Het waren er dit jaar zes meer dan vorig jaar: ik las in 2017 178 boeken van a tot z. Minder dan ik eigenlijk zou willen, en aan boeken die ik per se wilde lezen kwam ik ondanks dat niet toe. Dus wat zegt het dat ik ook aan het einde van dit jaar weer een balans opmaak. Maar ik doe het toch. Want er zijn boeken die me zijn bijgebleven en het verdienen nogmaals onder de aandacht gebracht te worden.
Poging tot uitputtende beschrijving van een plek in Parijs van Georges Perec bijvoorbeeld, in de vertaling van Kiki Coumans. Perec ging op drie opeenvolgende dagen in het najaar van 1974 zitten in diverse gelegenheden aan het Parijse Place Saint-Sulpice en noteerde wat hij zag. Wie en wat er voorbij kwam. Hij somt op, maar vraagt zich ook af en trekt conclusies.
Perec bevestigt dat ik (ook) een conceptueel lezer ben.
Poging tot uitputtende beschrijving van een plek in Parijs
Georges Perec (vertaling: Kiki Coumans)
Bleiswijk : Vleugels, 2017
ISBN 978-90-78627-31-9
De grootste gemene deler in Het fluïde tijdperk. Beeldende kunst, identiteit en ondernemen: overlevingsoefeningen is schrijver Atte Jongstra zelf. Want zijn poging de beweeglijkheid van het heden waarin wij gevangen zitten te verbeelden, te duiden en te lijf te gaan, mondt via veel zijwegen uit in een analyse die net zo goed de schrijver en zijn oeuvre zou kunnen betreffen.
Ondanks die zijwegen gaat Jongstra systematisch te werk. De mens in het algemeen en het zelf in het bijzonder, de wereld en de wederzijdse beïnvloeding maken allemaal onderdeel van deze verrassende en speelse verkenning van de werkelijkheid via de nodige beelden.
Het fluïde tijdperk. Beeldende kunst, identiteit en ondernemen: overlevingsoefeningen
Atte Jongstra
Amsterdam : Arbeiderspers, 2017
ISBN 978-90-295-1172-8
Ik las De bekentenis van de leeuwin van Mia Couto als een roman over het botsen van culturen en het afbrokkelen van tradities. Als leeuwen het op de inwoners van Kulumani gemunt hebben, is bescherming geboden. Er wordt zoals dat al generaties lang gaat een scherpschutter ‘ingevlogen’. In zijn kielzog komt een schrijver mee die verslag zal doen van de hele operatie.
Naarmate De bekentenis van een leeuwin vordert, blijft er van de mythologie en magie niet veel over. Dan blijken uitermate ‘moderne’, en voor een westerse lezer heel herkenbare, overwegingen leidend te zijn. Maar net als je denkt deze roman te doorgronden, blijkt het toch een parabel.
De bekentenis van de leeuwin
Mia Couto (vertaling: Harrie Lemmens)
Amsterdam : Querido, 2017
ISBN 978-90-214-0495-0
Wat had ik een spijt dat ik Next to Nothing van Paul Bowles na het uitvoerig bewonderd en bebladerd te hebben toch niet gekocht had. En wat was ik blij dat de boekverkoper bereid was het voor mij te bewaren.
Next to Nothing is een bibliofiel boekje. Er zijn er vijfhonderd van, en ze zijn allemaal vervaardigd in Nepal. Ik wist dat het bestond, maar hield er geen rekening mee dat ik het ooit in mijn handen zou houden. Laat staan dat ik het ooit zelf zou bezitten.
Next to Nothing is een gedicht. Paul Bowles schreef het voor zijn vrouw Jane. Als ik het lees hoor ik hem en vraag ik me af wat ze er van vond.
Toegift: Hoewel het niet mijn gewoonte is om in een ander boek te beginnen als het boek waarin ik bezig ben nog niet uit is, overkwam mij dat dit jaar toch een aantal keer. Ik ‘strandde’ om uiteenlopende redenen – maar niet omdat het tussen mij en een boek niet klikte, nou ja oké: één keer was dat wel de reden – in Eleonora en de liefde van Pim Wiersinga, Ons soort mensen van Juli Zeh, Femme fatale: liefde, leugens en het geheime leven van Mata Hari van Pat Shipman, Verder en verder van Lev Rubinstein, Reis naar het einde van António Lobo Antunes, De vrouw met het rode haar van Orhan Pamuk, De dagen van Leopold Mangelmann: een keuze uit de archieven van Arnon Grunberg en De vos van Dubravka Ugrešić.
Vanwege het nog niet helemaal uitlezen, mogen ze niet op het lijstje van indrukwekkende boeken 2017. António Lobo Antunes en Dubravka Ugrešić zouden daar anders zeker voor in aanmerking gekomen zijn. (Hier het stuk dat ik over die acht boeken en het eerste deel van De moord op Commendatore van Haruki Murakami schreef.)
Toegift 2: Voor Literair Nederland ga ik ook nog een eindejaarslijstje inleveren. Daarop staan vijf boeken waarin levens beschreven worden. Als ik daar De jaren van Virginia Woolf niet zou noemen, had ik hier zeker iets gezegd over deze roman uit 1937 waarvan dit jaar de eerste Nederlandse vertaling verscheen.
Leave a Reply