‘My brother and I produced a family newspaper; it was daily. I made all the illustrations and most of the other matter.
From time to time my brother got bored and stopped work.
I carried on reporting and inventing the news as best I could until he, exasperated by my spelling, my handwriting, my grammar etc, would take over again. Thus it happened that I asked for a contribution from my aunt Virginia. I knew she was an author, and although I didn’t think much of her work – that is to say I had failed to finish Kew Gardens – it seemed stupid to have a real author so close at hand and not have her contribute.’
Dit schrijft Quentin Bell in het nawoord van The Widow and the Parrot. Claudia Olk haalt die woorden aan aan het begin van haar voorwoord bij The Charleston Bulletins Supplements.
Virginia Woolf was de beroerdste niet. Bovendien wist ze wat het was om een huiskrant te maken. Samen met haar zus Vanessa – de moeder van Quentin – en haar broer Thoby maakte ze toen zij ongeveer zo oud was als Quentin toen hij zijn tante om hulp vroeg Hyde Park Gate News (gedigitaliseerd door de British Library).
Toen Quentin haar vroeg, zegde ze toe, en ze deed meer dan af en toe een bijdrage leveren. Samen met haar neef maakte ze specials. Kerstbijlagen. The Charleston Bulletin Supplements.
‘Like the daily Bulletin, the special Supplements were created for private circulation at Christmas and became a vehicle for family jokes. Designed to tease the adults, they portrayed Bloomsbury eccentricities along with the foibles and mishaps of the residents and visitors at Charleston.’
(Claudia Olk in haar voorwoord)
Omdat The Charleston Bulletin een huiskrant is, hoefde Virginia Woolf zich niet in te houden. Kon ze ongehinderd de draak steken met de bewoners en bezoekers van Charleston – Charleston was de naam van het huis waar haar zus Vanessa met haar man Clive Bell, kinderen Julian en Quentin en huisvriend Duncan Grant woonden. Maar ze verloochende haar deskundigheid nooit. Haar spot is geworteld in een literair traditie. Een betere kompaan had Quentin Bell zich niet kunnen wensen. Ze deelden hun gevoel voor humor.
Hoewel The Messiah, de 38 pagina’s tellende kerstspecial van 1925, eigenlijk over Clive Bell gaat, neemt Virginia Woolf de gelegenheid te baat om niet alleen hem, maar ook een aantal van zijn/haar illustere groepsgenoten te kijk te zetten. (Overigens kwam Duncan Grant er in het jaar 1924 in The Dunciad nog ongenadiger van af.)
De leden van de Bloomsbury Group kwamen graag naar Charleston. En omdat zij bekende Britten waren, zijn de grappen die Virginia Woolf over hen maakt meer dan family jokes.
Leave a Reply