In The London Scene portretteert Virginia Woolf Londen. In zes relatief korte essays dringt ze door tot de kern van de stad en haar inwoners. Dat zal wie wel eens – en bij voorkeur vaker – in Londen was beamen. Terwijl er toch heel wat tijd verstreken is sinds Virginia Woolf haar stukken schreef.
Tot vorige week kon ik over één van die zes essays – The Docks of London – niet meepraten. Ik was nog nooit in het havengebied van Londen geweest. Nu wel, al meanderde ik niet zoals Virginia Woolf stroomopwaarts over de Thames vanaf the Docks naar het centrum. Ik reisde weliswaar in dezelfde richting, maar met de Docklands Light Railway. Die bracht me van het vliegveld naar de stad (waarna ik ondergronds mijn bestemming bereikte).
Onderweg zag ik weliswaar nog de resten van de wanorde die Virginia Woolf er aantrof,
‘Wanneer je opeens, na hectaren en nog eens hectaren van zulke woestenij [‘skeletbouw van kranen en pakhuizen, steigers en gashouders’, lw], langs een oud stenen huis gevaren komt dat op een echt stukje grond staat, met echte in groepjes groeiende bomen, dan raak je even van de wijs. Hoe is het mogelijk dat er aarde ligt, dat er eens akkers en gewassen lagen onder deze chaos en verlatenheid? Bomen en velden lijken hier ongerijmde overblijfselen van een andere beschaving; ze groeien tussen de behangfabrieken en zeepziederijen die oude gazons en terrassen hebben weggevaagd. Nog ongerijmder is het om dan langs een oude grijze dorpskerk te varen met klokken die nog luiden en een kerkplein dat onderhouden wordt alsof het volk nog altijd over de akkers komt om een dienst bij te wonen.’
(uit De haven van Londen, in Over Londen van Virginia Woolf, vertaling: Carol Limonard)
maar van in gebruik zijnde havens waar goederen van allerlei aard aan land worden gebracht en de bijbehorende industrieën is geen sprake meer. Die zijn verder naar het oosten opgeschoven.
Op open plekken is en wordt gebouwd. Canary Wharf, waar vroeger de waren van de Canarische eilanden ingeklaard werden, is inmiddels naast The City het tweede financiële centrum van Londen.
The sky lijkt the limit, maar er staan ook nog steeds oude huisjes en in verval geraakt industrieel erfgoed. En af en toe een kerkje. Er wordt niet alleen gewerkt, er wonen ook nog mensen.
De dag dat ik huiswaarts keerde, slingert het parcours van de Londense marathon door The Docks. Lopers die zich daar tegen de tijd dat ik het oostelijk havengebied doorkruis richting luchthaven nog bevinden, kunnen de aanmoediging van de buurtbewoners gebruiken. Het centrum van de stad is ver weg. Ze moeten zeker nog tien kilometer voordat ze op The Mall hun medaille in ontvangst kunnen nemen. Als ze al op tijd binnen zijn.
Leave a Reply