HANTA

Literatuur en meer

  • Home
  • Over Hanta
  • Contact
  • Privacy statement
  • Columns
  • Recensies
  • Beschouwingen
  • Blog
  • Meer
    • Liliane leest
    • Kettinglezen & rijgschrijven
    • Mediamoment
    • Sportzomers en -winters!
    • Zomergasten
    • Thuisblijfreizen
    • Bouke’s blues
    • Proza
    • Poëzie
You are here: Home / Alles / (non-)fictie / recensies / prozarecensies / Recensie: Bijbelse landbouw – Raduan Nassar

Recensie: Bijbelse landbouw – Raduan Nassar

04/05/2018 by Liliane Waanders Leave a Comment

Verloren zoon, verweesde vader

Wat gebeurde er in Lucas 15 eigenlijk met de verloren zoon, nadat hij naar huis terugkeert en weer in genade is aangenomen? Dat vraag ik me af als ik halverwege het tweede deel van de roman Bijbelse landbouw van Raduan Nassar ben. Daarin gaat verloren zoon André na zijn terugkeer keihard de confrontatie met zijn vader aan. Hij heeft sinds hij de boerderij waar hij opgroeide verliet genoeg gezien om te weten dat het verstikkende milieu dat zijn vader representeert niet dé en zeker niet zijn wereld is. En dat wil hij wel even gezegd hebben voordat zijn terugkeer groots gevierd wordt en hij weer onderworpen wordt aan door hem verafschuwde normen en waarden. .

André keert anders dan de Bijbelse verloren zoon niet op eigen initiatief naar huis terug. Hij wordt door zijn broer Pedro gezocht en gevonden. Na een lange, zinsbegoochelende bekentenis – het is niet alleen het regime van de vader waardoor de toestand thuis onhoudbaar was – keren de broers gezamenlijk terug naar de boerderij. Daarmee eindigt het eerste deel van Bijbelse landbouw dat Het vertrek heet. André heeft dan al uit de doeken gedaan wat zijn overwegingen waren en hoe zijn leven zijn vertrek verlopen is. Pedro op zijn beurt heeft verslag gedaan van de situatie thuis en de invloed van André’s vertrek op hun zus Ana.
Na thuiskomst van de beide broers blijkt in het tweede deel van de roman – De terugkeer – hoe ontwricht het gezin werkelijk is. Hoe groot de kloof is tussen het belang dat de autoritaire vader hecht aan het collectief en de behoefte van zijn kinderen om iemand te zijn.

Tot zover het verhaal, want ondanks de Bijbelse en overige literaire connotaties die van Bijbelse landbouw veel meer maken dan de zoveelste variatie op het thema van de verloren zoon – het antwoord op de vraag uit de eerste alinea: in de Bijbelse parabel zegt de zoon niet zo veel, hij toont berouw – is het verhaal in deze roman grotendeels ondergeschikt aan de taal.
Raduan Nassar schrijft zintuiglijk proza in zinnen die vaak meer dan een pagina en soms zelfs een hoofdstuk lang zijn. Waar collega-schrijvers een punt zouden zetten, gebruikt hij een komma of een puntkomma. Zonder zichtbaar te schakelen laat hij zijn personages raaskallen, sneren, debiteren, overwegen en haperen. De tekst heeft ritme en ademt meer rust en regelmaat dan de volle pagina’s doen vermoeden, maar het kan even duren voordat de lezer de cadans heeft gevonden.

Met die taal speelt en boetseert Raduan Nassar, maakt hij metaforen en laat hij de leefwerelden van de vader en zoon zo heftig botsen dat de vonken ervan afspatten.

‘De tijd, de tijd is grillig, de tijd haalt duivelsstreken uit, de tijd hield mij voor de gek, de tijd rekte zich provocerend uit, het was een tijd alleen van wachten, wanneer ik me hele dagen terugtrok in het oude huis; het was ook een tijd van schrikken, van geluiden die me verwarden, mijn voelsprieten verstoorden, mij helder en duidelijk denkbeeldige vaarwels lieten horen, me wekten met de ernst van rauw oordeel, ik ben gek! wat een vernietigend speeksel heeft dat woord, dat me likte met wanhopige fantasieën, verschrikkelijke maskers op mijn gezicht tekende en me soms wat lieflijker als voorspel gevoeligheden van een religieuze orgie toewierp: wat voor gezadeld veulen draafde door de wei, schaafde de bloedige stekels van ons prikkeldraad en voerde me naar de betoverde grot van de boomgaarden! wat voor intens vruchtvlees, bewaard tussen zilveren bladeren, kleurde mijn tanden, besmette mijn tong en overdekte mijn puberhuid met zijn vlekken! de tijd, de tijd, de tijd onderzocht me in alle rust, de tijd straffe me (…)’

(vertaling: Harrie Lemmens)

De zoon kan niet anders dan praten in termen die hij van huis uit heeft meegekregen: Bijbelse idioom en beelden die refereren aan afhankelijkheid van de aarde. Dat zij ondanks die gedeelde taal elkaar niet verstaan, maakt de confrontatie extra schrijnend.
Dat de verschillen onoverbrugbaar zijn en de afloop van Bijbelse landbouw onontkoombaar is, tekent zich ook al af in de cruciale passages en uit Het vertrek die een pendant krijgen in De terugkeer.

Lavoura arcaica verscheen in 1975 en werd in 2001 verfilmd door Luiz Fernando Carvalho. Om recht te doen aan de taal van Raduan Nassar zag de regisseur af van een volledig uitgeschreven scenario. Hij liet de acteurs – die voorafgaand aan de opnamen vier maanden doorbrachten op een boerderij – voornamelijk improviseren. De film Lavoura arcaica / To the left of the father is als film minstens zo wervelend is als de roman.
Waar Nassar in zijn roman nergens de nadruk legt op de culturele achtergrond van het patriarchale gezin is in de film duidelijk dat het om een immigrantengezin uit Libanon gaat. Een achtergrond die dat gezin deelt met het gezin van herkomst van Raduan Nassar. Hij was het zevende van de tien kinderen die zijn uit Libanon naar Brazilië ge-emigreerde ouders in hun nieuwe vaderland kregen.

Bijbelse landbouw
Raduan Nassar (vertaling: Harrie Lemmens)
Amsterdam : Prometheus, 2017
ISBN 978-90-446-3434-1

Misschien ook interessant:

  1. Recensie: Een glas woede – Raduan Nassar
  2. Recensie: De bedelaar en andere verhalen – Fernando Pessoa
  3. 2018 (II): Proza en poëzie: de romans, korte verhalen en gedichten
  4. Verstaat u vertaals?

Filed Under: prozarecensies Tagged With: Bijbelse landbouw, Harrie Lemmens, Lavoura arcaica, Luiz Fernanco Carvalho, Raduan Nassar

Leave a Reply Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Zoeken

  • Facebook
  • RSS
  • Twitter

Nieuwste berichten

  • Joseph Ponthus en Wim de Vries: arbeiders die dichten of dichters die arbeiden?
  • Waar een kleine boekwinkel en een antieke Couperus al niet goed voor zijn
  • Wisseling van de wacht?
  • Recensie: Handel in veren – Rascha Peper
  • Boekgeheim

Spotlight

Auteurs

  • Liliane Waanders

Meest gelezen deze week

Tags

Adriaan van Dis Arnon Grunberg beeldende kunst boek boeken boekenweek Cees Nooteboom column De wereld draait door dood dwdd film fotografie gedicht Ilja Leonard Pfeijffer Jan Brokken journalistiek K.Schippers kunst lezen literatuur Louise O. Fresco Marguerite Duras muziek Oek de Jong Olympische Spelen Poetry International poëzie recensie roman Rotterdam schrijven sportzomer sportzomer 2012 sportzomer 2013 sportzomer 2014 stoïcijn tennissen Tour de France vertalen Virginia Woolf voetballen wielrennen William Shakespeare zomergasten

Zoeken

Volg Hanta

  • Facebook
  • RSS
  • Twitter

Hoofdmenu

  • Home
  • Over Hanta
  • Columns en beschouwingen
  • Recensies
  • Beschouwingen
  • Meer
  • Contact
  • Privacy statement

Rubrieken

  • Liliane leest
  • Kettinglezen & rijgschrijven
  • Mediamoment
  • Sportzomers en -winters!
  • Zomergasten
  • Thuisblijfreizen
  • Bouke’s blues
  • Proza
  • Poëzie

Net binnen

  • Joseph Ponthus en Wim de Vries: arbeiders die dichten of dichters die arbeiden?
  • Waar een kleine boekwinkel en een antieke Couperus al niet goed voor zijn
  • Wisseling van de wacht?

Archief

Auteurs

  • Liliane Waanders

Copyright © 2021 · News Pro Theme on Genesis Framework · WordPress · Log in

Hanta gebruikt cookies. Omdat een blog runnen zonder nou eenmaal niet kan. Wilt u geen cookies, zie dan de instructies hier: Meer over cookies Ok, ik snap het
Privacy & Cookies
Necessary Always Enabled