Ik ken haar in verschillende gedaanten, maar uiteindelijk lijken ze bijna allemaal op de oer-Alice. Gek genoeg is die oer-Alice niet de Alice die Lewis Carroll voor zich zag. De Alice die hij tekende – de Alice uit Alice’s Adventures under Ground – heeft hoewel ze niet sprekend lijkt trekken van de ‘echte’ Alice: Alice Liddell, het meisje voor wie hij het verhaal verzon.
Over de Alice die mijn beeld van haar bepaalt – de Alice die John Tenniel tekende – was Lewis Carroll eigenlijk helemaal niet zo tevreden. In een brief aan Emily Gertrude Thomson, die ingestemd had de illustraties te maken bij The Nursery “Alice”, schreef hij – Lewis Carroll correspondeerde uitgebreid met al zijn illustratoren – op 31 maart 1892:
‘Mr. Tenniel is the only artist, who has drawn for me, who resolutely refused to use a model, and declared he no more needed one than I should need a multiplication-table to work a mathematical problem. I venture to think that he was mistaken, and that, for want of a model, he drew several pictures of “Alice” entirely out of proportion, head decidedly too large, and feet decidedly too small.’
(de brief is opgenomen in Lewis Carroll & his Illstrators: Collaborations & Correspondence, 1865 – 1898, door Morton N. Cohen en Edward Wakeling samengesteld)
(Alice had op Mary Hilton Babcock moeten lijken.)
De Alice van Tenniel werd door de tekenaars de werkten voor Walt Disney tot de essentie teruggebracht. Blond haar, blauwe ogen, en dat jurkje met die schort (toen ik in Llandudno het museum gewijd aan Alice in Wonderland bezocht, hingen daar die jurkjes in alle maten). Die Alice is voor een hele generatie dé Alice.
In de Disneystudio tekenden ze die Alice naar levend model, om haar houding en bewegingen zo natuurgetrouw mogelijk aan te laten doen. Kathryn Beaumont – zij leende Alice in die film haar stem (ze was ook Wendy in Peter Pan) – nam vol overtuiging ongemakkelijke houdingen aan.
In mijn ogen is Alice eigenlijk altijd dezelfde is gebleven, ondanks de vele tekenaren, illustratoren en set-designers en kostuumontwerpers die zich aan haar waagden (hier een a-typische, maar wondermooie selectie), hoewel ik haar niet verzamel heb ik een hele verzameling.
Soms kwam er een Alice voorbij die niet in het plaatje paste. Zoals die van Jan Švankmajer. Zijn Alice / Něco z Alenky heeft iets huiveringwekkends:
Sinds kort is er nog zo’n Alice die niet op de oer-Alice lijkt. Floor Rieder trok haar een ander jurkje aan en zette een eigenwijs brilletje op haar neus. En dan heeft ze ook nog een mutsje op (in Wonderland althans, in Spiegelland heeft het mutsje plaatsgemaakt voor een capuchon). In plaats van lakschoentjes draagt ze gympen. Alice kan er weer een generatie tegen.
Leave a Reply