Hier in huis werd de afgelopen maanden hard gewerkt aan een vertaling. Ik sloeg dat harde werken van heel dichtbij gade, en sprak op momenten dat ik dacht dat dat nodig was bemoedigende woorden. Ook droeg ik af en toe een boek aan dat misschien van nut kon zijn. Dat af en toe werd nog een hele stapel.
Er ligt een bijbel bij. En Verdriet is het ding met veren van Max Porter. Maar ook Het barre land van T.S. Eliot. Want in het verhaal dat van taal veranderde stond de openingsregel: ‘April is the cruellest month, breeding’. Vaak genoeg vertaald, maar toch moest er opnieuw over nagedacht worden. Want na ‘breeding’ hield het abrupt op. De ‘liliacs out of the dead land’ ontbraken. ‘Hij wekt’ – zo vertaalde Paul Claes het – of ‘hij teelt’ – de keuze van Rindert Kromhout – pasten daardoor niet.
Het was niet alleen vanwege die regel dat ik Het barre land naast de vertaler neerlegde. De tekst waar aan gewerkt werd, houdt het midden tussen proza en poëzie. Zinnen nemen wendingen die aan Eliot ontleend lijken. Woorden lijken op dezelfde leest geschoeid.
Voordat ik Het barre land op de stapel legde, las ik eerst zelf het nodige. En was ik voor de zoveelste keer vertrokken. Verdwenen in de tekst.
Terwijl ik Het barre land aan een ander liet, legde ik zelf beslag op Prufrock en andere observaties. Met die bundel debuteerde T.S. Eliot in 1917. Het Nederlands in de tweetalige uitgave van Koppernik is van Paul Claes, die de twaalf gedichten uit de bundel ook van een nawoord voorzag.
Inmiddels heb ik het openingsgedicht – The Love Song of J. Alfred Prufrock – gelezen. En toen heb ik geluisterd naar hoe T.S. Eliot het bedoeld heeft:
Daarna gaf ik Anthony Hopkins ook nog een kans. Hij heeft anderhalve minuut minder nodig:
En tenslotte luisterde ik naar een door Mikey Georgeson op muziek gezette versie.
Nu ben ik wel aan de vertaling toe.
Prufrock en andere observaties
T.S. Eliot (vertaling en nawoord: Paul Claes)
Amsterdam : Koppernik, 2016
ISBN 978-94-92313-11-9
Leave a Reply