Ik zat in de bioscoop en zag meteen dat het goed was. Terwijl het toch niet zo heel erg voor de hand ligt dat Hamlet op zijn kamer plaatjes draait. En toch ook weer wel, want Hamlet voelt zich verraden en trekt zich terug. Zijn vriend Horatio weet hem te vinden.
Als het doek opgaat, zit Hamlet op zijn kamer. Als er daarna nog een doek opgaat, is de bruiloft al achter de rug. Terwijl iedereen op het punt staat de draad weer op te pakken, wordt Hamlet gevraagd niet naar Wittenberg terug te keren. Zijn moeder – nog geen zes weken weduwe en net hertrouwd met haar zwager – wil graag dat hij blijft. Hamlet gehoorzaamt haar.
Pas daarna gaat het over de geest van Hamlets vader. De geest die de rouw van zijn zoon richting geeft.
Ik zat in de bioscoop en zag dat Benedict Cumberbatch een heel mooie Hamlet is. Een Hamlet met duidelijke drijfveren.
Terwijl ik daar zat, wachtte ik op ‘to be or not to be’. Ik had begrepen dat Lyndsey Turners versie van Hamlet daar zo ongeveer mee zou beginnen. Ik moest wachten tot het derde bedrijf. Benedict Cumberbatch overwoog ongeveer daar waar William Shakespeare vond dat de woorden het beste tot hun recht kwamen hoe je het leven en de dood het beste tegemoet kunt treden.
Niet iedereen was het met de keuze van Lyndsey Turner eens. De kritiek was niet mals. Zij ging overstag.
Ik geloof niet dat iemand iets aan te merken had op de manier waarop Es Devlin de ruimte vorm gaf.
Ik zat in de bioscoop en keek ondanks dat naar toneel. En dat terwijl er om mij heen heel veel popcorn gegeten werd. Af en toe – als het onmogelijk was om het enthousiasme waarmee gegeten werd te negeren – vroeg ik me af of de mensen om mij heen wel naar dezelfde voorstelling zaten te kijken.
Toen de voorstelling afgelopen was en de acteurs ook weer met beide benen op de grond stonden, vroeg Benedict Cumberbatch nog een keer het woord. Voor de vluchtelingen.
Leave a Reply