Een beetje gek is het wel: drie euro betalen om een boekwinkel in te mogen. Ondanks dat staat er een lange rij. Voor de winkel én voor het loket waar je kaartjes kunt kopen. Lello & Irmãos is dan ook niet zomaar een boekwinkel. Het is een boekwinkel die in reisgidsen staat. Wie naar Porto gaat, mag Lello & Irmãos niet missen.
Ik wacht een rustig moment af, koop een kaartje en ben benieuwd. Ik weet wat Gerrit Komrij van de winkel vond – hij schreef er over in Uit liefde in boeken: vijftien schrijvers op zoek naar een boekhandel:
‘Ik stond in een hoge ruimte die zich naar achteren tot in het oneindige leek uit te strekken. Toen mijn ogen enigszins aan het donker gewend waren zag ik twee lange toontafels, een aan de rechterzijde en aan de linkerzijde van de ruimte. Je liep als het ware tussen twee houten tafels door een scheepsromp binnen. Ja, ik bevond me in een scheepsruim, want overal zag je betimmeringen, loopgangen, spanten en binten en ergens in de verte, voerde een zowel ranke als monumentale trap naar het bovendek. Uitwaaierend naar twee zijden. Naar de hut van de kapitein of naar een uitkijkpost?’
In dat scheepsruim was de keuze beperkt, want toen Gerrit Komrij er voor het eerst kwam – ‘Portugal was nog maar net ontwaakt uit de lethargie van een langdurige dictatuur’ – was Lello & Irmãos nog een uitgeverij-boekhandel. Eigen uitgaven werden voorgetrokken, achter in de winkel waren de boeken van concurrenten te vinden.
Vijfentwintig jaar later is alles anders. Portugal is inmiddels ingrijpend veranderd en Lello & Irmão is herrezen uit het stof:
‘Alles flonkert en glimt. Het is de bezoekers toegestaan de trap op te klimmen en halverwege de trap kunnen ze kiezen of ze linksaf willen of rechtsaf. Hangend over de balustrades kunnen ze de klanten in de zaak zien krioelen. De neven in het achtergedeelte en onder de baldakijnen is spoorloos verdwenen.
De gewijde sfeer is gebleven. Kwestie van aardstralen.
Een nazaat van de familie Lello had met enkele vennoten besloten er een boekhandel van te maken die “een ontmoetingsplaats” zou zijn, “in plaats van passief op klanten te wachten”.’
De boekhandel die Gerrit Komrij aan het eind van zijn verhaal – De herrezen boekhandel – beschrijft, lijkt op de winkel waar ik na enig wachten binnentreed. Het krioelt er van de mensen. Voor wie waar voor zijn drie euro wil, is het er te druk. Er lopen steeds mensen in beeld. Vaste klanten trekken zich niets aan van veeleisende toeristen. Die weten waar ze wezen moeten.
Ik schipper. Ik heb nu eenmaal vakantie. Maar ik wil ook weten wat er hier zoal te koop is. Het spijt me dat ik de taal niet machtig genoeg ben om hier flink in te slaan. Gelukkig zijn de Lisbon Poets bilingual.
Gerrit Komrij zocht ik er overigens tevergeefs. Ondanks de ruime voorraad poëzie.
Leave a Reply