Tijdloos gekonkel en gekissebis
William Shakespeare werd geboren op 23 april 1564. Tweeënvijftig jaar later ging hij op dezelfde datum dood. Op 23 april 2014 is het dus 450 jaar geleden dat hij geboren werd, en op 23 april 2016 wordt zijn 400e sterfdag herdacht. The Globe Theatre verbindt die twee data door twee jaar lang op tournee te gaan met Hamlet en doet daarbij alle 205 landen van de wereld aan. De speellijst is nog niet compleet, maar zeker is al wel dat de eerste voorstelling plaatsvindt in Shakespeare´s Globe Theatre in Bankside, Southwark, London SE1 en de 205e gespeeld gaat worden in Elsinore, de voornaamste plaats van handeling in Hamlet.
Volgens Dominic Dromgoole, artistiek directeur van The Globe Theatre, kon de keuze niet anders dan op Hamlet vallen: ‘It is an iconic play, instantly recognisable anywhere. It has that capacity to question, to challenge, to inspire in any country in the world.’
De volledige Hamlet duurt vier uur. Die versie gaan ze niet spelen: ‘The touring Hamlet will be the Globe’s scaled-down version, which has already been admired in UK tours, with a cast of eight – from a company of 12 to allow for illness and even the odd day off – playing more than two dozen roles between them, scampering through the text of Shakespeare’s longest play in just over two and a half hours.’
Voor wie die hele Hamlet eerst of weer eens wil lezen, en dan het liefst in het Nederlands, is er de nieuwe vertaling van Peter Verstegen.
Peter Verstegen gebruikt de First Folio-editie uit 1623 als basis voor zijn vertaling, en waar die tekst afwijkt van de ‘goede Quarto’ – er is ook nog een apocrief Quarto uit 1603 – een versie van het stuk uit 1604, voegt hij regels uit die editie tussen haken toe. ‘Mijn doel is geweest Shakespeare over te brengen in natuurlijk klinkend Nederlands, met inachtneming van de retorische kracht van zijn taal in vaak stuwende cadans, met behoud van de lyrische kant van het versdrama, maar ook met de vrijheid van Shakespeares vers, waarin lettergrepen naar believen worden ingeslikt.’
In de NRC van 14 juni jl. zegt Gijs Scholten van Aschat in de kantlijn van het essay Levende koning of dode roem van David Rijser iets over de speel- en leesbaarheid van Verstegens vertaling: ‘Verstegen is dichterlijker dan Frank Albers; zijn tekst is directer en speelbaarder, krachtiger. Maar over het algemeen vind ik de tekst van Verstegen zeer leesbaar, erg exact, soms wat ouderwets (…).’ Even later staat er iets dat daarmee in tegenspraak lijkt: ‘Toch is het een geweldige onderneming van Verstegen; zijn noten en verklaringen zijn uit de kunst en hij is van al de vertalers het dichtst bij de oorspronkelijke betekenis gebleven. Maar vergeleken met de tekst van Gerrit Komrij en Albers lijkt die van Verstegen toch minder speelbaar, alsof Verstegen de tekst bewust niet naar deze tijd plaatst. En dat vind ik jammer. Niettemin een diepe buiging voor deze rijke, literaire vertaling.’
De vergelijking met de vertaling die Frank Albers in 1998 maakte voor Het Nationale Toneel gaat een beetje mank, omdat Albers het stuk niet alleen vertaalde maar ook bewerkte. Bovendien baseerde hij zich niet zoals Verstegen op de First Folio-editie, maar op de ‘goede Quarto’. Komrij vertaalde net als Verstegen de First Folio-editie.
De vertaling van Peter Verstegen is de zoveelste – dat bedoel ik niet negatief: taal is levende materie dus verdient het aanbeveling om een stuk dat in 1603/1604/1623 ‘verscheen’ aan de taaleisen van de tijd aan te passen – Nederlandse vertaling van Hamlet. Hoewel de vertaling van L.A.J. Burgersdijk uit 1886 vaak als de oervertaling wordt aangehaald, gaat de traditie nog ruim een eeuw verder terug. De eerste Nederlandse vertaling – gebaseerd op zowel een Franse vertaling als een (ik weet niet welke van de drie versies) Engels origineel – is van mevrouw M.G. de Camon-van der Werken en dateert uit 1777. Tussen haar vertaling en die van Burgersdijk verschenen er nog zes. Dit lees ik in de verantwoording van Jan Jonk bij zijn vertaling (1991), hij heeft het uit Shakespeare in Nederland van Robert H. Leek.
Hoewel ik Hamlet een aantal keren heb zien spelen – de meest bijzondere van de door mij geziene versies was die van Theater La Luna, waarin Titus Tiel Groenestege Hamlet was en Bavo Galama Horatio. Regie: Çanci Geraedts – en ook een aantal filmversies ken, ben ik vooral een Hamlet-lezer.
Als ik een voor mij nieuwe vertaling onder ogen krijg – dat kan dus ook een oude zijn – blader ik altijd eerst even naar de eerste scène van het derde bedrijf, en dat niet alleen vanwege de bekende monoloog, maar ook vanwege de ‘nunnery’. Dat deed is ik dus nu ook.
Peter Verstegen vertaalt het begin van die monoloog zo:
‘Bestaan of niet bestaan, daar draait het om.
Is ’t edeler je geest te laten lijden
Onder de schichten van ’t moorddadig lot
Of front te maken tegen een zee van zorgen,
En eindigen in de strijd. Te sterven – slapen –
Meer niet.
Ter vergelijking: Frank Albers:
‘De kwestie is natuurlijk: zijn of niet zijn.
Wat is nu nobeler: verdragen dat
het blinde lot je krabt en bijt en schopt,
of vechten tegen zeeën van ellende,
en vechtend omkomen? Sterven – slapen,
niets meer.
en Gerrit Komrij:
‘Er zijn – of er niet zijn, is het probleem:
Of ’t nobeler is om in de geest de pijlen
En slingers van het woedend lot te dulden,
Of op te staan tegen een zee van plagen,
Omkomend in de strijd. Te sterven – slapen,
Meer niet;
Dit is wat er in de First Folio staat:
‘To be, or not to be, that is the Question:
Whether ‘tis Nobler in the minde to suffer
The Slings and Arrowes of outrageous Fortune,
Or to take Armes against a Sea of troubles,
And by opposing end them: to dye, to sleepe
No more;’
Peter Verstegen verantwoordt zijn gekozen woorden als volgt: ‘De beroemde slings and arrows moeten het doen met de weergave ‘schichten, maar in Hamlet komt de stijlfiguur van de hendiadys veel voor. Als hier sprake is van deze stijlfiguur gaat het om geslingerde schichten en dan valt er niet veel weg. Een sling was een naam voor de ‘ballista’ (of het projectiel wat ermee werd afgeschoten).’ Waarna hij de definitie van ballista uit een handboek voor middeleeuwse wapens geeft.
Het andere ijkpunt in diezelfde scène betreft de vertaling van het woord ‘nunnery’, als Hamlet Ophelia toesnauwt: ‘Get thee to a Nunnerie. Why would’st thou be a breeder of Sinners?’
Peter Verstegen:
‘Naar het klooster met jou! Of wil je soms zondaars fokken?’
Frank Albers:
‘Ga naar het klooster, jij. Of wil je zondaars fokken?’
Gerrit Komrij:
‘Maak dat je naar een nonnenklooster komt. Wou je soms zondaars fokken, eh?’
Erik Bindervoet & Robbert-Jan Henkes:
‘Ga naar de begijnen. Of wou je soms zondaars fokken?
Bert Voeten (1983):
‘Ga in een klooster! Waarom zou je zondaars fokken?’
maar: Bert Voeten (1974):
‘Ga in een hoerenhuis! Waarom zou je zondaars fokken?’
en: Jack Nieborg (2011):
‘Laat je opbergen in een hoerenkast. Wat heeft het voor nu om je voort te planten en zondaars op de wereld te zetten?’
Ook hier licht Verstegen zijn keuze toe: ‘Hamlets kreet Get thee to a nunnery is een van de vele gevleugelde woorden uit het stuk. Een nunnery is een ‘nonnenklooster’, maar Partridge spreekt in Shakespeare’s Bawdy van the fairly common Elizabethan slang sense ‘brothel’. Edwards daarentegen is er zeker van dat Hamlet alleen maar aan een klooster denkt. Er is dubbelzinnigheid, maar Hamlet gebruikt niet primair de Bargoense betekenis. De beste oplossing leek mij Hamlet eerst tweemaal ‘klooster’ te laten zeggen en te vervolgen met het ambiguë ‘zusters van liefde.’
In mijn New Swan Shakespeare staat bij deze regel de volgende toelichting – brave, het betreft immers een scholiereneditie uit 1968 – uitleg: ‘a nunnery – where she will never be able to marry. The advice is fair, since by now Hamlet must have a premonition that, in taking revenge, he and many of those with him will be overtaken by tragedy. When the world she knows is falling away, the life of a nun might be her only safe shelter.’
En toen – nadat ik die twee passages had gelezen, en me verloren had in de noten die het resultaat en de verantwoording zijn van het zoek- en puzzelwerk dat Peter Verstegen deed om tot zijn eindresultaat te komen; noten zijn wat de extra’s op een dvd zijn: een kijkje in de keuken van de maker(s) – ben ik bij het begin begonnen en ik kan niet anders zeggen: Peter Verstegens vertaling doet William Shakespeare’s vernuft recht. Zij legt de nadruk op het spitsvondige taalgebruik, op de (gespeelde) stemmingswisselingen, op de sociale verschillen tussen de personages die doorklinkt in hun woordkeuze, en tilt daarmee net als het origineel Hamlet boven het niveau van verhaaltje – waarvan de plot niet eens door Shakespeare verzonnen was – uit.
Verstegen is een naar de letter en naar de geest heel zorgvuldig vertaler. Dat betekent dat zijn vertaling geen joviale, eigentijdse interpretatie is van de tekst van Shakespeare waarmee het jonge en/of onervaren Shakespeare-lezers makkelijk maakt. Hij schaamt zich er niet voor om woorden die wij niet langer dagelijks gebruiken gewoon te laten staan omdat het nu eenmaal het beste woord op die plaats is.
Hij probeert het stuk ook niet los te weken van haar vierhonderdjarige geschiedenis. Hamlet is een blijft een tragedie uit 1603/1604/1623, ook als je het stuk anno 2013 vertaalt. Maar waar hij een gaatje ziet, zoekt hij – de manier van spreken van de personages indachtig – naar mogelijkheden om Hamlet heel modern te laten klinken, en deinst hij er niet voor terug om woorden te kiezen die had Shakespeare ze toen gekend zeker gebruikt zou hebben.
Wat dat voor de speelbaarheid van deze vertaling betekent, weet ik niet. Ik ben geen acteur. Ik ben zelfs geen kenner, alleen maar liefhebber. Ik kan alleen maar zeggen/schrijven dat ik deze Hamlet-vertaling zonder haperen heb gelezen en onderweg heb ik me niet afgevraagd wat er bij Shakespeare stond of welke woorden anderen voor Verstegen kozen. Eerlijk gezegd was ik vergeten hoe taal- en ideeënrijk Hamlet is.
Net zoals in alle andere delen van de Perpetua Reeks wordt ook Hamlet uitgeluid door een prominent met affiniteit met de tekst. In dit geval is dat actrice Halina Reijn, die terwijl ze nog op de toneelschool zat door Theu Boermans uitverkoren werd om de rol van Ophelia te spelen in Het stuk der stukken, zoals zij haar bijdrage noemt. Met de vertaling van Peter Verstegen heeft het niets te maken, het is slechts een ode aan het stuk waarin ‘Shakespeare op ongeëvenaarde wijze in staat is geweest het mens zijn zo treffend en tijdloos te vatten.’
Volgens Halina Reijn is Hamlet ‘verplichte kost voor iedereen die net als prins Hamlet op zoek is naar de zin van het bestaan.’ Dat zoeken naar de zin van het bestaan lijkt mij een westerse hobby. Mij dunkt dat er tijdens de rondgang langs 205 landen door publiek ter plaatse andere (culturele) klemtonen zullen worden gelegd. Daar ben ik wel benieuwd naar. Ik vrees alleen dat ik het van horen zeggen zal moeten hebben. De kans dat het me lukt een kaartje te bemachtigen lijkt mij te verwaarlozen.
Hamlet
William Shakespeare (vertaling: Peter Verstegen)
Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2013
ISBN 978-90-253-7052-7
Ik heb bij het schrijven van mijn recensie een greep gedaan uit mijn verzameling vertalingen. Er zijn er inderdaad meer (en ik heb ze niet allemaal) (met dank aan Robert H. Leek en Jan Jonk):
Mevrouw M.G. de Cambon-van der Werken (1777); anoniem (1778; Ambrosius Justus Zubli (1786); Johannes Kinker (1787); Larurent Philippe Charles van den Bergh (1805-1807); P. Ph. Roorda van Eysinga (1836); Abraham Seyne Kok (1860 en 1873); L.A.J. Burgersdijk (1886); Jac. van Looy (1907); B.A.P. van Dam (1924); J. Decroos (1936); Nico van Suchtelen (1947); Bert Voeten (1958); Bertus Aafjes (1954); Willy Courteaux (1958); Cees Buddingh’ (1963);Hugo Claus (1982); Gerrit Komrij (1986); Johan Boonen (1991); Frank Albers (1998); Erik Bindervoets & Robbert-Jan Henkes (2000); Jack Nieborg (2011) en Peter Verstegen (2013).
Of deze opsomming volledig is, durf ik niet te garanderen.
Dit stuk verscheen oorspronkelijk op De Contrabas.
Ria Grimbergen says
Goed stuk, Liliane. Het is mij destijds ontgaan, dus fijn dat je nog een keer geplaatst hebt.