Alessandro Baricco wil dat ik uit Een bepaald idee van de wereld iets destilleer. Hij wil het niet alleen maar hebben over de vijftig beste boeken die hij in de tien jaar die verstreken na een verhuizing waarbij hij al zijn boeken achterliet, las. Hij wil dat ik – en met mij al zijn andere lezers – zijn wereldbeeld leer kennen.
Het is niet zo dat hij in zijn eigen straatje leest, maar hij vindt het steeds moeilijker
‘om te zeggen wat ik zie als ik om me heen kijk, en zelfs wanneer je je focust op een bepaald stukje van dit grote schouwspel lijkt dat niet veel op te leveren; uiteindelijk raak je verstrikt in futiliteiten die dan misschien wel het detail belichten, maar je het zicht benemen op het volledige beeld, het enige wat er echt toe doet.’
(vertaling: Manon Smits)
Daarom hoopt hij dat door te doen wat hij graag doet – praten over boeken, met de nodige eruditie, gelardeerd met een snufje arrogantie – tussen de regels duidelijk wordt hoe hij zaken ziet.
Ik weet nog dat ik heel erg mijn best heb gedaan om uit die vijftig heel verschillende titels – ik begon met de titels die ik kende: In ongenade van J.M. Coetzee; Geen plek. Nergens van Christa Wolf; Het Parthenon van Mary Beard; Aan Chesil Beach van Ian McEwan en de ‘Tweelingentrilogie’ van Ágota Kristóf. Las daarna boeken die in mijn kast hun beurt stonden af te wachten: Wolf Hall van Hilary Mantel; 2666 van Roberto Bolaño en De autobiografie van Charles Darwin. En waagde me vervolgens aan stukken over boeken waar ik anderen verbaasd en/of enthousiast over hoorde zijn: Open: een autobiografie van Andre Agassi en De schone slaapsters van Yasunari Kawabata. Daarna las ik de rest – die Alessandro Baricco in Een bepaald idee van de wereld samenbracht een coherente kijk op het leven heb proberen te destilleren. Het is me niet gelukt. Hooguit heb ik Alessandro Baricco beter leren kennen. En dat is, tenzij hij er precies mee samenvalt, niet hetzelfde als zijn wereldbeeld.
Als hij zegt dat hij onder de noemer Een bepaald idee van de wereld de boeken heeft verzameld die hem het best bevielen, geloof ik hem op zijn woord. Maar het had net zo goed een willekeurige keuze kunnen zijn uit een verzameling die getuigt van een brede belangstelling.
Hoewel ik er niet onmiddellijk zijn wereldbeeld in las, zag ik wel waar Alessandro Baricco zijn diversiteit vandaan haalt. Want ook in zijn eigen werk is hij niet eenkennig.
Dat ik Een bepaald idee van de wereld weer eens uit de kast haalde, was omdat ik recent een ander boek las waarin over boeken gepraat wordt: Boeken die ik 12 jaar niet heb gezien: leesmemoires van Chrétien Breukers.
Na twaalf jaar staat Chrétien Breukers oog in oog met boeken waar hij destijds tijdelijk afstand van gedaan heeft.
‘De boeken die ik twaalf jaar niet had gezien en de boeken die ik het afgelopen jaar heb verzameld vormen nog geen nieuwe bibliotheek, ze liggen een beetje onwennig op de plank, ze kennen elkaar nog niet, ze kennen mij nog niet, en ik lees ze uit plichtsbesef, of omdat ik nu eenmaal graag lees, of om welke reden dan ook. (…) Deze stukken zijn een oefening in missen en een poging tot nadering. Soms waande ik me terug in de tijd, soms raakte ik overweldigd door weemoed, een enkele keer voelde ik een verdriet dat ik als een emmer lood met me mee moest torsen. Grote woorden misschien, maar wie leest zet iets op het spel – in elk geval zijn eigen gemoedsrust.’
Met het ontmantelen van de bananendozen begint het herlezen, en met het herlezen het schrijven over wat hij in die dozen aantreft. Dat schrijven deed Chrétien Breukers aanvankelijk voor Tzum. Daarna werd Boeken die ik 12 jaar niet heb gezien een boek.
Anders dan Alessandro Baricco schrikt Chrétien Breukers er niet voor terug om in literaire zin te oordelen over wat hij herleest. En dat oordeel valt lang niet altijd in het voordeel van een boek – hij herleest onder andere Nooteboom, Brusselmans, Saramago, Giphart, Winterson, Mortier, Houellebecq, Van Deyssel en Calvino – of het jongere zelf van de schrijver uit.
Meer dan Een bepaald idee van de wereld is Boeken die ik 12 jaar niet heb gezien voor mij een mooie mengeling van oude bekenden en boeken die ik wel zou willen lezen op grond van wat erover geschreven staat. Waar het toontje van Baricco mij na verloop van stukken ging tegenstaan, word ik naar wat Breukers nog meer te vinden heeft steeds nieuwsgieriger.
Naarmate ik meer stukken lees, begint mij ook steeds meer te dagen. Onder andere dat ik eigenlijk veel te laat een echte lezer geworden ben, en dat ik pas laat zag hoe al die boeken samen het web vormen dat literatuur heet.
Boeken die ik 12 jaar niet heb gezien bevestigt mijn beeld van de lezer Chrétien Breukers. En ik zie hoe uit die lezer de schrijver Chrétien Breukers gegroeid is. Of hij een wereldbeeld heeft, weet ik niet. En dat kan me eigenlijk ook helemaal niets schelen.
Een bepaald idee van de wereld
Alessandro Baricco (vertaling: Manon Smits)
Amsterdam : De Bezige Bij, 2014
ISBN 978-90-234-8663-3
Boeken die ik 12 jaar niet heb gezien: leesmemoires
Chrétien Breukers
Groningen : Kleine Uil, 2015
ISBN 978-94-91065-96-5
Leave a Reply