Vertalen tot de derde macht
Twee jaar geleden werd op initiatief van Bas Savenije het Lewis Carroll Genootschap nieuw leven ingeblazen, dat in 1983 na zeven jaar een informeel bestaan geleid te hebben, in slaap sukkelde. Met nieuw elan werden inmiddels twee symposia georganiseerd en verscheen het eerste nummer van het tijdschrift dodo/nododo.
Bovendien waagden Jur Koksma en Joep Stapel zich aan een nieuwe vertaling van het nonsensgedicht Jabberwocky – uit Through the Looking-Glass, and What Alice Found There – dat Henri Ruizenaar vervolgens namens het Lewis Carroll Genootschap in Jabberwocky: het nonsensgedicht Jabberwocky van Lewis Carroll in een nieuwe Nederlandse, zes bestaande Nederlandse, twee Afrikaanse vertalingen, met begeleidend essay inbedde.
Jabberwocky
Behalve schrijver van Alice’s Adventures in Wonderland, het daarop volgende en al genoemde Through the Looking-Glass, and What Alice Found There (en nog veel meer waarvan het grote publiek nauwelijks weet heeft) was Lewis Carroll ook wiskundige. Logicus om preciezer te zijn. In die hoedanigheid werkte hij onder zijn eigen naam Charles Lutwidge Dodgson aan de universiteit van Oxford. Die beroepsmatige achtergrond verloochent hij niet in zijn letterkundige werk. Zijn nonsens en wit kunnen niet zonder zijn ß-brein.
Het gedicht Jabberwocky is een toonbeeld van nonsens. En daarmee een uitdagende tekst voor vertalers. Wie de avonturen van Alice vertaalt, ontkomt eigenlijk niet aan Jabberwocky, al zijn er versies waarin het gedicht ontbreekt (zoals er ook Hamlet-vertalingen zijn waar die beroemde monoloog die begint met ‘to be or not to be’ overgeslagen is). Maar een vertaler kan zich – om welke reden dan ook – beperken tot Jabberwocky.
Jur Koksma en Joep Stapel zijn niet de eersten die dat doen, al komen de meeste vertalingen van het gedicht in Jabberwocky: het nonsensgedicht Jabberwocky van Lewis Carroll in een nieuwe Nederlandse, zes bestaande Nederlandse, twee Afrikaanse vertalingen, met begeleidend essay uit een integrale Alice-vertaling.
Pas op voor de Jabberwock – Klepperjak, Wauwelwok, Koeterwaal, Brabbelwog, Krakelwok, Flabberjak, Zwateldrok, Beuzelzwan, maakten Jur Koksma en Joep Stapel, Alfred Kossmann en Cornelis Reedijk, Martin Deelen, André Brink, Ab Westvaarder en René Kurpershoek, Linette Retief, Nicolaas Matsier, Sofia Engelsman en Dorine Louwerens er in min of meer chronologische volgorde van – klinkt het in het gedicht, waarna de aangesprokene het monster alsnog tegemoet treedt en zelfs verslaat. Waarna het gedicht waarin de spot gedreven wordt met het heldendicht eindigt zoals het begon:
‘Twas brillig, and the slithy toves
Did gire and gimble in the wabe:
All mimse were the borogoves,
And the mome raths outgrabe.
Essay
In het essay In gevecht met de Jabberwock: een onzinnige onderneming. Over het vertalen van Lewis Carrolls nonsensgedicht Jabberwocky lichten Jur Koksma en Joep Stapel niet alleen hun eigen tactiek toe, ze duiken ook in de vertaalgeschiedenis van Jabberwocky. Maar natuurlijk beginnen zij bij het begin en reconstrueren ze hoe uit een in 1855 door de 23-jarige – toen nog alleen maar – Charles Dodgson voor het huisblad van de familie geschreven kwatrijn een gedicht groeide dat in 1871 voor het eerst officieel gepubliceerd werd.
Koksma en Stapel achten zich als ‘gesjeesde filosofen’ voldoende gekwalificeerd om niet alleen het openingskwatrijn – ‘het is geen destructieve onzin, het is eerder een spel, met duidelijke spelregels’ – maar de hele Jabberwocky te vertalen, en maken daarbij dankbaar gebruik van het werk dat anderen voor hen deden. Ze ontleden de zinnen en de woorden van Carroll minutieus en houden in het verleden gemaakte keuzes tegen het licht. Zo illustreren zij dat Carroll zijn nonsenswoorden niet willekeurig koos. Hij hanteerde een zekere logica om de werkelijkheid zoals die zich aan hem manifesteerde te vangen.
Als waren zij een tweekoppige hedendaagse Humpy Dumpy – in Through the Looking-Glass, and What Alice Found There legt Humpty Dumpy Alice uit hoe zij de wonderlijke woorden in het openingskwatrijn dient te begrijpen – verklaren zij Lewis Carroll en zichzelf nader. In het korte bestek van hun essay snijden zij tal van wetenswaardige vertaalzaken aan, weliswaar toegespitst op Jabberwocky, maar niet alleen op dit gedicht van toepassing, en zorgen zo dat de lezer die zich daarna aan een vergelijking van de negen vertalingen waagt op het puntje van zijn stoel zit, actief meeleest, en keuzes weegt. En misschien zelfs in de verleiding komt zelf een poging te wagen. Hetgeen door deze vertalers van harte aangemoedigd wordt.
Vormgeving
Zestig in spiegelschrift genummerde pagina’s telt Jabberwocky: het nonsensgedicht Jabberwocky van Lewis Carroll in een nieuwe Nederlandse, zes bestaande Nederlandse, twee Afrikaanse vertalingen, met begeleidend essay. Behalve het essay, het originele gedicht en de negen vertalingen, bevat het ‘boekje’ voor zover het een integrale Alice-vertaling betreft ook de bijbehorende scènes waarin Humpty Dumpy – of hoe hij in die vertaling dan ook mag heten – het openingskwatrijn aan Alice uitlegt. Een appendix waarin geïnventariseerd wordt in welke mate Jabberwocky (on)officieel in de diverse in Nederland gesproken dialecten bestaat en een beperkte filmografie besluiten het door Iris Cousijnsen ingetogen, zorgvuldig en slim vormgegeven boek – de lezer heeft het origineel altijd bij de hand, dankzij de bedrukte binnenzijde van de uitklapbare achterflap – dat ook nog de nodige illustraties bevat.
Klepperjak
Terug naar de vertaling van Jur Koksma en Joep Stapel, waarin de Jabberwock een Klepperjak werd. En wel hierom: ‘Wij hebben gekozen voor “klepperen”, dat zowel “veel en snel praten” betekent als onomatopeïsch een hard geluid nabootst – bijvoorbeeeld het lawaai van een naderend, klapwiekend monster’ (‘Jabberwocky’ is een taal, misschien wel de taal waarin het gedicht geschreven is), en: ‘(…) “wocor” is bovendien verwant aan het Nederlandse “woekeren”, wat aardige connotaties oplevert in deze wildgroei aan nonsens en tovertaal. Wij hebben de Oudengelse betekenis van “vrucht dragen” via “werpen” getransponeerd naar het Latijnse iacere, wat ook “werpen”betekent. Alea iacta est! Zo is “wock” in ons nonsens-Nederlands “jak” geworden.’
Hun vertaling van het hele openingskwatrijn luidt:
‘Twas bradig en de slijverpriets
Gerierden wrentel in het zwoord:
Zwellendig was de warrekiet,
En de vnuize frats kreet broord.’
Wie hun toelichting gelezen heeft, wat precies waarom zo en (voorlopig) niet anders.
Jabberwocky: het nonsensgedicht Jabberwocky van Lewis Carroll in een nieuwe Nederlandse, zes bestaande Nederlandse, twee Afrikaanse vertalingen, met begeleidend essay
Henri Ruizenaar (red.)
S.l.: Lewis Carroll Genootschap, 2018
ISBN 978-90-827987-1-5
qalm solutions says
The Baltimore Sun. Retrieved January 24, 2017. The U.S.
Frank Somerville; Richard O’Mara (January 24, 1995). “Keeler exhorts March forever group”.
St. Petersburg Timеs. Novembеr 11, 1998.; Davies, Frank (November
11, 1998).