Sinds februari 2017 werkte Elbrich Fennema samen met Luk van Haute zo goed als onafgebroken aan de vertaling van de twee dikke delen van De moord op Commendatore van Haruki Murakami. De Nederlandse vertaling is na de Koreaanse de tweede die verschijnt. Tijdens het Murakami Weekend op het SS Rotterdam deden ze verslag van hun bezigheden en gaven ze inzicht in de moeilijkheden die bij het vertalen uit het Japans komen kijken.
Hoe moeilijk het ritme van de zinnen van Murakami over te zetten zijn naar het Nederlands legt Elbrich Fennema uit als Wilfried de Jong en Matthijs van Nieuwkerk de jazz die voorbijkomt in het werk van Murakami onder de loep nemen. Daarmee alle eventuele kritiek op de vertaling onmiddellijk van tafel vegend. Het Japans is grammaticaal nauwelijks met het Nederlands te vergelijken en de woordvolgorde is totaal anders. Dus overal moet een equivalent voor gevonden worden.
Hoe Elbrich Fennema haar rol als vertaler ziet, licht zij toe in haar inleiding op de film Dreaming Murakami, waarin regisseur Nitesh Anjaan Mette Holm, de Deense vertaler van Murakami, volgt, en laat zien hoe het vertalen van zijn oeuvre onderdeel van haar identiteit is geworden. ‘De brontekst is het muziekstuk en de vertaler is de uitvoerend musicus.’ Net als een musicus interpreteert een vertaler het stuk dat hem voorgelegd wordt. ‘Een vertaling is persoonsgebonden. Als vertaler kun je alleen verwoorden wat je snapt.’
Mocht Elbrich Fennema tijdens haar werk wel eens twijfelen of wanhopen, dan houdt ze zich vast aan haar opvatting dat een vertaler opereert tussen twee uitersten. Het ene uiterste houdt haar op de been: ‘We zijn allemaal mensen. Het moet dus mogelijk zijn om wat door een mens heen gaat over te dragen op een ander. Het andere – ‘kan de ene mens wel iets van een ander mens begrijpen, zelfs als ze dezelfde taal spreken?’ – zet de beproevingen van een vertaler in een breder perspectief.
In haar inleiding haalt ze de schrijver John Le Carré aan, zelf ook beheerser van een tweede taal. In een interview noemde hij vertalen een act of commitment. Wie een tweede taal leert, verwerft er volgens hem een ziel bij. Met dat laatste is Elbrich Fennema het niet per definitie eens: ‘Ik vind het griezelig om taal, ziel en identiteit aan elkaar te koppelen.’ Ze houdt het er op dat er altijd iets verloren gaat in een vertaling, maar dat vertalers ook iets ontsluiten dat anders voor grote groepen lezers ontoegankelijk zou zijn gebleven.
Aan het einde van de slotdag van het Murakami Weekend schuift Elbrich Fennema samen met Luk van Haute aan bij Pieter van der Wielen om over het in korte tijd vertalen van een zo dik boek te praten. Luk van Haute legt nog maar eens uit dat iedereen die denkt dat Haruki Murakami, omdat er in zijn werk veel spaghetti gegeten wordt en naar popmuziek geluisterd wordt, een on-Japanse schrijver is het mis heeft. Japan is al heel lang geen geïsoleerd land meer dat alles wat westers is weert. Er wordt in veel meer romans spaghetti gegeten, en naar The Beatles luisteren niet alleen mannen van rond de veertig die als personage in een Murakami-roman beland zijn. Wel neemt Murakami volgens Elbrich Fennema in de Japanse literatuur een bijzondere plaats in. ‘Niemand schrijft zoals hij.’ ‘Hij heeft zijn eigen universum’, zo formuleerde zij het eerder, tijdens een gesprek met Gijs Groenteman.
Het is het publiek dan al duidelijk dat vertalen uit het Japans een taal-technisch hoogstandje is. Omdat Luk van Haute en Elbrich Fennema het zonder een woordenboek Japans-Nederlands moeten stellen. Maar vooral omdat zo dat er woordenboek er al zou zijn dat opzoeken op zich al een hele kunst is. De kunst van streepjes tellen en gecombineerde karakters herkennen en ontleden.
Op haar blog gaat Elbrich Fennema in op de uitdagingen die horen bij het vertalen van Haruki Murakami.
Dreaming Murakami – Trailer UK subs from Final Cut for Real on Vimeo.
Cornelis van Gils says
Hoewel ik besef dat het vertalen uit het Japans en zeker van Murakami geen sinecure is, stoort me het herhaaldelijk gebruik van “ergens” als lelijk tussenwerpsel. Bv blz 80 “Tot mijn verbazing deden die westerse werken uit zijn jonge jaren me ergens denken aan mijn vroegere “abstracte schilderijen”.”
Dan genieten de vertalingen van Jacques Westerhoven verre mijn voorkeur.