Dat zijn vrouw en dochter hem vergezellen zal voor Roberto Amato een hele troost zijn. Hij heeft het niet zo op reizen. Tegen eenmaal ergens zijn, heeft hij geen bezwaar, maar voordat het zover is… Wat daar allemaal bij komt kijken.
Het is zijn eerste buitenlandse reis als dichter. Dat Poetry hem als laatbloeier wist te vinden, verbaast hem net zoals het hem verbaasde dat er uiteindelijk iemand was die zijn gedichten wilde publiceren.
Vijftig was hij toen hij debuteerde, terwijl hij toch al zijn hele leven schrijft. De behoefte om te publiceren ontbrak doodgewoon.
Niets van wat hij voor zijn vijftigste schreef, vond hij interessant genoeg om alsnog uit te geven.
Vragen over de reden van zijn late debuut wimpelt hij af. Hij maakt zich ervan af met ‘Eigenlijk vind ik dat je niet voor je vijftigste en niet na je vierenzestigste moet dichten.’
En hoe oud ben je nu, vraagt zijn dochter die ook zijn tolk is – hij spreekt geen woord over de grens, tot nu toe was dat geen bezwaar – retorisch.
De indruk dat hij zich regelmatig verplaatst is een indruk. De gedichten die hij voorleest, komen uit vijf verschillende bundels. Hij schrijft altijd, alles in de slaapkamer.
Leave a Reply