Vanmiddag nam Hester Knibbe afscheid als stadsdichter van Rotterdam. Zeventien gedichten leverde haar stadsdichterschap de stad op. Zeventien visitekaartjes, zoals de Rotterdamse wethouder van onder andere cultuur het verwoordde toen hij in het Bibliotheektheater afscheid nam van Hester Knibbe. Want poëzie hoeft volgens Hester Knibbe dan wel niets (maar mag en kan van alles), de stad heeft haar voordeel gedaan met de wijze waarop Hester Knibbe wat zij zag onder woorden bracht. Ze schuwde de heikele onderwerpen – zoals het asielzoekerscentrum Beverwaard of het zorgdebat – niet.
‘Zij verstaat de kunst om het rauwe en alledaagse van de stad van een magische kant te voorzien. Haar gedichten roepen een bijzonder beeld van de stad op. Het zijn poorten naar nieuwe, verrassende inzichten, naar “de ander”,’ zo formuleert burgemeester Aboutaleb het in het voorwoord van het boekje waarin de stadsgedichten gebundeld zijn.
Haar afscheidsgedicht had een schijnbaar luchtig onderwerp. Zij stelde voor om in navolging de verkiezing van een Vogel des Vaderlands (de grutto) een stadsvogel te kiezen. Haar voorstel: het waterweghoen.
Stadsvogel van Rotterdam: het waterweghoen
Hij is nogal zeldzaam, het waterweghoen.
Schuw dier, vleugels gifgroen, wit over rug
en kont, Feyenoordrode bles op de kop.
Als hij zijn bleuheid verliest, uit rietkraag kruipt
op oever klimt, met Excelsior zwartrode snavel
naar voedsel pikt, zich op bedachtzame tenen
achter zijn ja-bewegende kop aan spoedt
laat hij mensheid zijn schoonheid zien in een stad
die eerbiedig haar waterweg looft – O Melk Honing Brood –
Of de Spartaroodwit-gepote al baltst en broedt? Nog niet.
Hester Knibbe was de vijfde Rotterdamse stadsdichter. De Woordansers (2007-2008), Jana Beranová (2009-2010), Ester Naomi Perquin (2011 – 2012) en Daniël Dee (2013 – 2014) gingen haar voor.
Derek Otte volgt haar op. Derek Otte is van plan om ‘op visite’ te gaan bij Rotterdammers op beide oevers van de (nieuwe) Maas/Waterweg. Maar hij wil meer: ‘Als stadsdichter wil ik de aandacht voor poëzie en spoken word in de stad vergroten. Ook wil ik zorgen voor samenwerkingen en ontmoetingen tussen de gevestigde en de nieuwe(re) partijen in de stad. Èn meer woordkunst in de openbare ruimte!’
Zijn eerste stadsgedicht ging over voetbal en de stad. Dat kleurde zijn gedicht net zo groen, wit en rood als dat van Hester Knibbe.
Leave a Reply