Achter de schermen van de Grote Oorlog
Toen Erwin Mortier vorig jaar aan de vooravond van het herdenken van de Grote Oorlog te gast was in Buitenhof verklaarde de ambitie te hebben ‘de ambassadeur en de woordvoerder van het herdenkingsgedruis’ te zijn, verbaasde mij dat niet.
Hoewel hij zeker niet de enige Vlaamse auteur was van wie ik net een grote roman over die voor Nederland veel minder belangrijke oorlog had gelezen – ik noem alleen maar Oorlog en terpentijn van Stefan Hertmans, Post voor mevrouw Bromley van Stefan Brijs en Sisterka van Marijke Libert (dat het midden houdt tussen feit en fictie) – leek Erwin Mortier mij, zo die positie al vacant was, een heel geschikte kandidaat.
Niet alleen schreef hij twee romans over die Grote Oorlog – Godenslaap en De bespiegelingen – hij vertaalde ook ooggetuigenverslagen die hij op het spoor kwam tijdens het researchen. Bij De Bezige Bij verschenen The Backwash of War. The human wreckage of the battlefield, as witnessed by an American hospital nurse (1916) / Het Kielzog van de Oorlog. Het menselijke wrakhout van het slagveld, gezien door een Amerikaanse hospitaalverpleegster (2009) van Ellen N. La Motte; The Forbidden Zone (1929) / Verboden Gebied (2011) van Mary Borden en A Diary without Dates (1918) / Dagboek zonder data (2012) van Enid Bagnold.
In hoeverre Erwin Mortier daadwerkelijk als (onbezoldigd) ambassadeur en woordvoerder pogingen heeft ondernomen om het herdenkingsgedruis in banen te leiden, weet ik niet. Ik zag hem bij de buren nog wel een paar keer op de televisie, maar concreter dan dat werd het voor mij niet.
Tot ik kennis nam van Verboden gebied: vrouw in Niemandsland, een monoloog ‘geïnspireerd door de oorlogsgeschriften van Mary Borden, Helen Zenna Smith, Irene Rathbone en tal van andere, soms anonieme vrouwen die getuige waren van de Eerste Wereldoorlog’, geschreven op uitnodiging van Gone West. Reflections on the Great War en eenmalig opgevoerd door Elsie de Brauw in de regie van Johan Simons.
Die monoloog heb ik net gelezen, en ik kan me er nog geen voorstelling van maken hoe Elsie de Brauw van die tekst een vrouw in Niemandsland maakt.
Bij de tekst van Erwin Mortier kan ik mij van alles voorstellen. De eenvoud staat in geen verhouding tot het effect. Een vrouw vervoert verminkten en slaakt onderwijl wanhoopskreten. Ook zij lijdt aan de oorlog, hoewel ze beter af is dan haar lading (lede)maten. Door de verschrikkingen heen schemert haar thuis. De dingen. De mensen. Ze verwijt, ze verlangt en ze vreest het ergste: de terugkeer van haar lief, aan flarden. Zodat ze tot voor altijd tot zorgen veroordeeld zal zijn.
Ik stel mij voor dat ik met haar onderweg ben. Dat ik meekijk hoe zij, achter de vuurlinies, haar auto manoeuvreert. Terwijl ik door wat door zou kunnen gaan voor regieaanwijzingen andere verwachtingen had.
‘Een vrouw staat in de leegte van een landschap in de regen – de regen wisselt in intensiteit.
Het is duidelijk dat ze de ontreddering nabij of voorbij is en haar best doet om een coherente indruk te wekken, ook om zichzelf kalm te houden, tegen iets in (wanhoop, hysterie, gekte…) wat ze zelf niet begrijpt maar wel nabij voelt, als het ware onder haar huid.
Haar woorden lijken soms niet meer dan vliezen die haar tegen haar ontreddering beschermen. Een ontreddering die ze niet vat omdat die fundamenteel buiten de woorden staat.
Daarom stottert ze, in een soort patroon, als een soort kleine seismische schokken in haar taal en woorden die de paar momenten waarop haar ontreddering doorbreekt als het ware ‘aankondigen’ – zoals een aardbeving meestal door lichte bevingen wordt voorafgegaan.
Er is niet altijd congruentie, samenhang, tussen haar woorden en hun conventionele emotionele lading – soms treedt de vervreemding op die je krijgt wanneer in een film de soundtrack niet synchroon loopt met het verhaal.
De vrouw is alleen, wekte de indruk van verlorenheid en isolement, alsof ze in het donker voor zich uit praat om zichzelf te sussen.’
Toen ik dat las moest ik aan Marguerite Duras denken. Bij haar lopen aanwijzingen en tekst naadloos in elkaar over. Is lang niet altijd duidelijk dat een tekst toneel is. Haar taal is kaler dan die van Erwin Mortier, maar niet minder suggestief. Met haar woorden creëert ze voor- en achtergrond van de handeling. Dat liet ik Mortier ook doen. Ik liet hem op de loop gaan met mijn fantasie. Terwijl hij eigenlijk wil dat zijn vrouw in Niemandsland in de regen staat.
Toen las ik een recensie en zag ik een foto. En toen kon ik me er dus geen voorstelling meer van maken hoe Elsie de Brauw van de tekst van Erwin Mortier een vrouw in Niemandsland maakt. Want wat ik zie is een vrouw in smetteloos wit op een sofa.
Een keer speelde Elsie de Brauw die vrouw zo, maar in de hoofden van wie Verboden gebied: vrouw in Niemandsland leest, zal zij steeds van gedaante wisselen. Totdat zij een iconische pose aanneemt. Maar daarvoor moet het stuk van Erwin Mortier eerst repertoiretoneel worden.
Verboden gebied: vrouw in Niemandsland
(tweetalige editie: met een Engelse vertaling van David Colmer)
Erwin Mortier
Amsterdam : De Bezige Bij, 2015
ISBN 978-90-234-6229-9
Leave a Reply