‘Sommige punten lijken me wat te absoluut gesteld. Laat me nog wat nadenken, ik zal er nog eens naar kijken. En geef me nog wat tijd om een conclusie te bedenken. Ik denk aan iets wat een antwoord op uw vraag kan zijn. Ik doe het liever schriftelijk dan mondeling. Morgenochtend krijgt u mijn aanvullingen.’
Nadat dat gezegd was scheidden op 1 november 1975 de wegen van Pier Paolo Pasolini en Furio Colombo, de man die hem interviewde. Een week later verscheen het interview in La Stampa met als titel We lopen allemaal gevaar. Zonder Pasolini’s aanvullingen. Hij werd op 2 november 1975 dood gevonden op het strand van Ostia. Aan het herzien van zijn woorden kwam hij door een brute moord niet toe.
We lopen allemaal gevaar is het laatste stuk in de bundel Vaarwel en beste wensen. Pasolini. Poëzie & Polemieken, vertaald, samengesteld en ingeleid door Piet Joostens. Van wat Pier Paolo Pasolini maakte, zijn zijn poëzie en polemieken mij het minst vertrouwd.
Toen ik voor het eerst een film van Pier Paolo Pasolini zag – Il fiore delle Mille e una notta – was ik niet alleen veel te jong om die film te begrijpen, maar ook te jong om het belang van Pasolini te zien. Maar ik vond wat ik zag zo fascinerend, dat ik de naam van de man die de film maakte niet vergat. Later las ik en begreep ik hem. En kocht ik zijn films om niet afhankelijk van anderen te zijn als ik ze wilde zien.
Het is goed dat Piet Joostens in zijn voorwoord benadrukt dat Pier Paolo Pasolini schrijver was en altijd is gebleven. Ook al kenden misschien meer mensen hem vanwege zijn films. Ook al konden collega-schrijvers zich niet in zijn werk vinden. Omdat hij voor de een ‘te subversief, te politiek, te onvoorspelbaar en te decadent’ was. Omdat hij voor een ander ‘te lyrisch, te subjectief en te emotioneel’ was.
Ik blader alvast wat. Lees het laatste interview, waarin Pasolini dus voor altijd absoluter klinkt dan hij misschien gewild had. Laat me al tijdens het lezen van het voorwoord verleiden. Want ik wil horen hoe het gedicht Poesia in forma di rosa uit de mond van Orson Welles klinkt.
Dat was dus niet Orson Welles. Dankzij Giorgio Bassani spreek Orson Welles in La ricotta fantastisch Italiaans.
Overigens legt Pasolini Orson Welles met
Io sono una forza del Passato.
Solo nella tradizione è il mio amore.
Vengo dai ruderi, dalle chiese,
dalle pale d’altare, dai borghi
abbandonati sugli Appennini o le Prealpi,
dove sono vissuti i fratelli.
Giro per la Tuscolana come un pazzo,
per l’Appia come un cane senza padrone.
O guardo i crepuscoli, le mattine
su Roma, sulla Ciociaria, sul mondo,
come i primi atti della Dopostoria,
cui io assisto, per privilegio d’anagrafe,
dall’orlo estremo di qualche età
sepolta. Mostruoso è chi è nato
dalle viscere di una donna morta.
E io, feto adulto, mi aggiro
più moderno di ogni moderno
a cercare fratelli che non sono più
Ik ben een kracht uit het Verleden.
Alleen in de overlevering ligt mijn liefde.
Ik kom van de ruïnes, uit de kerken,
de altaarstukken, uit de dorpen
achtergelaten op de Apennijnen of de Vooralpen,
waar de broeders hebben geleefd.
Ik zwerf rond als gek op de Via Tuscolana,
op de Appia als een hond zonder baas.
Of ik kijk naar zonsondergangen, ochtenden
boven Rome, het Ciociariagebergte, de wereld,
als de eerste handelingen van de Nageschiedenis,
die ik meemaak, door het voorrecht van een geboorteregister,
vanop de uiterste drempel van een tijdperk
dat begraven is. Monsterlijk hij die is geboren
uit de ingewanden van een dode vrouw.
En ik, volwassen foetus, ik ren rond,
moderner dan alle modernen,
op zoek naar broers die niet meer bestaan.
(vertaling: Luc Devoldere)
maar een fragment van Poesia in forma di rosa in de mond.
Ik ga aan het eerste gedicht in Vaarwel en beste wensen. Pasolini. Poëzie & Polemieken beginnen. Het heet Ode aan een bloem in Casarsa. Pasolini schreef het in 1949. Hij was toen 27.
Vaarwel en beste wensen. Pasolini: poëzie & polemieken
Pier Paolo Pasolini (vertaald, samengesteld en ingeleid door Piet Joostens)
Kalmthout : Polis, 2016
978-94-6310-118-9
Paul van de Wiel says
Dank voor dit prachtige gedicht. (Al begrijp ik de strofe: “Monsterlijk hij die geboren is uit de ingewanden van een dode vrouw” niet. Had hij zo’n lage dunk van zijn moeder?)
Kamiel Choi says
gaat het over hemzelf of zijn de broers monsterlijk omdat ze fantasmas zijn?