Het zijn niet de vragen over het verband dat A.S. Byatt in Peacock & Vine legt tussen William Morris en Mariano Fortuny die bij de presentatie van de vertaling – Pauw en wijnrank – de interessantste antwoorden opleveren. Pas als A.S. Byatt en de vrouw die de vragen stelt in gesprek raken over het materiaal dat zij beiden in de vingers moeten hebben en houden, willen zij in het vak dat zij uitoefenen blijven meespelen, ontstaat er een echt gesprek. Een gesprek tussen twee schrijfsters – de vrouw die de vragen stelt is Nelleke Noordervliet – die allebei bedreven zijn in het beschrijven van fictieve levens, je zou zelfs kunnen stellen dat ze beiden doen aan Life Writing, en zich zeer bewust zijn van het veranderen van de taal – de Engelse net zo goed als de Nederlandse – en de gevolgen die dat heeft voor de keuzes die ze omwille van de geloofwaardigheid van hun werk moeten maken.
Ze heeft geen idee hoe ze sommige woorden die ze van haar kleinkinderen oppikt toe zou moeten passen, zegt A.S. Byatt. De kleinkinderen van Nelleke Noordervliet lachen haar uit als zij zich hun taal probeert eigen te maken. Ze zijn het er over eens: eigenlijk willen die kleinkinderen helemaal niet dat zij hun moderne idioom feilloos kunnen gebruiken.
Dit voortschrijden van de taal heeft grote consequenties. A.S. Byatt is het stelligst van de twee. Zij vindt dat een schrijver geen personages moet creëren die zo jong zijn dat de schrijver hun taal niet meer spreekt.
Leave a Reply