Deze week las ik de 124 dromen van Georges Perec die in De duistere winkel staan. Ik vroeg mij af hoe deze dromen literair te duiden? Want de dromen zijn woord geworden, en alleen al door het feit dat Georges Perec ze genoteerd en gestileerd heeft, onderdeel geworden van zijn oeuvre.
Maar wat kunnen de lezer en de literatuurwetenschapper er verder mee? Hoe betrouwbaar zijn deze dromen als bron? Is het materiaal dat bruikbaar is bij het nader analyseren van zijn leven en zijn werk? Vertaler Edu Borger annoteerde de dromen en uit zijn 119 noten en dan wordt duidelijk dat het leven Georges Perec in zijn slaap niet losliet. Maar hoe verhouden die verwijzingen naar de werkelijkheid tot de schavende en stilerende hand van de schrijver die bovendien ook wel eens iets wegliet?
Zelf zegt Perec namelijk ook iets over de dromen die hij genoteerd heeft:
‘(…)
Ik meende de dromen
die ik had te noteren; ik
realiseerde me dat ik al
gauw alleen nog maar
droomde om mijn dromen
op papier te zetten.
Wat kon ik van die al te ge-
droomde, te vaak herlezen,
te gestileerde dromen nog
anders verwachten dan ze
teksten te laten worden,
een bos teksten, als een of-
ferande neergelegd voor de
poorten van ‘de koninklijke
weg’ die ik nog moet door-
lopen – met open ogen?’
(vertaling: Edu Borger)
Georges Perec is goed in concepten. Dus waarom zouden zijn dromen geen concept zijn?
Eigenlijk moet De duistere winkel: 124 dromen op twee manieren tegen het licht gehouden worden:
1. Als literaire tekst: waarbij niet alleen de kwaliteit van de teksten beoordeeld, maar ook de positie van die teksten in het oeuvre vastgesteld moet worden;
2. Als secundaire tekst, opdat vastgesteld kan worden of op basis van deze dromen inzichten over leven en (het autobiografische karakter van het) werk bijgesteld moeten worden.
Psychologen zien vast dat ik een derde invalshoek vergeet:
3. Droomanalyse: waarbij het er niet alleen om gaat om geen enkele verborgen betekenis over het hoofd te zien, maar ook om de vraag of creativiteit van invloed is op beelden zoals die zich in dromen manifesteren.
Zover was ik toen ik Voorspellende dromen las, het tweede gedicht in de bundel Verder en verder van Lev Rubinstein. Lev Rubinstein droomt zoals Georges Perec zich herinnert: kort, krachtig en concreet.
Ik heb niet de minste behoefte om iets achter die dromen te zoeken. Zijn dromen zijn taal en cadans, soms onderbroken door rijm dat uit de toon valt.
(…: 1 t/m 25)
26. Ik droomde van een graf, daar lag hij in, geheel van slag… Er was een kaars in het vertrek,
die brandde als een gek.
27. Ik droomde dat hij op het zand voor eeuwig was geland. Wie zou die drukke
maatschappij doorgronden zoals hij? Dat ons de boodschap niet bereikt… Dat niets is
wat het lijkt… Nu is de beste man een geest die om de aarde zweeft…
Kom, wij gaan ook naar het gebied waar je geen zak meer ziet. Waarheen geen water
stromen wil, waar niets is dan gegil… Wij gaan, hier wil je niet meer zijn en daar, daar
schift het brein. Wij wilden leven volgens plan, maar ja, daar sta je dan…
(…: 28 t/m 33)
34. Ik droomde van vergetelheid, ik droomde van de balans, besloten in een blad. Ik wist dat
ik, terwijl het water stroomde, het voorjaar wederom verkwanseld had. De zin van het
bestaan en ons bewustzijn lag prikkelend op het puntje van mijn tong. Toen viel een lange
lichtstraal op het kussen en werd ik wakker…
35. Ik droomde dat de slaap ons toch van iets berooft, hoe heilzaam hij ook is. Toen werd ik
wakker…
36. Ik droomde van een uitdrukking ‘tussenhaakse muze’. Toen ik wakker werd lag ik nog
lang voor me uit te staren…
37. Ik droomde dat het navertellen van dromen die je je niet kunt herinneren ook een
bezigheid is. Toen ik wakker werd dacht ik: ‘Waarom niet?’
(…: 38 t/m 42)
(vertaling: Nina Targan Mouravi)
Ik kan me zijn dromen voorstellen, en dat is genoeg. Maar ik weet dan ook niets van Lev Rubinstein, behalve dat hij veel van zijn gedichten op cataloguskaartjes schreef en net als Georges Perec conceptueel kon denken en schrijven.
Daarom kan ik als ik Verder en verder uit heb iets over zijn poëzie en de indruk die zijn gedichten op mij maken schrijven, en wil ik voordat ik aan een stuk over De duistere kamer: 124 dromen begin eerst meer lezen. Meer van Georges Perec, maar ook wat David Bellos in zijn biografie Georges Perec: A Life in Words bijvoorbeeld over de dromen schrijft.
De duistere winkel: 124 dromen
Georges Perec (vertaling: Edu Borger)
Amsterdam : Arbeiderspers, 2017
ISBN 98=78-90-295-0755-4
Verder en verder
Lev Rubinstein (vertaling: Nina Targan Mouravi)
Amsterdam : Pegasus, 2017
ISBN 978-90-6143-406-1
Leave a Reply