Russen lezen. Ik kwam er tot nu toe te weinig aan toe. En als ik er aan toe kwam, haakte ik ver voor het einde van zo’n dikke roman weer af. Tsjechov is de enige van wie ik meer dan een titel gelezen heb. De anderen – ik noem een Dostojevski, Gogol, Gontsjarov, Lermontov, Mandelstam, Toergenjev en Tolstoj – ken ik vooral van horen zeggen, een documentaire of een boekverfilming.
De afgelopen dagen las ik een moderne Rus: Michaïl Sjisjkin. De kalligrafieles heet een verhalenbundel te zijn, maar bevat ook essays. Acht stukken in totaal, die samen ruim twintig jaar schrijverschap omvatten. De verhalen en essays geven een beeld van herkomst en heden van deze sinds 1995 in Zwitserland residerende schrijver. Voor iemand die nauwelijks Russen gelezen heeft, is het nogal gewaagd om te zeggen dat Michaïl Sjisjkin met twee van zijn verhalen – De kalligrafieles, het eerste verhaal dat er van Michaïl Sjisjkin verscheen en De blinde muzikant (waarin een vrouw tussen twee mannen moet kiezen) – aansluit bij ‘de Russen’ die al verhalend grote en kleine drama’s aansnijden. Het zijn verhalen waarin meer dan één stem klinkt en voorgangers echoën. In De kalligrafieles komen zelfs vier personages uit grote Russische romans voor. Zij leren ‘schrijven’, maar schoonschrijven, het handwerk, is slechts een dekmantel. Waar het de vakman om gaat is, inzicht geven in het leven.
Het derde, het meest recente, verhaal – Nabokovs inktpot – heeft met de essays gemeen dat het autobiografische trekken heeft. Een naamloze hoofdpersoon fungeert in Zwitserland als vertaler/gids die een rijke Rus rondleidt. Hij is zich er zeer van bewust hoe de Rijke Rus, die hij overigens nog van vroeger kent, hem gebruikt, maar hoopt dat hij tenminste voor het kind van toegevoegde waarde is.
Nadrukkelijker dan in Sjisjkins verhalen staat in zijn essays het vertrek uit zijn vaderland centraal. In het stuk waarmee de bundel opent – Jas met halve ceintuur – en in Een pan en vallende sterren (waarin hij zijn zoon op bezoek krijgt) lopen leven onder een repressief regime en literatuur in elkaar over, maar De behouden tong en In een op de wand gekrast bootje (hier het essay in het Engels) gaan heel nadrukkelijk over het eigene van het Russisch en hoe zich dat openbaart aan wie van fictie zijn werk maakt en tot op zekere hoogte afgesneden is van zijn moedertaal. Sjisjkin zegt daar behartigenswaardige dingen over in mooie woorden (en sluit aan bij wat John Berger in Self-Portrait in Confabulations (2016) schrijft over de onmogelijkheid om dat wat achter de taal ligt adequaat te vertalen).
Het stuk op het eerste oog uit de toon valt is De Campanile van Venetië, een stuk geschreven op basis van een briefwisseling tussen Lidjia Kotsjekova en Fritz Brupbacher. De brieven trof Sjisjkin aan in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. Kotsjekova en Brupbacher, allebei arts, leidden – ook al waren ze getrouwd – gescheiden levens: hij in Zwitserland, zij in Rusland. Beiden gingen voor de goede politieke zaak, maar zij gingt in Rusland ten onder aan haar idealisme dat niet strookte met de realiteit.
Maar ook dit verhaal sluit aan bij de Rusland-Zwitserlandconnectie die Michaïl Sjisjkin in De kalligrafieles zij het niet altijd even letterlijk tot stand brengt. Het verhaal maakt in die zin onderdeel uit van zijn inburgeringstraject – om zijn schrijven na zijn verhuizing naar Zwitserland vlot te trekken schreef hij ook Russisch Zwitserland – maar er klinkt in dit tragische verhaal ook iets door van zijn Onvoltooide liefdesbrieven.
Michaïl Sjisjkins acht verzamelde verhalen vormen één geheel. Pas aan het eind blijkt hoe de verhalen en de essays elkaar versterken. Hoe hun schrijver in beide genres op ambachtelijke en kunstzinnige wijze stelling neemt. Want Sjisjkin is heel stellig in zijn afkeer van het huidige bewind in zijn vaderland, maar kiest uiteindelijk voor en via de literatuur.
De kans is groot dat ik binnenkort weer een Rus ga lezen. De kans is groot dat die Rus niet Dostojevski, Gogol, Gontsjarov, Lermontov, Mandelstam, Toergenjev of Tolstoj heet, maar Sjisjkin.
De kalligrafieles
Michaïl Sjisjkin (vertaling: Gerard Cruys)
Amsterdam : Querido, 2016
ISBN 978-90-214-0486-8
Michaïl Sjisjkin treedt op tijdens Winternachten. Hij opent het festival op 19 januari met de Free the Word!-speech.
Leave a Reply