Eigenlijk is kerst een aaneenschakeling van feestdagen: twaalf in getal. Pas op 6 januari – Driekoningen – is het feest definitief voorbij, maar bijna niemand staat daar tegenwoordig nog bij stil. Laat staan dat al die afzonderlijke dagen uitgebreid gevierd worden. Misschien ligt dat in Groot-Brittannië anders. In elk geval sluit Jeanette Winterson met Kerstdagen: 12 verhalen en 12 feestelijke recepten voor 12 dagen aan bij die traditie. In de verhalen komt alles dat met kerst correspondeert aan bod: Jezus wordt geboren en een ezel is getuige; zelfs sneeuwpoppen zijn tot naastenliefde in staat; liefde en vriendschap worden op de proef gesteld tijdens eendrachtig samenzijn, en – geheel in de traditie van de gothic novels en ghost stories – huisjes hebben kruisjes.
Wat de verhalen gemeenschappelijk hebben is het hunkeren naar en hanteren van liefde. Liefde is als thema prominent aanwezig in het werk van Jeanette Winterson, voor wie onvoorwaardelijke liefde tot een paar jaar geleden niet vanzelfsprekend was. Over het belang van dat soort liefde is Winterson al een oeuvre lang heel uitgesproken.
Dat kerst voor Winterson een tijd van ‘celebration, sharing en giving’ is, ligt er als je Kerstdagen in een keer uitleest, heel dik op. De lezer die dat doet, loopt het risico te denken een feelgoodbook te lezen.
Gedoseerd gelezen laat de bundel echter zien dat Jeanette Winterson als ‘storyteller’ weet te variëren op een thema. Dat ze door net een ander standpunt in te nemen, motieven naar haar hand zet. Dat zij weliswaar veel weet over de oorsprong en religieuze kant van kerst, maar dat ze daar ondanks haar opvoeding mee durft te spotten, zoals bijvoorbeeld uit de openingszin van De leeuw, de eenhoorn en ik blijkt:
‘Before it happened, an angel lined up all the animals – every one, of every kind, because this angel had the full list left over from the Ark.’
‘Voordat het gebeurde, zette een engel alle dieren op een rij – alle dieren, alle soorten, want deze engel had de volledige lijst van de Ark nog.’
(vertaling: Arthur Wevers)
De verhalen in Kerstdagen krijgen van Jeanette Winterson wat ze nodig hebben. Gematigde onbevangenheid als het om een wintersprookje gaat; ironie als er sprake is van een teveel aan goede bedoelingen; volgens een beproefd stramien opgebouwde spanning als het om het effect gaat en begoocheling om het magische van het moment te vangen. En steeds beheerst Jeanette Winterson de taal. Letterlijk en figuurlijk. Ze zet een toon, maar de lezer mag die aanvullen. Kleur en betekenis geven aan zorgvuldig geformuleerde zinnen, en er zoveel ironie in lezen als hij/zij wil of aankan. Misschien dat ik me daarom nooit helemaal over kan geven aan haar werk in vertaling. Het liefst lees ik haar (eerst) in haar eigen taal, ondanks het vertrouwen dat ik heb in de kunde van haar vertaler(s).
Kerstdagen bevat oude en nieuwe verhalen. O’Briens eerste Kerstmis bijvoorbeeld verscheen al in 1986 voor het eerst, en ook Knalbonbon, De maretakkenbruid en De leeuw, de eenhoorn en ik werden niet speciaal voor dit boek geschreven. Jeanette Winterson richt zich tot lezers in verschillende leeftijdscategorieën: De sneeuwmama, maar ook Knalbonbon en De leeuw, de eenhoorn en ik zijn zeer geschikt voor jeugdige lezers. Ondanks die diversiteit is Kerstdagen een eenheid. Kerst kan een boel hebben.
Tot zover de verhalen. Behalve verhalen bevat Kerstdagen ook recepten. Recepten waarvan Jeanette Winterson uit eigen ervaring weet dat ze bijdragen aan feestvreugde en saamhorigheid. Recepten die haar door dierbaren werden aangereikt – de mince pies van mevrouw Winterson; de sherrytrifle van haar vader; de rode kool van Ruth Rendell en de gravlax van Susie Orbach – en hapjes waar ze zelf een voorkeur voor heeft – steaksandwich, nieuwjaarskaaskoekjes, bisschopswijn en gerookte zalm met champagne. Wie kookt uit Kerstdagen hoeft echter niet te vrezen voor copieuze maaltijden.
Hoewel Winterson per recept de ingrediënten en bereidingswijze vermeldt, gaat het haar ook hier om het verhaal achter het recept. Om de dierbare herinneringen aan de mensen aan wie ze de recepten te danken heeft. Jeanette Winterson heeft schoon schip gemaakt. Mild is ze, ook als ze het over mevrouw Winterson – haar adoptiemoeder – heeft. Kerst heeft toegeslagen. Vrede op aarde, met Season’s Greetings van de schrijfster.
En toch – Winterson mag zich dan verzoend hebben met het verleden en kerst is in voor veel personages de reden om elkaar op te zoeken – is Kerstdagen heel erg Winterson en meer dan een winterboek.
Kerstdagen : 12 verhalen en 12 feestelijke recepten voor 12 dagen
Jeanette Winterson (vertaling: Arthur Wevers)
Amsterdam : AtlasContact, 2016
ISBN 978-90-254-4934-6
Leave a Reply