‘ “Maak een huiskrant,” zei ze, toen ik had gevraagd hoe een schrijver erachter kon komen of zijn werk deugde of niet. “Schrijf op wat er in Charleston gebeurt, of desnoods in de rest van de wereld. Laat die krant aan iedereen in huis lezen en vraag wat ze ervan vinden. Luister goed naar wat ze dan zeggen. Als ze iets anders hebben gelezen dan wat jij had bedoeld te schrijven, is je verhaal niet goed. Doe het dan opnieuw en opnieuw, net zolang tot je de lezer daar hebt waar je hem wílt hebben. Zó leer je schrijven. En léés. Lees alles wat je te pakken kunt krijgen. Een schrijver moet lezen en andere schrijvers bestuderen.” ’
De vrouw die de schrijfraad gaf, wist waar ze het over had. Samen met haar zus Vanessa zorgde ze er voor dat het nieuws in Huize Stephen gecoverd werd. Hyde Park Gate News heette die krant (de familie woonde in Londen op het adres 22 Hyde Park Gate. Virginia (later Woolf) en Vanessa (later Bell) waren de drijvende krachten. Hun broer Thoby mocht meedoen.
Degene die raad kreeg, was haar neefje Quentin Bell, zoon van Vanessa.
Of het in werkelijkheid zo gegaan is als hierboven beschreven, is de vraag. Ik lees Soldaten huilen niet van Rindert Kromhout. Rindert Kromhout maakt van Quentin zijn verteller, wetende dat Quentin Bell niet alleen schrijfaspiraties had, maar die ook werkelijk waarmaakte – hij schreef onder andere Virginia Woolf: a Biography (in twee delen).
Hermione Lee – zij schreef een andere, misschien wel de meest gezaghebbende op dit moment, biografie over Virginia Woolf – leidt Hyde Park Gate News: the Stephen Family Newspaper in:
‘Not that it is an emotional, sensitive, or tender document: far from it. Hyde Park Gate News is the production of highly literate upper-middle-class Englisch children, very much of its time and genre. (Juvenile magazines were a favourite pastime in literairy nineteenth-century families, like the Brontës of the Bensons.) It is an in-house publication meant to amuse and impress a mother and father with very high standards.’
In Soldaten huilen niet doet Quentin wat zijn tante hem aanraadt. Hij leest, en hij gaat gewapend met een notitieboekje en een potlood op pad. Er is maar weinig dat aan zijn aandacht ontsnapt:
‘Het waren kleine, voor een ander vermoedelijk onbelangrijke gebeurtenissen, maar voor mijn doel waren ze goed genoeg. Ik maakte er verhalen van, die ik in Monk’s House uittikte op een oude typemachine van tante Virginia.Toen de krant klaar was, legde ik hem goed zichtbaa op de tafel in de eetkamer, om vervolgens ongeduldig op lezers en complimenten te wachten.’
Het meest bruikbare commentaar komt (natuurlijk) van zijn tante.
Soldaten huilen niet stond al een tijdje ongelezen in mijn kast. Inmiddels sta ik op het punt om in het vervolg – April is de wreedste maand te beginnen.
Terwijl ik altijd pen en papier bij me heb als ik op pad ga, was Quentin Bell nog aangewezen op papier en potlood. Net zoals zijn tante Virginia:
‘No one perhaps has ever felt passionately towards a lead pencil. But there are circumstances in which it can become supremely desirable to possess one; moment when we are set upon having an object, an excuse for walking half across London betwee tea and dinner. As the foxhunter hunts in order to preserve the breed of foxes, and the golfer plays in order that open spaces may be preserved from the builders, so when the desire coomes upon us to go street rambling the pencil does for a pretext, and getting up we say: “Really I must buy a pencil,” as if under cover of this excuse we could indulge safely in the greatest pleasure of town life in winter – rambling the streets of London.’
Zo begint Street Haunting: A London Adventure. Er overkomt ‘haar’ onderweg van alles, maar aan het eind van het verhaal heeft ze niet alleen van alles beleefd, maar is ze ook een potlood rijker:
‘That is true: to escape is the greatest of pleasures; street haunting in winter the greatest of adventures. Still as we approach our own doorstep again, it is comforting to feel the old possessions, the old prejudices, fold us round; and the self, which has been blown about at so many street corners, which has battered like a moth at the flame of so many inaccessible lanterns, sheltered and enclosed. Here again is the usual door; here the chair turned as we left it and the china bowl and the brown ring on the carpet. And here—let us examine it tenderly, let us touch it with reverence—is the only spoil we have retrieved from all the treasures of the city, a lead pencil.’
Vier dozen Virginia Woolf staan klaar om verhuisd te worden. Dat wordt zwerven als ze eenmaal gearriveerd zijn…
Leave a Reply