Toen ik Annelies Verbeke interviewde had ze nog niet zo veel geschreven en was haar verhalenbundel Groener gras net uit. In een van die verhalen in die bundel staat een zin van maar een paar woorden, die het hele verhaal maar vooral de sympathie doet kantelen. Die zin maakte indruk. Tijdens het interview complimenteerde ik haar met die zin. Waarop ze meteen heel ruiterlijk toegaf dat die zin daar stond dankzij haar redacteur. Die zin was niet haar verdienste.
Gisteren zat die redacteur tijdens de uitreiking van de J.M.A. Biesheuvelprijs op het podium om voor het genomineerde Halleluja te pleiten. Hij deed dat heel adequaat.
Op enig moment tijdens het gesprek wilde moderator Daan Windhorst weten of hij wel eens jaloers is op Annelies Verbeke. ‘Ik ben niet jaloers’, antwoordde Ad van den Kieboom, ‘jaloers zijn, suggereert dat je iets kunt dat een ander beter kan. Ik ben niet jaloers, maar ik benijd dat talent wel.’
Toen hij dat zei moest ik weer aan dat gesprek denken. Dat gesprek waarin Annelies Verbeke haar redacteur credits gaf.
Niet lang nadat Ad van den Kieboom zei het talent van Annelies Verbeke te benijden, maakte juryvoorzitter Sanneke van Hassel bekend dat de vierde J.M.A. Biesheuvelprijs Annelies Verbeke toekomt voor haar verhalenbundel Halleluja.
Van die bundel vindt de jury onder andere dit:
‘Halleluja is een doorwrochte bundel vol prachtige zinnen, sterke vondsten, geloofwaardige eigenaardigheden en personages om in je hart te sluiten – en soms ver van je vandaan te houden.’
Leave a Reply