Ik ben Vloedlijnen van Piet Gerbrandy aan het verkennen. Ik heb gebladerd. De verantwoording gelezen. En toen de eerste drie cycli – Zand, Zaal en Nacht – en daarna meteen nog een keer. Om er grip op te krijgen.
Daarna zette ik de in kapitalen gedrukte woorden op een rij:
HIER
VERLIEZEN
ONTWORTELDE
BOMEN
VERSTILD
AANDACHTIG
GERIJPT
AANSTONDS
NOG
ZWIERIG
BLAD
ZWAARMOEDIG
SCHEPT
WATER
VOLBLOEDIG
SLIB
BELICHAAMT
MAANLOOS
WATER
GEBREKKIGE
LUSSEN
VAN
LEEGSTAANDE
VERHALEN
ZUIVER
GEFLUISTER
ONGENAAKBARE
DEUNEN
RAKEN
SEREEN
LOZE
KENNIS
ZONDER
BOEKDELEN
DE
LAATSTE
OBSESSIES
DUMPEN
ME
BETREKKELIJK
SLINKS
TUSSEN
KOPPIG
FRISSE
BORSTEN
ONVERSTOORBAAR
EN
VOCHTIG
ZOEKEN
HERFSTSPINNEN
MEEGEVEND
WILD
MAAR
VINDEN
BREEKBAAR
NACHT
en toen verbeeldde ik me dat dit een bonusgedicht is (of zouden het er zes zijn?)
Nu op naar Plot. Of zal ik eerst Music Hall van Paul van Ostaijen herlezen?
Nee, geen omtrekkende bewegingen meer.
Leave a Reply