Zou de dood hem op de hielen zitten, dacht ik toen ik begon in de vierde titel die dit jaar van Cees Nooteboom verscheen. Na Een duister voorgevoel: reizen naar Jheroniumus Bosch, Wat het oog vertelt: kijken als avontuur en Monniksoog was 533: een dagenboek aan de beurt. Geen dagboek, maar een boek dat dagen beslaat en de tijd die verstreek alsnog vangt. Het geeft inzicht in het nomadische, maar ook in het sedentaire bestaan van de schrijver. Want Cees Nooteboom mag dan te boek staan als reiziger: als hij zich ergens voor korte of langere tijd vestigt, is het die directe omgeving die zijn volle aandacht heeft. Dan ziet hij alles en vraagt zich veel af. Is hij begaan met het leven en dood in cyclische zin, maar is hij zich ook bewust van wat was, is en zal blijven.
Cees Nooteboom leest, denkt en schrijft te midden van de natuurlijke loop der dingen. Hij neemt ‘il faut cultiver notre jardin’ – woorden door Voltaire in de mond van Candide gelegd – letterlijk en figuurlijk. Dus vragen de vlinder die zijn palmen bedreigt, Kassiopeia en de Voyager, David Bowie, dagboeken van collega’s, wat er in de wereld gebeurt, maar ook de in het landschap achtergebleven stenen schepen die overledenen veilig richting het hiernamaals begeleidden zijn aandacht, zonder dat 533 een onsamenhangend, fragmentarisch boek wordt. Integendeel. Het getuigt van de flexibele geest van iemand die begaan is met een achtertuin die zich over de hele wereld uitstrekt. Terwijl die wereld ook het materiaal is waaruit zijn ijle en gematerialiseerde dromen ontstaan.
Nu ik deze vier boeken gelezen heb, ben ik gerustgesteld. De dood zit Cees Nooteboom helemaal niet op de hielen. 2016 is bovendien niet zijn eerste uiterst productieve jaar. En het is ook niet voor het eerst dat hij de dood nadrukkelijk ter sprake brengt. Maar dat laatste realiseerde ik me pas weer toen naar een interview keek waarin hem naar zijn aandacht voor de thema’s dood en geheugen gevraagd wordt. Dat was in 2011, tijdens het World Literature Weekend naar aanleiding van ‘s Nachts komen de vossen. Een interview dat ik vond toen ik heel gericht zocht naar beelden van Cees Nooteboom én A.S. Byatt.
jettie h. van den boom says
Geachte Heer Nooteboom, Binnenkort komt uw boek uit: In de sporen van Don Quichot.. Heeft u er ooit over nagedacht dat deze route een symbolische weergave is van zijn echte route: zijn inwijdingsweg, Vechten tegen windmolens.. staat voor zijn angsten overwinnen. Trouwens de Don Quixote is helemaal niet geschreven door een Spanjaard, maar door een Engelsman bedacht en uitgewerkt door de beste schrijvers van de 17e eeuw: Francis Bacon met Ben Jonson, John Donne, Francis Beaumont & John Fletcher m.b.v. Robert Cotton. Uiteraard zat de drukker ook in het komplot. U kunt dit lezen in mijn boek: De waarheid over Don Quixote. Het bedrog van Cervantes.