Er is al veel gezegd en geschreven over Das Mag Uitgevers en de eerste boeken die deze uitgever op de markt bracht. Er was kritiek op boeken die niet gebonden maar ingenaaid bleken. Er werd de suggestie gewekt dat redacteuren wel wat steviger hadden mogen ingrijpen.
Waar ik nog niemand over gehoord heb, is de betekenisvolle rol die het antwoordapparaat inneemt in zowel Er moet iets gebeuren van Maartje Wortel als Het smelt van Lize Spit, de eerste twee titels die bij de uitgeverij van Toine Donk en Daniël van der Meer verschenen.
Maartje Wortel bedankt zelfs haar vader in de verantwoording:
‘De lengte van de voicemailberichten is (al dan niet per ongeluk) uitvoerig getest. Bedankt daarvoor, papa.’
Die voicemail speelt een belangrijke rol in Het is al gebeurd, het verhaal dat samen met Er moet iets gebeuren een tweeluik vormt.
In Er moet iets gebeuren is een moeder aan het woord. Een moeder van een zoon die er niet meer is. Een zoon die er zelf voor gekozen heeft er niet meer te zijn. De vrouw die behalve moeder ook echtgenote is, slaat zichzelf en haar man gade. Ze is zich bewust van haar eigen en zijn handelen, hoewel handelen een groot woord is. In feite bewegen zij zich door verdriet en rouw verdoofd min of meer mechanisch voort. Ze zijn nog zoekend naar de rol die hun in het bestaan zonder zoon rest.
In Het is al gebeurd is haar man als vader aan het woord. Hij richt zich rechtstreeks tot zijn zoon. Zo rechtstreeks als via een voicemail mogelijk is. Zijn zoon is dan al dood. Via de voicemail voert de vader de gesprekken die hij nooit met zijn zoon heeft kunnen voeren. Troost vindt hij door te luisteren naar de berichten die hij zelf heeft ingesproken.
Uit wat Maartje Wortel tussen die berichten door over de man vertelt, maak ik op dat de man al een hele tijd meer vader dan echtgenoot was.
Net zo functioneel is het gebruik van een antwoordapparaat in de slotscène van Het smelt, als Eva contact zoekt met haar zusje Tesje/Tessa die zich even daarvoor in een sms beklaagd heeft over de slechte bereikbaarheid van haar zus. Eva wil zeggen dat het met die onbereikbaarheid wel meevalt, dat haar zusje niet zo moet overdrijven. Als de piep geklonken heeft en het tijd is om iets in te spreken, weet Eva niet precies wat ze moet zeggen. Ze weet alleen dat ze ongeveer tweeënhalve minuut heeft. Het apparaat is onverbiddelijk.
Maar Lize Spit weet de tijd te rekken. Heel ingenieus weeft ze de kern van Het smelt tussen de zinnen die Eva haar zusje gunt en hecht ze zonder haar verhaal geweld aan te doen toch wat draadjes af.
De rol die het antwoordapparaat in Er moet iets gebeuren en Het smelt speelt, maakt nieuwsgierig naar Schuld van Walter van den Berg, het derde boek van Das Mag Uitgevers. (Maar het kan natuurlijk ook zijn dat de uitgever geprobeerd heeft mij op een dwaalspoor te brengen en dat die andere overeenkomst tussen beide boeken de link met Schuld is.)
Leave a Reply