Waar ambacht en kunst samenkomen
Toen ik Peacock & Vine – het essay waarin A.S. Byatt William Morris en Mariano Fortuny met elkaar verbindt door hun leven en werk te vergelijken – las, viel mij op hoe weloverwogen het beeldmateriaal gekozen is en hoe corresponderend de illustraties in de tekst geplaatst zijn. Nergens loopt het beeld hinderlijk op de tekst vooruit, bijna nergens laat een plaatje te lang op zich wachten. Voor een boek over twee kunstenaars en hun werk – weliswaar wordt dat werk bestempeld als toegepaste kunst, maar kunst is het – is dat essentieel. (Inmiddels weet ik dat Pauw & wijnrank voor het origineel niet onderdoet, en dat is een prestatie, want vergeleken met het Engels zijn er in het Nederlands gemiddeld vijftien procent meer woorden nodig).
A.S. Byatt koos de beelden die haar woorden kracht bijzetten allemaal zelf. En, zo vertelde ze tijdens de presentatie van Pauw & wijnrank: over William Morris en Mariano Fortuny, ze prijst zichzelf gelukkig dat haar uitgever haar die kans bood. Dat in een boek waar het ook op de beelden aankomt niet zomaar lukraak plaatjes toegevoegd zijn.
Hoewel veel van Byatts boeken – achteraf gezien – tot stand gekomen zijn volgens hetzelfde procedé –‘A book starts when two things you thought were different come together’, zei de schrijver daarover ten tijde van het verschijnen van The Children’s Book – en niet ontkend kan worden dat voor Pauw & wijnrank gezocht is naar verschillen en overeenkomsten tussen de Britse William Morris en de Spaans-Italiaanse Mariano Fortuny (Byatt legt de klemtoon op de tweede lettergreep), ligt het in dit geval toch een klein beetje anders.
A.S. Byatt was in 2011 in Venetië voor een literair festival. Tijdens dat bezoek werd er nogal op aangedrongen dat zij het aan Mariano Fortuny gewijde museum – gevestigd in het huis waar hij woonde – zou bezoeken. Degenen die aandrongen, wisten het zeker: ‘this is the museum you want to visit’. Terwijl A.S. Byatt Fortuny nauwelijks kende (maar ze wist wel dat Marcel Proust Mme de Guermantes in À la recherche du temps perdu creaties van Mariano Fortuny laat dragen). A.S. Byatt ging, en was verkocht.
Hoe zij van Mariano Fortuny en Venetië op William Morris kwam, beschrijft ze – refererend aan wat ze eerder heeft gezegd over het moment waarop ze weet dat een idee voor een boek levensvatbaar is – op de eerste pagina’s van Pauw & wijnrank:
‘Naarmate ik ouder word, begin ik ook in te zien dast mijn schrijven – fictie en essays – begint met het plotselinge besef dat twee zaken waaraan ik afzonderlijk heb lopen denken, eigenlijk deel uitmaken van dezelfde gedachte, hetzelfde werk. Ik denk – of misschien beeld ik het me in – dat de opwinding een beroering is van de neuronen in mijn hersenen die synapsen uitsteken die het web van dendrieten verbinden, twee bewegingen die één worden. Steeds wanneer ik in de aquamarijne helderheid dacht aan Fortuny, merkte ik dat dat ik ook aan de Engelsman William Morris dacht. Ik gebruikte Morris, die ik wel kende, om Fortuny te begrijpen. Ik gebruikte Fortuny om me Morris opnieuw voor te stellen. Aquamarijn, goudgroen, Engelse weiden, Venetiaanse kanalen. Toen ik was teruggekeerd naar Engeland en begon na te denken over Morris, de huizen bezocht waar hij ooit had gewoond en gewerkt en die nu musea waren geworden, sloot ik mijn ogen en merkte dat mijn hoofd vol was van het aquamarijne licht, water dat door de kanalen stroomde, het duister van het Palazzo Pesaro Orfei.’
(vertaling: Huub Stegeman)
Dat Fortuny A.S. Byatt aan Morris doet denken, en vice versa, is niet vergezocht. William Morris is een oude bekende van haar – zij houdt van zijn werk, zij voert hem op in Het boek van de kinderen. Hij was een originele geest met een socialistische inborst die teruggreep op middeleeuws handwerk. Mariano Fortuny zocht zijn voorbeelden in een nog verder verleden, was minstens zo innovatief en multi-getalenteerd als William Morris, maar zijn klanten waren aanzienlijk gefortuneerder dan die van Morris.
Maar ik heb die uitspraak over boeken die ontspringen uit vermeende tegenstellingen in het kader van het oeuvre van A.S. Byatt altijd minder letterlijk opgevat. Wat meer met elkaar te maken lijkt te hebben, dan aanvankelijk gedacht, is doorgaans niet zo zichtbaar in haar werk. Het is het ideeën- en gedachtegoed waarmee zij weeft. Het is het fundament waarop ze doorgaans verder bouwt.
Terwijl Pauw & wijnrank behalve een essay over Morris en Fortuny ook het verslag is van een werkwijze. En een ode aan het maken. Een boek over drijfveren en maatstaven die A.S. Byatt met Morris en Fortuny deelt.
Geschreven met dezelfde zorgvuldigheid, liefde voor het stoffelijke en oog voor detail als haar romans en verhalen. Maar nu ook citerend uit bronnen zodat duidelijk is hoe A.S. Byatt deze levens reconstrueert. Hoe zij vanuit haar eigen fascinatie in de huizen van Morris en Fortuny belandt. Dat het onderscheid tussen ‘noord’ (Morris) en ‘zuid’ (Fortuny) volstrekt ontoereikend is om de verschillen in voorkeuren tussen beide heren te duiden, maar wel iets zegt over de bronnen waaruit Morris en Fortuny op hun beurt putten. Om vervolgens in te zoomen op afzonderlijke motieven en werken.
Uit Pauw & wijnrank spreekt waardering voor
‘twee obsessieve werkers, eindeloos inventief, eindeloos grondig, eindeloos mooi. Beiden maakten ze de plaats waar ze leefden gelijk aan de plaats waar ze werkten. (…) Ze deden hartstochtelijk onderzoek naar hun onderwerp, beschikten over uitgebreide bibliotheken met zowel specialistische als algemene werken.’
(vertaling: Huub Stegeman)
Ik stel mij voor dat dit ook voor dat dit ook voor A.S. Byatt geldt. En daarmee is Pauw & wijnrank ook een zelfportret. Al zal A.S. Byatt dit essay niet zo bedoeld hebben. Maar ze zal het na enig aandringen wel toegeven.
Pauw & wijnrank: over William Morris en Mariano Fortuny
A.S. Byatt (vertaling: Huub Stegeman)
Amsterdam : De Bezige Bij, 2016
ISBN 978-90-234-3600-3
Leave a Reply