Hüzün. Kent u die uitdrukking? Hoogstwaarschijnlijk niet. Hüzün staat te boek als een onvertaalbaar Turks woord. Zo onvertaalbaar dat het ook in de meeste vertalingen van het boek dat Orhan Pamuk schreef over Istanbul onvertaald bleef.
Weemoedige stad
In het tiende hoofdstuk van Istanbul: herinneringen en de stad – dat in de vertaling van Hanneke van der Heijden Hüzün – melancholie – tristesse heet – onderzoekt Orhan Pamuk de betekenis van het begrip hüzün en de manier waarop hüzün zich in Istanbul manifesteert.
Pamuk graaft en toch lukt het hem niet om de essentie van hüzün in woorden te vangen en het wezen ervan in te passen in de identiteit van Istanbul:
‘De mystieke erkenning alleen kan echter niet verklaren dat weemoed de sterkste en meest bestendige emotie is waarmee Istanbul en zijn inwoners elkaar de laatste eeuw hebben besmet. Zo is het ook onmogelijk om enkel vanuit de etymologie en het aanzien dat het begrip geniet de dominante positie te begrijpen die weemoed als gemoedstoestand in de Istanbulse muziek van de laatste honderd jaar heeft bekleed, of het centrale belang van hüzün in de moderne Turkse poëzie, als clichéwoord (zoals mazmun, “betekenis”, dat is in de klassieke divanpoëzie), als emotie en als begrip dat falen in het leven uitdrukt, lusteloosheid en in-zichzelf-gekeerdheid. (…)
Weemoed is in Istanbul zowel een belangrijke emotie in de lokale muziek en een kernbegrip in de poëzie, als een levensvisie, als een gemoedstoestand en iets dat kennelijk essentieel is voor de stad. En omdat het al deze betekenissen in zich verenigt, is weemoed ook een gemoedstoestand die de stad zich trots toe-eigent, of in ieder geval is dat wat ze wil doen voorkomen. Daarom wordt deze emotie even positief als negatief beoordeeld.’
(vertaling: Hanneke van der Heijden)
Een woord een onderzoek waard
Liet Hanneke van der Heijden het woord in de titel onvertaald, in het hoofdstuk zelf neigt zij naar weemoed. Hüzün is blijkbaar even ongrijpbaar als ‘gezellig’. Tot op zekere hoogte is het mogelijk te omschrijven wat ermee bedoeld wordt, maar het is net zo typisch Turks als ‘gezellig’ typisch Nederlands is dat het in de eigen taal nog wel te benaderen is, maar het in één woord vangen in een andere taal uitgesloten.
Wat Orhan Pamuk in het tiende hoofdstuk van Istanbul: herinneringen en de stad in het klein doet, doen Inez Piso en Nihat Karataşlı sinds kort op een grotere schaal. Zij doen onderzoek naar hüzün. Ze interviewen mensen die vanuit verschillende disciplines hun licht over het begrip laten schijnen.
Het Hüzünproject
Het Hüzünarchief groeit, vertelden Inez Piso en Nihat Karataşlı twee weken geleden tijdens Read My World. Deskundigen dragen informatie aan die de complexiteit van het begrip hüzün bevestigt. Het is én een emotie én een gemoedstoestand, maar het ontbreekt de mens aan een adequate manier om te laten zien dat ze hüzün zijn/zich hüzün voelen. Terwijl een mens maar moeilijk kan verbergen als hij bang, boos, blij, verdrietig of opgewonden is.
Van de twee is Nihat Karataşlı de ß. Hij hoopt op basis van de verzamelde informatie de mens te overtreffen. Het is zijn streven om een kunstmatig intelligent wezen te creëren dat in staat is om hüzün volledig te begrijpen en uit te drukken. Het zou de bekroning zijn van het Hüzünproject, want: ‘de expeditie is een poging om de grenzen van het menselijke te overschrijden op het gebied van leren, taalgebruik en het voelen én uitdrukken van emotie.’
Maar is één kunstmatig intelligent wezen dat hüzün is/zich hüzün voelt niet iets heel anders dan het collectieve gevoel dat Orhan Pamuk probeert te beschrijven?
Saudade
Wat Pamuk over hüzün schrijft doet mij behalve aan ‘gezellig’ ook aan saudade denken. Saudade: het gevoel van verlangen waar Portugezen in zouden zwelgen. Saudade dat net als ‘gezellig’ tien jaar geleden tot de tien meest onvertaalbare niet-Engelse woorden behoorde. Hüzün kwam in dat lijstje overigens niet voor.
Wie het over saudade heeft, heeft het ook over verlies, verlangen, gemis, melancholie, weemoed, en weet dat daarmee saudade niet precies genoeg beschreven is.
Zeevarend arts J.J. Slauerhoff schreef in Soleares trieste gedichten die bij Portugal horen. Het derde deel van die bundel noemde hij Saudades. Hij nam er een gedicht in op dat Saudade heet:
Ik heb zooveel herinneringen,
Als blaadren ritslen aan de boomen,
Als rieten ruischen bij de stroomen,
Als vogels het azuur inzingen,
Als lied, geruisch en ritselingen:
Zooveel en vormloozer dan droomen.
Nog meer: uit alle hemelkringen
Als golven uit de zee aanstroomen
En over breede stranden komen,
Maar nooit een korrel zand verdringen.
Ze fluistren alle door elkander
Wild en verteederd, hard en innig;
Ik word van weelde nog waanzinnig,
Vergeet mijzelf en word een ander.
De droeve worden altijd droever,
Nu ik het onherroeplijk weet,
Steeds weer te stranden aan den oever
Der zee van ‘t altijddurend leed.
Ook de gelukkige worden droever,
Want zij zijn voorgoed voorbij:
Kussen, weelden, woorden van vroeger
Zijn als een doode vrucht in mij.
Ik heb alleen herinneringen,
Mijn leven is al lang voorbij.
Hoe kan een doode dan nog zingen?
Geen enkel lied leeft meer in mij.
Aan de kusten van de oceanen,
In het oerdonker van de bosschen,
Hoor ik ‘t groot ruischen nog steeds ontstaan en
Zich nooit meer tot een stem verlossen.
Slauerhoffs gedicht gaat over persoonlijk verdriet, verlangen en gemis. Portugezen zullen zich misschien niet meteen herkennen in zijn saudade. Daarvoor zijn zijn beelden misschien niet mediterraan genoeg. Maar in zijn gedicht zit een vergeetwoord dat het gevoel dat het particuliere overstijgt vangt: droef. Vergeetwoorden gaan naarmate er meer tijd verstrijkt een eigen leven leiden. Een leven los van hun letterlijke betekenis. Ze krijgen er een gevoelsbetekenis bij.
Droef. Misschien is dat wel een adequate vertaling van saudade. En dan misschien ook wel van hüzün.
Leave a Reply