HANTA

Literatuur en meer

  • Home
  • Over Hanta
  • Contact
  • Privacy statement
  • Columns
  • Recensies
  • Beschouwingen
  • Blog
  • Meer
    • Liliane leest
    • Kettinglezen & rijgschrijven
    • Mediamoment
    • Sportzomers en -winters!
    • Zomergasten
    • Thuisblijfreizen
    • Bouke’s blues
    • Proza
    • Poëzie
You are here: Home / blog / Jane Bowles door Truman Capote vermomd als personage

Jane Bowles door Truman Capote vermomd als personage

22/03/2017 by Liliane Waanders Leave a Comment

Hoewel Truman Capote het personage Mary O’Meaghan in het verhaal Among the Paths to Eden eigenschappen van Jane Bowles meegaf – dat weet ik sinds ik zijn introductie op My Sister’s Hand in Mine: the Collected Works of Jane Bowles las:

Years afterward I wrote a story called Among the Paths to Eden, without realizing it, I attributed to the heroine several of Jane Bowles’characteristics: the stiff-legged limp, her spectacles, her brilliant and poignant abilities as a mimic (“She waited, as though listening for music to cue her, ‘Don’t ever leave, now that you’re here! Here is where you belong. Everhything seems so right when you’re near, When you’re away it’s all wrong.’ And Mr. Belli was shocked, for what he was hearing was exactly Helen Morgan’s voice, and the voice, with its vulnerable sweetness, refinement, its tender quaver toppling high notes, seemed not to be borrowed, but Mary O’Meaghan’s own, a natural expression of some secluded identity”). I did not have Mrs. Bowles in mind when I invented Mary O’Meaghan – a character she in no essential way resembles; but it is a measure of the potent impression Jane has always made on me that some fragment of her should emerge in this manner.

kwam het er tot nu toe nooit van om dat verhaal te lezen. Terwijl ik toch een tijd had dat ik alles dat met Jane Bowles te maken had, verslond. Dat verslinden is voorbij, maar leven en werk van Jane Bowles fascineren mij nog steeds, en haar Twee dames die het leven ernstig nemen zou ik een Schwob-revival gunnen.

Truman Capote en Jane Bowles. Ze kenden elkaar. Ze verstonden elkaar. Het waren excentriekelingen, en ook in literair opzicht zielsverwanten. De setting van hun verhalen en het karakter van hun personages neigen naar het wonderlijke.
Dat Truman Capote Mary O’Meaghan onbewust trekken van Jane Bowles meegaf, verbaast mij niet. Zij past wel in zijn personageprofiel. Maar hij zou haar nooit te kijk zetten.

Among the Paths to Eden maakt deel uit van The Complete Stories of Truman Capote en is onder de titel Tussen de paden naar het paradijs opgenomen in Alle verhalen. Harry Pallemans vertaalde het.

Tussen de paden naar het paradijs speelt zich af op een begraafplaats. Mr. Ivor Belli bezoekt er het graf van zijn vrouw Sarah, met wie hij zevenentwintig jaar niet geheel naar tevredenheid getrouwd is geweest. Hij loopt er Mary O’Meaghan – zij draagt haar hart op haar tong – tegen het lijf, die onmiddellijk toenadering begint te zoeken. Haar pinda’s komen haar goed van pas, haar imitatie van Helen Morgan is haar grootste troef. Mr. Belli – wat hij denkt, komt altijd niet overeen met wat hij zegt – overweegt even op haar avances in te gaan, maar weerstaat uiteindelijk dat wat nooit een echte verleiding was. Zij zal haar pijlen op een ander moeten richten, wil zij doen wat iedereen haar na de dood van haar vader aanraadt: trouwen. En dat – dat op een ander richten van haar pijlen – doet ze, nog voordat Ivor Belli uit beeld verdwenen is.

Hoewel Truman Capote dat beter kon beoordelen, denk ook ik niet dat Jane Bowles op Mary O’Meaghan leek. Haar eigenaardigheden kwamen hem voor Mary O’Meaghan goed van pas. Maar had ik niet geweten dat hij zijn personage trekken van haar meegegeven had, dan was me dat tijdens het lezen van Tussen de paden naar het paradijs waarschijnlijk niet opgevallen.

Zeg nou zelf:

‘Als kind moest ze blond zijn geweest, aan haar algehele teint te zien: de frisse glans van haar Scandinavische huid, haar bolle wangen met de gezonde boerenblos en het blauw van haar vriendelijke ogen – zulke oprechte ogen, aantrekkelijk ondanks de dunne zilverkleurige rondjes van haar bril eromheen; maar het haar, wat ervan te zien was onder een vaalbruine vilthoed, bestond uit pover gepermanente krulletjes van een onbestemde tint. Ze was iets langer dan Mr. Belli, die 1 meter 73 was met behulp van  extra dikke schoenzolen, en vermoedelijk woog ze meer; hij kon zich in elk geval niet voorstellen dat ze al te geestdriftig op de weegschaal ging staan. Haar handen: keukenhanden; en de nagels; niet alleen afgekloven, maar ook voorzien van een eigenaardig fosforescerende, parelkleurige lak. Ze droeg een effen bruine jas en had een effen zwart tasje in haar hand. Toen de observator van deze componenten ze weer samenvoegde, bleken ze een persoon te vormen die er alleszins aanvaardbaar uitzag en hem wel aanstond; de nagellak was een domper, maar hij had wel het gevoel dat dit iemand was die je kon vertrouwen’

(vertaling: Harry Pallemans)

veel meer dan een slepend been heeft Mary O’Meaghan niet weg van Jane Bowles (terwijl Maureen Stapleton in de verfilming van het verhaal weer wel op Jane Bowles lijkt).

Wat deze compositietekening wel laat zien is dat Truman Capote ook in dit verhaal veel oog heeft voor het wezen van zijn personages. Ook als dat wezen de buitenkant is.

Misschien ook interessant:

  1. Dankzij Philip Seymour Hoffman begon ik eindelijk in ‘In koelen bloede’ van Truman Capote
  2. Jane Bowles: voor mij zeker geen vergeten schrijver
  3. Woorden over het net tikken
  4. Jean Rhys en haar drie Hollandse Jannen

Filed Under: blog Tagged With: Alle verhalen, Among the Paths to Eden, Jane Bowles, My sister’s hand in mine: the collected stories of Jane Bowles, The Complete Stories of Truman Capote, Truman Capote, Tussen de paden naar het paradijs

Leave a Reply Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Zoeken

  • Facebook
  • RSS
  • Twitter

Nieuwste berichten

  • Raoul de Jong boegbeeld Boekenweek, maar zijn werk wordt in hokjes gestopt
  • Rascha Peper: nu is ze er echt niet meer
  • Literatuur: het belang van representatie
  • Een kwestie: Roald Dahl aan de literaire schandpaal
  • Vragen naar de bekende weg: over het Kinderboekenweekgedicht van Pim Lammers

Spotlight

Auteurs

  • Liliane Waanders

Meest gelezen deze week

Tags

Adriaan van Dis Arnon Grunberg beeldende kunst boek boeken boekenweek Cees Nooteboom column De wereld draait door dood dwdd film fotografie gedicht Ilja Leonard Pfeijffer Jan Brokken journalistiek K.Schippers kunst lezen literatuur Louise O. Fresco Marguerite Duras muziek Oek de Jong Olympische Spelen Poetry International poëzie recensie roman Rotterdam schrijven sportzomer sportzomer 2012 sportzomer 2013 sportzomer 2014 stoïcijn tennissen Tour de France vertalen Virginia Woolf voetballen wielrennen William Shakespeare zomergasten

Zoeken

Volg Hanta

  • Facebook
  • RSS
  • Twitter

Hoofdmenu

  • Home
  • Over Hanta
  • Columns en beschouwingen
  • Recensies
  • Beschouwingen
  • Meer
  • Contact
  • Privacy statement

Rubrieken

  • Liliane leest
  • Kettinglezen & rijgschrijven
  • Mediamoment
  • Sportzomers en -winters!
  • Zomergasten
  • Thuisblijfreizen
  • Bouke’s blues
  • Proza
  • Poëzie

Net binnen

  • Raoul de Jong boegbeeld Boekenweek, maar zijn werk wordt in hokjes gestopt
  • Rascha Peper: nu is ze er echt niet meer
  • Literatuur: het belang van representatie

Archief

Auteurs

  • Liliane Waanders

Copyright © 2023 · News Pro Theme on Genesis Framework · WordPress · Log in

Hanta gebruikt cookies. Omdat een blog runnen zonder nou eenmaal niet kan. Wilt u geen cookies, zie dan de instructies hier: Meer over cookies Ok, ik snap het
Privacy & Cookies
Necessary Always Enabled