Vroeg ik mij vorige week nog af hoe Halleluja van Annelies Verbeke te lezen, inmiddels ben ik begonnen. Op basis van wat Annelies Verbeke over haar verhalenbundel vertelde, kreeg het boek voor mij vorm.
Ik stelde mij het centrale verhaal (De beer) voor als de steen die al dan niet spreekwoordelijk in een vijver geworpen wordt. De andere verhalen zag ik als rimpelingen in die vijver.
Met dat beeld voor ogen koos ik de de tweede van de door mij gesuggereerde opties als leesstrategie, en las tot nu toe de verhalen Huilbaby (het eerste verhaal), Daar zijn ze (het vijftiende), Start (het tweede) en Emeritus (het veertiende). Inmiddels ben ik halverwege Voorbeelden van verdriet (het derde verhaal) en begint Halleluja van vorm te veranderen.
Het lijkt alsof Annelies Verbeke naast het spiegelen van de verhalen nog een extra ordenend principe hanteert, namelijk de trap des levens. Als dat zo is dan zou dat betekenen dat de personages in het eerste deel van de bundel met het ouder worden stijgen op de levensladder, dat het belangrijkste personage in De beer op de hoogste trede staat en dat het daarna alleen maar minder wordt.
In dat geval komt Halleluja waarschijnlijk beter tot zijn recht als het van voor naar achter – optie 1 – gelezen wordt. Dat overweeg ik dus nu, maar ik beslis pas als ik Voorbeelden van verdriet ook Wilde dieren (het dertiende verhaal) gelezen heb.
Leave a Reply