‘Wij wilden de dingen kwijt, terwijl de dingen nog van alles zeiden. Ze bleven maar doorpraten, al die relicten van weinig of geen waarde. Opeens werd er over hun lot beschikt.
Alles daar in het laatste huis van onze lang voorbije jeugd vergde zijn eigen besluitvaardigheid. Opruimen bleek inspannend te zijn omdat het stukwerk was, waarbij het onderscheidingsvermogen aan een niet geringe slijtageslag onderhevig was.’
Wat moet ik daar nog aan toevoegen.
Al eerder was ik onder de indruk van Gesloten huis van Nicolaas Matsier. Nu lees ik het omdat het aan de beurt is – ik herlees zijn oeuvre in chronologische volgorde – terwijl ik samen met mijn broer de weekenden doorbreng in ‘het laatste huis van onze lang voorbije jeugd’ om dat te doen waar Nicolaas Matsier in zijn roman verslag van doet.
Net als Matsier wik en weeg ik. Weet ik dat niet alles in een ander huis dienst zal doen. Eigenlijk wil ik de dingen helemaal niet kwijt. Want ik wil mijn ouders nog niet kwijt.
Op 8 oktober a.s. treedt Nicolaas Matsier in Rotterdam op tijdens Woordnacht. In dat kader herlees ik zijn werk.
John Wervenbos says
Menselijke contemplatie maakt dat dingen zich kunnen uitspreken (wezen der ‘dingen’). Pad acht van het achtvoudige pad pad van Boeddha luidt: de juiste contemplatie. Een boeddhistische benadering houdt niet simpelweg ‘onthechting’ in. Dat is een weidverbreide misvatting.
Ik weet niet of je beide ouders inmiddels overleden zijn, hoewel het daar wel op lijkt. Het hele leven lijkt ergens op een proces van verbinden en loslaten en dan in andere vorm opnieuw verbinden en verbonden zijn gevolgd door opnieuw verschuiven van verhoudingen enzovoort. Hoe verhouden zo bezien koesteren, conserveren en soms ook verzoenen zich tot elkaar? Time wil tell and give opportunities.
John Wervenbos says
Tekstcorrectie: “…achtvoudige pad van Boeddha…”. Natuurlijk maar één keer het woord ‘pad’ in deze zinsnede.