In een door haar uitgekozen etablissement sprak ik vlak voor het verschijnen van Een bed in de hemel met Tessa de Loo. Het gesprek begint bij haar nieuwe roman, maar voordat de schrijfster constateert dat het in haar werk om heldinnen gaat, heeft ze het ook nog over De tweeling, haar weifelende karakter en de kracht van verhalen.
Dit interview stond eind 2000 in Surplus.
Als Tessa de Loo aanschuift, ontdekt ze aan het tafeltje naast ons vrienden van haar Nederlandse buurvrouw in Portugal. Toeval? Bestaat er niet zoiets als de wet van oorzaak en gevolg? En is vrijheid geen relatief begrip? Daarover gaat haar nieuwe roman: ‘In Een bed in de hemel gaat het naast de joodse thematiek over de kracht van de menselijke wil en over de vraag in hoeverre de mens zijn lot in eigen handen heeft, zijn lot kan veranderen. Zijn we werkelijk vrij om te kiezen? Wordt een mens gevormd door zijn geschiedenis en hoe kan die doorwerken op volgende generaties?’
Leven met het verleden
De schrijfster zoekt onwennig naar woorden om de essentie van haar roman weer te geven zonder de plot te verraden. ‘De vader van de ik-persoon heeft de meest traumatische ervaring in zijn leven, opgedaan tijdens de Tweede Wereldoorlog in Boedapest, nooit kunnen verwerken. Zijn leven is erdoor verwoest. De schaduw van die ervaring heeft zijn huwelijk en zijn gezinsleven op een negatieve manier beïnvloed. Kata wordt in alle opzichten geconfronteerd met het verleden van haar vader. Bovendien ontkomt ze als half-joods meisje niet aan het lot van haar voorouders en het collectieve lot van de joden.
Op het moment dat voor haar de vrijheid begint, als ze het ouderlijk huis verlaat en gaat studeren, als haar leven zich onafhankelijk van de druk van haar ouders zou kunnen gaan ontwikkelen, kruist het verleden van haar vader opnieuw haar pad en beïnvloedt haar leven voor altijd.
Een kleine oorzaak kan grote gevolgen hebben. Als je erover nadenkt is dat angstaanjagend, je zou bijna niet meer durven te leven. Tegelijkertijd heeft het ook iets bevrijdends; als het negatief werkt kan het ook positief werken.’
Het lot
De thematiek in Een bed in de hemel is verwant aan die in De tweeling. ‘Daarin gaat het om de vraag of Lotte, als het lot haar niet naar Nederland had gebracht, in Duitsland een vergelijkbaar leven zou hebben geleid als haar zusje Anna. Het antwoord is dat ze waarschijnlijk niet veel andere keuzes gemaakt hebben. Ze zou een Duitse geweest zijn en het gemeenschappelijke lot van de Duitsers op haar schouders gedragen hebben.
In De tweeling gaat het om de gewone burgerbevolking, de gewone middenmoot. Mensen die misschien de verkeerde keuzes hebben gemaakt op het moment dat het ertoe deed. Ik wilde laten zien dat je in ieder land die grote middenmoot hebt en dat het afhangt van de geschiedenis van zo’n land welke keuzes de bevolking maakt. Dat er kortom geen volk op aarde is dat beter of slechter is dan een ander volk.’
Enerzijds-anderzijds
Een stevige uitspraak voor de schrijfster die zichzelf omschrijft als ‘iemand die als het op het innemen van posities aankomt altijd overal tussenin zit. Ik ben iemand van enerzijds, anderzijds.’ Al geeft ze onmiddellijk toe dat ‘het schrijven van een boek natuurlijk een keuze is. Ik kom uiteindelijk na veel wikken en wegen wel tot een uitspraak in de vorm van een boek, waarin ik de keuzemogelijkheid, het conflict, de ambivalentie breeduit presenteer.’
Conflicten en tegenstellingen vormen vaak de basis van haar verhalen. Met die constatering van recensenten en andere lezers kan ze het eens zijn. ‘Maar het is raar om op die manier naar je eigen boeken te kijken. Ik doe dat ook niet graag. Ik vind dat ik ten opzichte van mijn werk een bepaalde naïviteit moet bewaren. Ik ben bang dat het anders niet meer werkt.’
Indirect (auto)biografisch
Over het werk van Tessa de Loo is veel gezegd en geschreven. Als ik haar confronteer de uitspraak: ‘ik schrijf bij voorkeur over dingen die ver van me afliggen’, is ze oprecht verbaasd. ‘Heb ik dat dat gezegd? Ik ben geen ontboezemingsauteur’, zoals bijvoorbeeld Connie Palmen, maar dat is wat anders. Ik neem inderdaad vaak een geschiedenis die buiten mezelf ligt, behalve in Een varken in het paleis. De personages die ik kies vertolken echter indirect wel aspecten van mezelf. Het blijft dus dichtbij, want ik vereenzelvig me met de gevoelens van de hoofdpersonen. Ik verzin een verhaal. Er komt veel verbeelding aan te pas om de afstand te creëren om problematiek die heel persoonlijk en emotioneel is, in vrijheid ademend vorm te kunnen geven. Als ik direct over mezelf zou schrijven zou ik geen pen op papier krijgen. Ik zou het niet kunnen.’
De kracht van verhalen
Verhalen verzinnen is een algemeen menselijk ontsnappingsmechanisme, want ‘het is het liegen van de waarheid, waardoor de waarheid een nog veel grotere gevoelskracht krijgt. Wij zijn geneigd een geschiedenis te maken over onszelf, een geschiedenis waar we mee kunnen leven. Zeker als we iets akeligs, iets vernederends hebben meegemaakt, verzinnen we een verzachtend verhaal, waardoor de werkelijkheid minder pijnlijk is. Uiteindelijk gaan we geloven in dat verzonnen verhaal en lopen we rond met allerlei verschillende waarheden.
Eigenlijk is niets absoluut. We willen graag een eenduidige oplossing, zodat we weten waar we aan toe zijn, achterover kunnen gaan zitten en zeggen: zo is het. Veel mensen proberen te doen of dat zo is. Zij creëren voor zichzelf een eigen, definitieve versie van het leven, waar geen twijfel over mogelijk is.
Je open stellen voor al die andere mogelijkheden die er zijn is aanvankelijk misschien heel bedreigend voor je gemoedsrust omdat het nauwelijks te overzien is. Het voelt alsof je je op drijfzand bevindt. Accepteer je vervolgens dat dat het leven is, je op drijfzand bevinden, dan ben je iets minder kwetsbaar dan mensen die maar met één versie leven. Er ontstaat een soort vrijheid, omdat je niet onthand raakt als er van buitenaf inbreuk gepleegd wordt op jouw waarheid.’
Hang naar het verleden
Met welke verhalen over zichzelf gaat Tessa de Loo door het leven? ‘Eén van de dingen die ik over mezelf moet toegeven is dat ik een vreselijke nostalg ben. Tegen beter weten in. Ik heb een sterke hang naar het verleden. Met name de negentiende eeuw heeft voor mij een enorme bekoring. De tijd voor de grote industrialisatie, toen fabriekjes nog lieflijk waren. Toen de stilte nog niet verdwenen was. Nog geen verkeer, geen vervuiling. De tijd voor de verlelijking.
Daar gaat mijn meest autobiografische boek, het boek over Lord Byron Een varken in het paleis over. Ik constateer dat het leven ondanks de zogenaamde vooruitgang aan kwaliteit heeft ingeboet. Vanuit mijn ambivalentie vraag ik me af of alle veranderingen wel echt vooruitgang hebben gebracht.
Het is een pluspunt dat de wereld zich voor ons westerlingen heeft geopend. De wereld is door de massamedia en de reismogelijkheden groter geworden. Maar bij alles wat er bij komt, leveren we ook iets in. Het familieleven bijvoorbeeld valt steeds meer uiteen. De individualisering van de maatschappij, waar ik alle vruchten van pluk, waar ik mijn vrijheid aan te danken heb, betekent voor heel veel mensen ook een grote mate van vereenzaming. Grootouders hebben door de verhoogde mobiliteit hun kinderen en kleinkinderen niet meer om zich heen. Er zijn vrijwilligers nodig om ouderen een uurtje per week gezelschap te houden.
Bij iedere vooruitgang die wordt geboekt gaat er ook iets verloren en ik schrijf graag over wat er verloren gaat. Het plezier tijdens het schrijven van De tweeling had daar mee te maken. Met het vastleggen van de situatie van toen in Nederland en Duitsland. Voordat ik begon aan het boek besefte ik dat ik zoveel verhalen kende van beide kanten. Ik realiseerde me dat als onze generaties straks sterven alle verhalen verloren zouden gaan. De tweeling was in die zin een reddingsactie om al die verhalen te behouden.’
Heldinnen
Haar bedenkingen maken Tessa de Loo geen pessimistisch of cynisch mens. ‘Ik ben erg tegen cynisme. Het is een vorm van gemakzucht. Als je goed naar de mensheid kijkt is het erg verleidelijk om cynisch te worden. Het is echter een grotere uitdaging om na te denken over hoe het beter zou kunnen, om het positieve te blijven zien, de schoonheid naast de lelijkheid, de kwetsbaarheid van mensen naast de botheid.’
De laatste vraag komt van de schrijfster: ‘Is het je niet opgevallen dat Een bed in de hemel over vrouwen gaat? Dat is iets dat me namelijk zelf is opgevallen: in al mijn boeken gaat het om de heldinnen.’ Jawel, maar in dit boek werkt Kata als een soort katalysator. Haar leven wordt nooit meer hetzelfde, maar dat van haar vader en Stefan ook niet. Zij spelen ook een belangrijke rol, werp ik tegen. Ze spreekt me niet tegen.
Als ik onderweg naar huis Een gevaar op de weg lees, denk ik: weet je wel dat je naast Een varken in het paleis een nog veel autobiografischer boek geschreven hebt? Een bundel autoportretten. Zelfportretten als aanklacht tegen hét symbool van de moderne tijd. Zou Tessa de Loo dat met me eens zijn?
Hanneke Zonjee says
Boa tarde! Graag wil het boek Daan bestellen ( in het Nederlands bij Bol.com) maar ook graag in het Portugees! Want ik weet dat het bestaat! Maar hoe kom ik er aan??
Ik denk dat je mij wel verder kunt helpen! Bij voorbaat dank!
Met vriendelijke groeten,
Hanneke Zonjee
Caminho da Fonte Fria 370
Casal da Francisca
3270-017 GRA±A
Hanneke Zonjee says
zie boven