Connie en Eva
Matthijs van Nieuwkerk wilde na het lezen van het Boekenweekessay van Connie Palmen weten of De zonde van de vrouw een verkapt zelfportret is. De vraag die ik Connie Palmen – als ik de kans zou krijgen – zou willen stellen is: en hoe nu verder? Want ik lees De zonde van de vrouw als was het de opmaat naar een volgende roman. De beschrijving in kort bestek van de levens van Marilyn Monroe, Marguerite Duras, Jane Bowles en Patricia Highsmith dient – denk ik – een hoger doel dan alleen het zijn van een gelegenheidsessay. Daarvoor zijn de biografische portretten te schetsmatig, en de link met het thema van de Boekenweek te geforceerd.
‘In de beschrijvingen van hun levens probeer ik een verklaring te vinden voor hun zelfdestructieve gedrag’, schrijft Connie Palmen in de ‘Handleiding voor het lezen van De zonde van de vrouw’ die aan de beknopte levensbeschrijvingen van Monroe, Duras, Bowles en Highsmith voorafgaat. Connie Palmen vraagt zich af of wat de vier vrouwen gemeen hebben – ‘het vroege verlies of het ontbreken van de vader, de complexe verhouding met de moeder, de keuze voor een andere naam om daarmee het publieke domein te betreden’ – bepalend is geweest voor dé keuze die zij in hun leven maakte: ‘De vrouwen kiezen vrijwillig voor de verbanning uit een voorgeschreven, huiselijk bestaan en uit een vertrouwd land, en ze straffen zichzelf door de trage vernietiging van hun leven met alcohol of drugs, of door zelfmoord te plegen.’
Dat maken van een keuze hebben de vier vrouwen met Eva gemeen, die ook over genoeg verbeelding – keuzes kun je volgens Connie Palmen alleen maken als ‘je voldoende verbeeldingskracht bezit om je het goede en het kwade voor te stellen, en ook de mogelijke straf die volgt op het overtreden van een verbod’ – beschikte om de wet van de Vader te schenden. Het eten van de appel komt haar (en Adam die met Eva mee-eet) op verbanning uit het paradijs te staan.
Eva kon de consequenties van haar keuze niet overzien. Voor Marilyn Monroe, Marguerite Duras, Jan Bowles en Patricia Highsmith lag dat anders. Hun ‘besluit’ om zich te onttrekken aan een leven zoals dat voor vrouwen van hun generatie voorbestemd was – huisje, boompje, beestje – diende een doel: scheppen. Scheppen en creëren in plaats van zorgen voor nageslacht. Zelfs zelfbehoud was van ondergeschikt belang.
Wat Connie Palmen in haar interpretaties van de levens van de vier constateert, is: het imago biedt onvoldoende bescherming. Buiten de schijnwerpers blijven Monroe, Duras, Bowles en Highsmith wie ze van oorsprong waren (althans in hun eigen ogen). En met wie zij zonder professie en publiek zijn, kunnen de vier niet of nauwelijks uit de voeten. Vandaar de zelfdestructie, in de vorm van verslaving en/of zelfdoding.
Tot zover de overeenkomsten. Wie inzoomt op de levens van Marilyn Monroe, Marguerite Duras, Jane Bowles en Patricia Highsmith kan niet anders dan constateren dat de verschillen uiteindelijk groter zijn dan de overeenkomsten. Daarvoor is in De zonde van de vrouw niet voldoende ruimte. En dat is bovendien niet de bedoeling. Connie Palmen is geen biograaf. Het gaat haar niet om de complete levens van deze vier vrouwen.
Hun levens bieden Connie Palmen de kans ‘haar’ thema’s nader te onderzoeken: roem (Marilyn Monroe – in de ogen van Connie Palmen de meest iconische vrouw ooit: Palmen opende de aan Monroe gewijde tentoonstelling in de Nieuwe Kerk met een tekst die de basis vormt van het essay in De zonde van de vrouw); imago (Marguerite Duras), originaliteit (Jane Bowles) en verslaving (Patricia Highsmith).
In Het geluk van de eenzaamheid – Palmens poëtica – benadrukte Connie Palmen al dat afzondering een voorwaarde is voor haar schrijverschap. Niet voor niets liet ze familie, taal en land achter om elders opnieuw te beginnen. Ze migreerde en werd buitenstaander. Zij – en met haar haar schrijverschap – gedijt op de eenzaamheid die het gevolg is van haar keuze.
Dat is wat zij gemeen heeft met de vier vrouwen die zij in De zonde van de vrouw opvoert. Zoals ook dit: ‘De mateloosheid, de verspilling, de genotzucht, het gevaarlijke leven en de dood trekken aan vrouwen met verbeelding. De vreugde van het bestaan kan alleen gevierd worden in onmatigheid’ op haar van toepassing lijkt.
Terwijl Connie Palmen zich niet kan beroepen op ‘het vroege verlies of het ontbreken van de vader, de complexe verhouding met de moeder, de keuze voor een andere naam om daarmee het publieke domein te betreden’.
Van alle vrouwen in De zonde van de vrouw lijkt Connie Palmen misschien wel het meest op Eva. Eva, die er vanwege het thema van de Boekenweek – Verboden vruchten – aanvankelijk met de haren bijgesleept leek in De zonde van de vrouw.
Daarom denk ik dat De zonde van de vrouw onderdeel is van het onderzoek voor een nieuwe roman. Een roman over het verlies van onschuld. Over het wel en niet toegeven aan verleidingen.
De zonde van de vrouw
Connie Palmen
Amsterdam : CPNB, 2017
ISBN 978-90-596-5412-9
Leave a Reply