Als Alfred Birney inderdaad daags nadat hij de Libris Literatuur Prijs won naar zee fietste om op het strand een gat in de lucht te springen – zoals hij maandag tijdens zijn dankwoord toen hij zich verontschuldigde voor zijn misschien niet van zijn gezicht spattende enthousiasme beloofde – dan heeft hij in elk geval langer van de aan hem toegekende prijs kunnen genieten dan Jacob van Herwijnen van de Sebriko Literatuurprijs.
Jacob van Herwijnen haalt de volgende ochtend namelijk niet. Hij wordt vlak nadat hij het Amstel Hotel heeft verlaten vermoord. De volgende ochtend ziet een voorbijganger zijn lichaam drijven in de Amstel.
Het is aan inspecteur Mudde de zaak die een moord blijkt te zijn op te lossen.
Dat ‘de literatuur’ voor inspecteur Mudde onbekend terrein is, geeft Robbert Welagen een alibi om het in Nachtwandeling behalve over moord en doodslag uitgebreid over het literaire bedrijf te hebben. Want natuurlijk is Nachtwandeling niet alleen maar een ‘literaire thriller’ (of eigenlijk: een politieroman). Dat zou voor Robbert Welagen te eenvoudig zijn.
Het is namelijk niet de eerste keer dat Robbert Welagen een roman gebruikt om het wezen van de literatuur te onderzoeken, met Het verdwijnen van Robbert – over een schrijver die na het verschijnen van zijn debuut niets liever wil dan verdwijnen – als meest letterlijke voorbeeld.
Inherent aan het spel dat Robbert Welagen in Nachtwandeling speelt, is dat inspecteur Mudde zich moet kunnen meten met collega’s. Niet met collega’s van vlees en bloed, maar met collega’s die liefhebber van een genre zouden kunnen kennen. Simon Mudde heeft wat dat betreft illustere collega’s genoeg.
Leave a Reply