Als we het die avond wat meer over literatuur hadden gehad, zou Louise O. Fresco vast en zeker ook aan haar publiek hebben laten weten dat ze die dag met haar uitgever overeengekomen was dat er een ‘vervolg’ zou komen op De kosmopolieten (2003) en De utopisten (2007).
Dat het die dag de dertigste van oktober was, wist ik nog omdat 30 oktober de verjaardag was van Vera Malach-Mendez. De radicale Vera Malach-Mendez die omkomt bij een overval op een medische hulppost die zich in een betwist grensgebied bevindt. De Vera Malach-Mendez die in De kosmopolieten door haar man Bruno gezocht wordt. Het jaar moest ik opzoeken: 2013.
Het ging die avond echter nauwelijks over literatuur. Het publiek kwam niet voor de schrijfster Louise Fresco, maar voor de landbouw- en voedseldeskundige. Hamburgers in het paradijs: voedsel in tijden van schaarste en overvloed was net uit. Monsanto was negatief in het nieuws. De opnames van Fresco’s Paradijs waren net achter de rug. Ik was en bleef die avond de enige die wist dat Louise Fresco van plan was een nieuwe roman te schrijven.
Het beloofde derde deel van het drieluik liet even op zich wachten, maar inmiddels is De idealisten er. Net als in De kosmopolieten en De utopisten gaat deze roman over engagement. Over verantwoordelijkheid voelen voor de wereld. Over drijfveren, toeval versus lot en het tegen grenzen en andere beperkingen aanlopen. Dit keer zijn het een arts, een geestelijke, een gehandicapte en een militair aan wie Louise Fresco delen van haar gedachtegoed kwijt kan.
Over haar drijfveren heeft Louise O. Fresco zich al vaak uitgesproken. Steeds valt daarbij ‘Biafra’, een woord dat voor altijd geassocieerd zal blijven met honger. ‘Biafra’ was voor Louise Fresco het moment om een fundamentele keuze te maken. ‘Biafra’ is dit jaar vijftig jaar geleden. In een column – Het dilemma tussen ingrijpen en helpen – keek Louise Fresco recent op die oorlog/dat conflict terug. Het zal geen toeval zijn dat De idealisten juist nu verschijnt.
In Een dia, de bijdrage van Louise Fresco aan Titaantjes waren we: schrijvers schrijven zichzelf heeft ze het niet over Biafra, maar wordt wel een beslissend moment in het leven van het jongere zelf van de schrijfster beschreven:
‘Je staart, voor het eerst aandachtig, naar het scherm, naar de dia die alles anders maakt. Een bocht in een bruine rivier, zo breed dat de overkant niet meer is dan een smalle, witgrijze veeg. Een egale lucht die aarzelt tussen grijs en stoffig blauw. Op de voorgrond glanzende modder met afdrukken van talloze blote voeten, een achteloos neergeworpen omslagdoek, een langwerpige rieten korf, en aan de rand, half afgesneden, een ineengedoken gestalte. In het bruine olieachtige water drijven twee eilandjes van waterhyacinten, het ene, grotere, dicht bij de oever, het andere op enige afstand. Op het eerste gezicht lijkt er op de dia niets opmerkelijks te zien, maar juist de leegte dwingt je beter te kijken. En dan zie je het, tussen de lila bloemen: een auberginekleurige dubbele, bolle vorm die half boven water drijft. Het is het lichaam van een kind, een gezwollen buik en een te groot hoofd met een gesloten oog. Het andere oog, vermoed je, ligt onder de waterlijn. Er valt een dunne streng zwart haar over het voorhoofd. De mensen daar, zegt Herr P, begraven hun doden niet, maar werpen ze in de rivier. Dat is makkelijker dan een graf graven. En er gaan daar veel kinderen dood, dus het zou ook te veel werk zijn, voor die ondervoede mensen, om al die graven te spitten in de klei.
Ze beweren dat een beeld meer zegt dan duizend woorden. Maar dat is niet zo. Een plaatje is niet scherper dan een woord. Het is niet dat je ineens beseft dat alles in je leven verandert. Je bergt het beeld op in jezelf. Juist de karigheid, de bijna-onzichtbaarheid van wat je hebt gezien, maakt dat je er niet over wilt spreken. Misschien is dit waarop je wacht, een teken. Je weet dat je daar ooit heen zult reizen, naar Benares of Bihar of waar dan ook. Ze zullen je uitlachen. Je woont in een land waar kinderen niet doodgaan en doden niet in een rivier belanden, maar die vanzelfsprekendheid betekent niets, het is slechts toeval.’
Toeval. Dat woord valt in De idealisten vaak. En niet alleen in De idealisten. Toeval is een woord dat Louise Fresco weloverwogen gebruikt. Het maakt een wezenlijk onderdeel uit van haar wereldbeeld. Of althans, van het wereldbeeld van haar personages.
Leave a Reply