Twee jaar geleden werd tijdens Poetry de dood van Rogi Wieg aangekondigd. Niet letterlijk, maar de film Rogi Wieg (1962 – ) maakte duidelijk dat zijn dood nabij was. Zij hoefde hem alleen nog maar gegund te worden. Rogi Wieg stierf op 15 juli 2015.
Zijn (aanstaande) dood maakte bij mensen in zijn directe omgeving en bij zijn collega’s het nodige los. Dat leverde onder andere poëzie op. Gedichten waarin verzoening te zoeken met zijn dood. Gedichten waarin hem postuum een hart onder de riem gestoken wordt. Gedichten om zijn gedichten in herinnering te houden.
De eerste gedichten kwamen spontaan, in plaats van de traditionele condoleancebrief, maar toen het Peter de Rijk, de redacteur van Rogi Wieg bij uitgever In de Knipscheer – bij In de Knipscheer zocht en vond Rogi Wieg in de laatste fase van zijn dichtersleven onderdak (daar deponeerde hij ook zijn afscheidsgedichten) – op enig moment begon te dagen dat de dood van Rogi liet niet alleen hem niet los liet, maar ook anderen bezighield, nodigde hij mensen uit een gedicht te schrijven voor wat In de kring van menselijke warmte: hommage aan Rogi Wieg werd.
In de kring van menselijke warmte: hommage aan Rogi Wieg is een bundel met ongeveer honderd confronterende gedichten, die allemaal alleen maar naar het getormenteerde leven van Rogi Wieg en naar die dood waar hij zelf steeds heviger naar verlangde te verwijzen.
Maar er blijkt ook lucht te zitten in de gedichten. Dat wordt duidelijk tijdens Hommage aan Rogi Wieg, het programma waarmee Poetry International de dode dichter eert, en gelegenheid geeft om de bundel ten doop te houden. Tien dichters maken hun opwachting en lezen voor. Eerst een gedicht van Rogi Wieg, daarna hun gedicht voor Rogi. Dan blijkt hoe verweven levens zijn. Hoe beelden doorgegeven worden.
Niet dat de bijeenkomst – waarbij ook Abys Kovács-Wieg en de ambassadeur van Hongarije aanwezig waren – een vrolijk feestje was, maar de dood drukte er minder dan in de bundel haar stempel op.
Ik was op de helft van In de kring van menselijke warmte: hommage aan Rogi Wieg – de titel is ontleend aan het gedicht dat F. Starik aan de bundel bijdroeg, die die regel tijdens een eenzame uitvaart optekende uit de mond van uitvaartleider ‘meneer Prins’ – toen ik naar Hommage aan Rogi Wieg ging. Behalve dat het goed is om te gedenken, hielp die hommage ook om die papieren hommage in het juiste daglicht te zien.
In plaats van honderd gedichten over dat leven en die dood klonken er honderd unieke stemmen. Kregen die dichter hun eigenheid weer terug. Stond elke herinnering op zichzelf en leken de gedichten minder voor een gelegenheid geschreven. Dat geldt voor de gedichten van de dichters die in brede kring naam maakten, dus waarom zou dat niet voor de kring van intimi gelden.
Jana Beranová was een van de eerste dichters die Rogi Wieg met een gedicht herdacht:
Requiem voor een dichter
Hij kon om zijn lichaam
alleen nog zijn badjas
verdragen, los omgeslagen
de pijn was groter dan zijn lijf
en moest er toch in kunnen.
Pijn kun je niet wegbijten.
Soms – denken we – wil je het
liever niet weten, dat getob van anderen,
je machteloze opbeuren/ wegkijken.
Tijd is als een nekschot, zei hij
maar het hielp niet, het hielp niet
totdat het schot echt viel.
Dag dichter, schilder, jazzmuzikant,
het leven deugt van geen kant
glipt met een list door je vingers
grist wat je lief is
uit je hand
en dit gedicht droeg Maarten Embrechts bij:
Gewicht
Je dood staat in een sprookje
neergeschreven Alles is verloren
behalve het gewicht Hoeveel kunnen
woorden wegen En hoe lang duurt een gedicht
De vogels hebben alle kruimels opgegeten
Je wil niet meer aan land
Alleen nog naar de wolken kijken op het strand
Ginds zijn alle tijden samen
En je mag alles vragen
Eindelijk
In de kring van menselijke warmte: hommage aan Rogi Wieg (1962 – 2015)
Samenstelling: Peter de Rijk
Haarlem : In de Knipscheer, 2017
ISBN 979-90-6265-952-4
Maarten Embrechts says
Er ontbreekt een woord aan mijn gedicht. Het moet zijn: Je wil niet meer aan land.