Derek Otte schoof aan tijdens het Poëziecafé van Poetry om Zogezegd, het woord in Rotterdam, de korte film die hij samen met 22 andere spoken word artiesten maakte (hier de teaser) ten doop te houden. Derek Otte is de stadsdichter van Rotterdam (hier zijn gedichten) en heeft zich ten doel gesteld om de high brow en de urban dichters in 010 te verbinden. Een missie die volgens hem grote kans van slagen heeft, want ‘we zijn familie’.
Maud Vanhauwaert – samen met Thomas Möhlmann ontvangt zij dagelijks de gasten in het Poëziecafé – maakte van de gelegenheid gebruikt om Derek Otte naar zijn eerste ervaringen als stadsdichter te vragen. Ze gaf een voorzet: of hij zich net als Vlaamse collega-stadsdichter aan allerlei regels moet houden.
Zijn antwoord begon onschuldig: hij zei blij te zijn dat mei voorbij is. Dodenherdenking en bombardementen inspireerden tot drie stadgedichten, maar zwaar was het wel. Toen hij de voorwaarden opsomde – zes gedichten per jaar en geen partijpolitieke standpunten uitdragen – was er ook nog niets aan de hand. Maar toen kwam het: ‘Ik krijg steeds vaker te horen dat ik op de vorm moet letten en dat het wat korter mag.’
Zei hij dat echt? Hoorde ik dat goed? Maar ze wisten toch dat ze met Derek Otte een sprekenaar en schrijvenaar in huis haalden, en geen traditionele dichter.
Leave a Reply