En weer grijp ik mis. Zit het boek dat ik zoek in een doos aan de andere kant van het land. Nu ik De middelste dag van het jaar van Maria Stahlie uit heb, wil ik haar Honderd deuren herlezen. Honderd deuren hoort bij De middelste dag van het jaar zoals Egidius bij De scheerjongen hoort. In Egidius komt Maria Stahlie terug op De scheerjongen; in De middelste dag van het jaar herneemt zij een deel van het verhaal dat ze in Honderd deuren vertelt.
Het is lang geleden dat ik Honderd deuren las. Eenentwintig jaar, om precies te zijn. Het verhaal staat me niet meer helemaal helder voor de geest, maar ik herken genoeg om al vrij snel nadat ik in de nieuwe roman van Maria Stahlie begonnen ben te vermoeden dat wat er in Honderd deuren geschiedde misschien wel zijn weerslag krijgt in De middelste dag van het jaar.
Ik heb Honderd deuren onthouden als een boek waarin doden en zielen stapsgewijs hun bestemming vinden – door Honderd deuren realiseerde ik mij dat ik mijn familie misschien niet op het kerkhof moet zoeken – maar ik herinner me niet genoeg om te zien hoe Maria Stahlie in De middelste dag van het jaar – waarin nabestaanden tijd van leven krijgen – precies voortborduurt op haar veel vroegere roman. Niet genoeg om nu al iets definitiefs over haar nieuwe roman te kunnen zeggen. Dat idee heb ik althans. En dus moet ik op zoek naar Honderd deuren.
Overigens verwijst Maria Stahlie nergens in De middelste dag van het jaar officieel naar Honderd deuren. Ze vindt schijnbaar dat haar lezers zelf maar op het idee van een mogelijke verwantschap moeten komen. Of dat deze nieuwe roman helemaal op eigen benen kan staan.
Leave a Reply