Eerst waren het alleen maar namen: Roberto Amato, Mischa Andriessen, Hannah van Binsbergen, Dumitri Drudu, Zang Di, Mária Ferenčuhová, Stefan Hertmans, Ishion Hutchinson, Mookie Katigbak-Lacuesta, Anna Kawala, John Kinsella, Harry Man, Marianne Morris, Cees Nooteboom, Michael Palmer, Margarida Vale de Gato, Jan Wagner, Gozo Yoshimazu, Mae Yway, Zhu Zhu. Namen, en de meeste nog onbekend ook.
Inmiddels hebben de twintig festivaldichters die tijdens Poetry International 2017 optreden bijna allemaal een gezicht en een stem gekregen. Daar is de opening goed voor. Het gaat mij op die avond niet eens zozeer om wat de dichters precies zeggen, al lees ik mee en zie ik dat het voor de vertalers soms hard werken moet zijn geweest.
Tijdens de opening kijk en luister ik vooral naar hoe ze het doen, het lezen van woorden die ze al eerder – kort of lang geleden – op papier zetten. Dat wil niet zeggen dat de dichter een performer moet zijn om in de smaak te vallen. Soms is het alleen een oogopslag. Of de manier waarop de dichter zijn handen houdt. Anderen hebben hun taal of hun stem mee. Ik weet het ook niet precies.
In elk geval ben ik na gisteren benieuwd geworden naar Ishion Hutchinson, John Kinsella, Harry Man en Anna Kawala en wil ik me laten verrassen door Gozo Yoshimasu en Margarida Vale de Gato. Ik ga een route uitstippelen die vier dagen duurt. Een route die omwegen en uitstapjes toelaat.
Leave a Reply