‘For the past several years, I’ve taught a class at the University of Pennsylvania called “Uncreative Writing.” In it, students are penalized for showing any shred of originality and creativity. Instead, they are rewarded for plagiarism, identity theft, repurposing papers, patchwriting, sampling, plundering, and stealing. Not surprisingly, the thrive. Suddenly, what they’ve surreptitiously become expert at is brought out into the open and explored in a safe environment, reframed in terms of responsibility instead of recklessness.’
Dat schrijft Kenneth Goldsmith in zijn boek Uncreative Writing: Managing Language in the Digital Age. Kenneth Goldsmith was dit jaar een van de gasten – misschien was hij wel de meest spraakmakende – op Poetry International.
Aan zijn woorden en werkwijze moest ik denken toen ik kennis nam van de commotie over het interview van van Arjen Lubach met Olaf Koens in Zondag met Lubach dat zo vreselijk veel lijkt op het interview van Matthijs van Nieuwkerk met Olaf Koens in De wereld draait door.
Zelf had ik beide interviews gemist, maar gelukkig hebben we de beelden nog. NOS-nieuwslezer Matijn Nijhuis nam zelfs de moeite om een compilatie te maken waaruit inderdaad op te maken is dat Olaf Koens inderdaad twee keer dezelfde antwoorden geeft.
Hoewel het schrijvers op het moment van verschijnen van een nieuw boek vaak ontbreekt aan originele antwoorden op vragen die ook niet bijster origineel zijn, geeft dat te denken. Zoveel overlap kan geen toeval zijn. Dat betekent dat Olaf Koens in het complot zit. Dat hij heeft meegewerkt aan een gescript gesprek, dat op een interview moest lijken.
Ik zie de lol van wat Arjen Lubach doet wel in. Want ik zie inderdaad veel te vaak dezelfde mensen hetzelfde verhaal vertellen op televisie. Eigenlijk hoeft hij zich niet te verantwoorden of te verontschuldigen. Maar Olaf Koens…
Ik moest niet alleen aan Kenneth Goldsmith en zijn Uncreative Writing: Managing Language in the Digital Age denken. Het toeval wil – hoewel toeval: ik was vanwege De geschiedenis van mijn tanden van Valeria Luiselli op zoek naar de identiteit van ene P. Menard die in die roman als verteller en zelfs als vertaler wordt opgevoerd – dat ik gisteren een verhaal van Jorge Luis Borges las: Pierre Menard, schrijver van de Quichot (Pierre Menard, autor del Quijote, hier de Engelse vertaling).
De Pierre Menard uit dat verhaal is er in geslaagd – door ‘algehele identificatie met een bepaalde schrijver’ iets te schrijven dat woord voor woord overeenkomt met een aantal hoofdstukken uit De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha van Miguel de Cervantes.
Gegeven de omstandigheden vindt de verteller van het verhaal die zich opwerpt als Menards bibliograaf het door Pierre Menard geschreven werk rijker dan het origineel (terwijl het een identieke kopie is).
Zo origineel is wat Arjen Lubach doet dus ook weer niet. Maar je kunt ook zeggen: Arjen Lubach bedient zich van beproefd literair procedé.
En Olaf Koens? Die gooit gewoon zijn geloofwaardigheid te grabbel.
Hans Mellendijk says
Ik had reminiscensies aan Het Gesprek http://zoeken.nai.nl/CIS/publicatie/143200 Toneelbewerking uit 1978 van een gesprek dat Voskamp en Lambregts in 1975 hadden met Hendrik Wijdeveld. Letterlijk nagespeeld. zo echt dat Wijdeveld op een gegeven moment bij een opvoering het overnam. Zo wil het verhaal.