Het leven in eigen hand nemen
Ik weet nog dat ik naar de beelden van de bewakingscamera keek. Ik weet nog hoe verbaasd ik was: zo eenvoudig is het dus, schilderijen stelen uit een gerenommeerd museum. Ik weet ook nog dat ik foto’s zag waarop te zien was waar de schilderijen hadden gehangen. En ik weet nog dat ik dacht dat van de daders voorlopig elk spoor zou ontbreken en dat de schilderijen voorgoed van het kunsthistorisch tableau geschrapt konden worden.
Toch werden er niet lang daarna verdachten in de kraag gegrepen. Even kon er hoop gekoesterd worden. Misschien waren ze er nog, de zeven werken die meer dan alleen een financiële waarde vertegenwoordigden. Maar al snel bleek die hoop ijdel. As was wat er van de meeste(r)werken restte.
De daders en hun handlangers werden veroordeeld, kregen straf en daarmee was de roof van zeven schilderijen uit de Rotterdamse Kunsthal opgelost.
Die roof was voor de in 1973 in Roemenië geboren, maar inmiddels alweer enige tijd in Nederland woonachtige Mira Feticu (sinds 2008 schrijft zij in het Nederlands) aanleiding voor het schrijven van de roman Tascha, die jammer genoeg de ondertitel De roof uit de Kunsthal kreeg. Jammer genoeg, want hoewel Mira Feticu zich wat die diefstal betreft aan de feiten houdt, gaat het haar eigenlijk om een ander verhaal. Om een andere misdaad.
Als de roman begint is de zoektocht naar de schilderijen nog in volle gang. Tascha is de vriendin van een van de daders (die dan nog de status van verdachten hebben). Zij moet (Nederlandse) rechercheurs in Roemenië de plek aanwijzen waar de schilderijen begraven zijn. Daartoe reist ze in hun gezelschap voor de tweede keer in drie maanden naar het land waar de daders vandaan komen.
Eenmaal op locatie volgt Mira Feticu twee sporen. Hoe eendrachtig samenwerken tussen twee totaal verschillende (politie)culturen om sluitende bewijzen te verzamelen in zijn werk gaat, is er daar één van.
Het andere spoor is Tascha. Om haar gaat het Mira Feticu. Niet eens zozeer om haar herinneringen (die ondanks dat een prominente plaats innemen in de roman, want er moet een voorgeschiedenis geschetst worden, die de loop van een leven moet verklaren), maar om de omstandigheden waar ze door haar vriend in verzeild is geraakt. Hij heeft van haar een prostituee gemaakt. Hun relatie is op drijfzand gebouwd.
Toch kiest Tascha er uiteindelijk zelf voor om prostituee te blijven. Ze heeft het geld nodig om haar vader medisch te kunnen laten behandelen. Het is haar weg naar onafhankelijkheid. Als haar keuze vast staat, is Tascha niet langer een slachtoffer van het verleden (toen ze lijdzaam toe moest kijken), maar is zij klaar voor de toekomst (waarin ze zelf de touwtjes in handen neemt).
Ik geloof dat ik begrijp welk verhaal Mira Feticu eigenlijk wilde vertellen, maar dat verhaal komt in Tascha: de roof uit de Kunsthal niet uit de verf. Daarvoor zitten de feiten de schrijfster – maar ook mij – teveel in de weg. Had Mira Feticu maar een groter beroep gedaan op haar fantasie en verbeeldingskracht. Had ze van wat ze over de vriendin van een van de daders te weten is gekomen maar gebruikt voor een personage dat veel verder van wat waargebeurd is afstaat dan Tascha. Voor Tascha’s verhaal heb je geen schilderijenroof nodig.
(Maar ik begrijp het als het feit dat het Roemenen waren voor Mira Feticu een bijzondere betekenis heeft, en dat zij daar ‘iets’ mee wilde . In haar dankwoord schrijft ze: ‘Zonder te overdrijven kan ik zeggen dat de beurs [het Nederlands Letterenfonds kende Mira Feticu een werkbeurs toe voor het schrijven van haar roman, lw] mij iets van mijn verloren identiteit heeft teruggegeven.’)
Of ook de taal haar tijdens het schrijven van Tascha: een roof uit de Kunsthal parten speelde, weet ik niet (ik heb haar eerder in het Nederlands verschenen/geschreven titels Lief kind van mij en De ziekte van Kortjakje niet gelezen). Ik vind niet alle metaforen mooi (sommige vind ik zelfs te expliciet, al weet ik dat het de bedoeling is dat ik onder ogen zie hoe hard het leven van Tascha was), soms doen beschrijvingen geforceerd aan. Maar dat kan dus ook gewoon haar manier van schrijven zijn.
Tascha: de roof uit de Kunsthal
Mira Feticu
Amsterdam: Jurgen Maas, 2015
ISBN 978-90-91921-13-1
Leave a Reply