Ik vind het nog niet eenvoudig om iets van Het tegenovergestelde van een mens van Lieke Marsman te vinden. Misschien zitten al de lovende kritieken – die ik niet gelezen heb, maar waarvan ik wel weet dat ze er zijn – in de weg. Het kan ook het etiket zijn dat me niet zint. Waarom benadrukken dat Het tegenovergestelde van een mens een roman is als proza een vlag is die de lading niet eens volledig dekt?
Voor mij hoeft iets niet vormvast te zijn of binnen kaders te passen om interessant en/of geslaagd te zijn. Ik houd van Jeanette Winterson, W.G. Sebald, Charlotte Mutsaers en Ali Smith, juist omdat ze genres mengen en verbinden.
Ik kan ook genoeg mooie zinnen in Het tegenovergestelde van een mens aanwijzen. Zinnen die mooi zijn, niet omdat ze mooi moeten zijn, maar omdat ze zo trefzeker verbeelden. Neem deze zinnen in een alinea waarin hoofdpersoon Ida uitlegt waarom zij, anders dan haar geliefde, niet van de zee houdt. Ze heeft er zelfs een uitgesproken hekel aan:
‘Natuurlijk, de zee bij zonsondergang is mooi, een tropisch eiland is mooi, maar strand en zee zijn daarnaast vooral plekken waar je nergens kunt schuilen. Waar de wind vrij spel heeft. Waar je botten drie jaar na je verdrinkingsdood op een kille herfstdag door een strandjuttende schoolklas gevonden worden tussen plastic zakken en drijfhout.’
Maar het gevoel dat nu overheerst – ik heb Het tegenovergestelde van een mens net uit – is dat de balans zoek is. De balans tussen liefdesgeschiedenis en maatschappijkritiek. De balans tussen Marsmans woorden en die van anderen, die ze citeert en parafraseert en waar ze aan refereert. De balans tussen de stem van de Ida die vol verwondering naar de wereld kijkt en de Ida die in theorie weet waar ze de mosterd moet halen.
Ik vind Lieke Marsman op haar best als ze Ida quasi-naïef en lichtelijk autistisch naar de wereld en naar zichzelf laat kijken en dan op eigenwijze ideeën laat komen:
‘Je voorstellen hoe het is om een ding te zijn, een groente, een komkommer – een ding dat weliswaar groeit, maar niet voelt, dat is het uiterste vragen van je empathisch vermogen.’
Had haar in die trant als amateur, en niet als professioneel aardwetenschapper, overtuigingen over klimaatverandering laten opperen. Zo groen als ze tot op zekere hoogte ook nog in de liefde is.
Dan was Het tegenovergestelde van een mens een totaal ander boek geworden, dat realiseer ik me terdege. En niet het boek dat Lieke Marsman heeft willen schrijven. Dus zit er niets anders op om me met Het tegenovergestelde van een mens te verzoenen. Of er definitief afstand van te nemen. Maar daarvoor vind ik de vragen die het boek bij mij oproept toch te fundamenteel. Daarvoor is wat Lieke Marsman probeert dan weer te interessant.
Dit geschreven hebbende, verdient Het tegenovergestelde van een mens het om onmiddellijk herlezen te worden.
Paul van de Wiel says
Heb je het al herlezen? Erg benieuwd naar je tweede relaas. Paul