorden gesneuveld. Toch vond ik de woorden die ik me herinnerde, min of meer in het juiste verband.
Toen Adriaan van Dis van de eerste schrik bekomen was en woorden zocht om ‘de verliezers’ te troosten –
‘Ik heb zoveel ervaring in verliezen, je zou het niet zeggen maar toch. Jongens – en meisjes – jullie mogen me tot twaalf uur haten, en daarna: gun het me eventjes,’
benadrukte hij wat zijn Ik kom terug en de andere vijf genomineerde titels – Dorst van Esther Gerritsen, Teatro Olimpico van Kees ’t Hart, Godin, held van Gustaaf Peek, Monte Carlo van Peter Terrin en De consequenties van Niña Weijers – gemeen hebben:
‘want we hebben met zijn allen toch zes ambachtelijk voortreffelijke boeken geschreven, en ik benadruk dat woord ambachtelijk. Prachtig… ach… het zijn allemaal versleten woorden, maar echt … Mensen die een boek kunnen schrijven.
En dat vieren we vanavond.’
Ambachtelijkheid staat niet altijd even hoog in het kunstvaandel, constateren (ook) Peter Henk Steenhuis en René Gude als ze het er in Door het woord – Door het beeld over hebben.
Maar René Gude wil er toch een lans voor breken.
‘Ambachtelijkheid is het hart van alle culturele evolutie’,
zegt hij er bijvoorbeeld over in Stijl is ambacht: niet aangeboren, moeizaam verworven. En:
‘Het woord staat voor een beroepsgroep, een club, een gilde; ambachtslieden ontwikkelen gezamenlijk procedures om aan de kwaliteitsstandaarden van de beroepsgroep te kunnen voldoen. Binnen een gilde schroeven de leden gezamenlijk de Ambachtelijkheid op om hun voortbrengselen te verbeteren. Als Ambachtelijkheid inderdaad aan een opmars bezig is, zowel in de samenleving als in de kunst, betekent dat dat we langzaam maar zeker loskomen van de romantische overwaardering van het individu, van de “shortcut to romanticism”.’
Of Adriaan van Dis dat ook allemaal vindt… In elk geval benadrukte hij dat ambachtelijk schrijven een hele kunst is.
Hoewel het er in het juryrapport niet heel dik bovenop ligt, is de jury die deze Libris Literatuurprijs toekende zich bewust van het vakmanschap van de winnaar:
‘Het is een boek dat de taaldiscipline van een geoefend schrijver verraadt.’
Daar kan Adriaan van Dis het onder andere mee doen.
Leave a Reply