Hoewel ik boeken genoeg heb, er staan bovendien elders in het land nog honderd dozen op mij te wachten, neem ik nog steeds liefdevol boeken in ontvangst die al een rol van betekenis gespeeld hebben in het leven van een ander. Toen ik gisterenavond thuis kwam, wachtte er weer zo’n stapel. Natuurlijk kon ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen, al gunde ik me niet de tijd die nodig was om alle boeken even veel recht te doen.
Ik pikte er eigenlijk alleen maar zo her en der iets uit. Om een indruk te krijgen. En toen stuitte ik op een verkleurde kopie. Hoewel ik het handschrift onmiddellijk herkende, kon ik de tekst niet thuisbrengen. Totdat ik de moeite nam om te lezen wat de man van wie ik het handschrift had herkend geschreven had:
‘While Coen Pranger was busy day after day truying in vain to get his equipment into Morocco, I sat at home writing.
I am giving what I wrote during those days to Coen Pranger, so that, even though he was unable to make his film, he won’t return to Amsterdam empty-handed.’
Een genereuze geste van Paul Bowles. Hij schenkt Coen Pranger een titelloze monoloog over een man die zich in toenemende mate ergert aan een vrouw die in zijn ogen onvoldoende bereid is om haar kind – dat tijdens de eerste ontmoeting nog ongeboren is en aan het eind van het verhaal een straatschoffie – een toekomst te bieden. Een monoloog zonder leestekens. De zinnen zingen zich aan elkaar vast. Een tekst die zo gespeeld kan worden.
Toen Coen Pranger in 1982 – Paul Bowles schreef het bovenstaande op 6 november 1982 – in Marokko was om een documentaire over Bowles te maken, was hij zijn uitgever. De verhalenbundel De tere prooi – die kom ik ook tegen in de stapel – was de eerste titel die (in 1982) verscheen in de Differentdrukserie van uitgeverij Pranger.
Een week later biedt Coen Pranger de monoloog mede namens de schrijver en het festival aan aan bezoekers van de openingsavond van One World Poetry.
In de diverse (auto-)biografieën, brieven- en vriendenboeken over/van Paul Bowles vond ik Pranger niet.
Briatte Robert says
Merci de bien vouloir me recontacter, bien connu Paul Bowles (une biographie parue en 1989 et émissions de radio sur sa musique), et j’ai rencontré Coen Pranger dans les années 1980. Je découvre vos archives CP et aurais plaisir à échanger sur les dernières années de Tanger Dream City.