Een man.
Hij staat, hij kijkt: naar het strand, de zee.
Het is eb, de zee is kalm, het seizoen is onbestemd, de tijd, traag.
De man bevindt zich op een plankier dat op het zand ligt.
Hij gaat gekleed in donkere kleren. Zijn gezicht is duidelijk waarneembaar.
De kleur van zijn ogen is licht.
Hij staat roerloos. Hij kijkt.
(uit: Liefde van Marguerite Duras, vertaling: Marianne Kaas)
—
De man is niet alleen op het strand. Tussen hem en de zee loopt nog een man. Ook in donkere kleren. Verderop zit een vrouw met gesloten ogen tegen een muur. Steeds als zij zich verplaatsen, verandert de driehoek waarvan zij de hoeken zijn van vorm.
De personages in Liefde (L’Amour, 1971) verhouden zich met een wiskundige precisie tot elkaar. Hoewel van taal, verraadt hun ‘dans’ dat Marguerite Duras niet alleen alfa- georiënteerd was. Ze studeerde, onder andere, wiskunde.
Nu ik de tekst in de Nederlandse vertaling van Marianne Kaas lees, dringt dat dwingende van de enscenering extreem door. Toen ik L’Amour en Liebe las, voerde de tekst van Marguerite Duras mij naar een Frans strand en zag ik een vrouw tegen een muur zitten. Een vrouw die dringend om sigaretten verlegen zat en geen genoegen nam met een sigaartje.
—
Ik verbeeldde me dat ik onderweg was naar Trouville, maar verder dan Fort d’Ambleteuse kwam ik niet. Van daar is het nog een heel eind – 271 kilometer – naar de stad waar Liefde zich wat mij betreft afspeelt.
—
De zee is prominent aanwezig in het werk van Marguerite Duras. Meer dan eens situeerde ze haar verhalen aan zee. Liefde en de film La femme du Gange (1974) die daar bij hoort, laat ze in S. Thala spelen. In De vervoering van Lol V. Stein dat aan Liefde vooraf gaat, heet de stad aan zee T. Beach.
—
Van waar ze lang woonde, kon ze de zee zien en horen. Vandaar dat ik Liefde in Trouville situeerde. In Trouville aan Zee.
—
Er gebeurt op het eerste gezicht niet zo heel veel in Liefde. De personages verplaatsen zich. Af en toe zeggen ze iets. De hoeveelheid woorden weegt niet op tegen hun soortelijk gewicht. Hun woorden verwijzen naar het verleden. Naar een gebeurtenis die voor een verwijdering zorgde. Hoe het precies zit, vertelt Marguerite Duras niet in Liefde.
Dat deed ze in De vervoering van Lol V. Stein (Le ravissement de Lol V. Stein, 1964).
In die roman gebeurt er iets en wordt wat er gebeurd is gereconstrueerd. De vervoering van Lol V. Stein is tenminste nog een verhaal. In Liefde gaat het Marguerite Duras niet meer om een verhaal dat een kop, een romp en een staart heeft. In Liefde dropt zij haar lezers in een situatie. Maakt ze toeschouwers van hen. Terwijl ze in zekere zin hetzelfde verhaal vertelt.
—
Liefde heeft twee dimensies. Er wordt gekeken, bewogen, geconstateerd en beschreven. En er wordt gezegd. In L’Amour en Liefde zijn die dimensies typografisch van elkaar te onderscheiden. In Liebe niet.
In La Femme du Gange scheidt Marguerite Duras die dimensies nog extremer. Er is beeld. Er zijn stemmen. De stemmen corresponderen niet noodzakelijkerwijs met de personages die te zien zijn.
Liefde is geen traditionele roman. La Femme du Gange geen doorsneefilm. Zelfs geen doorsneefilmhuisfilm. Nog meer dan in Liefde maakt de enscenering onderdeel uit van het verhaal. De personages zijn gehouden aan de regieaanwijzingen. Zijn door Marguerite Duras zorgvuldig in een kader geplaatst, waar ze niet uit kunnen.
—
La Femme du Gange is opgenomen in Trouville aan Zee. Het chique Hôtel des Roches Noires, waar Marguerite Duras woonde, doet ook mee.
—
Over de filmscripts van Marguerite Duras schreef Stefan Hertmans in 1985 in Raster:
‘De filmscripts van Duras dienen zich aan als vormkritische toneeltekst. Hun statische waarde en hun opzettelijke enscenering staan van tevoren vast. In deze dubbelzinnige wil tot ensceneren van het niet-ensceneerbare breekt de ethiek van de weigering los: Duras dient zich formeel gesproken aan als producent van een literair-filosofische tekst en weigert, als eenmaal deze Bühne getimmerd is, “goed” toneel te spelen: de decors worden verwisseld (…) of blijven leeg terwijl er een debat vóór het podium losbreekt.’
(uit: Een schuldige op zoek naar zijn naam: over enkele films van Marguerite Duras)
—
Het is verleidelijk om Liefde met pen en papier bij de hand te lezen. Om de gangen van de personages na te gaan.
Hoewel een zee, een stad en een rivier hun territorium begrenzen, raakt de lezer het spoor al snel bijster.
Hun wegen zijn net zo onnavolgbaar als de klare taal die ze lijken te spreken. Zonder De vervoering van Lol V. Stein is Liefde tamelijk abstract. Abstract, mooi en fascinerend. De lezer kan niet alles weten. Heeft aan wat er geschreven staat eigenlijk niet genoeg.
De reiziger, de man die kijkt en de vrouw die haar ogen dichthoudt, zijn in S. Thala om af te rekenen met hun verledens. Eén is er teruggekeerd, de andere twee zijn tot S. Thala veroordeeld. En S. Thala tot één van hen.
—
Om het nog ingewikkelder te maken: eigenlijk moeten ook de roman De vice-consul (Le vice-consul, 1966) en de film India Song (1975) bij Liefde betrokken worden. Zonder Anne-Marie Stretter zou het leven van Lol V. Stein eenvoudiger geweest zijn, en daarmee ook het leven van de naamloze vrouw in Liefde. Zij had niet waanzinnig hoeven worden.
—
De schreeuw uit De vice-consul echoot na in Liefde. De dode hond op het strand komt ook ergens vandaan. Soms weet je niet meer welk beeld uit welk verhaal – boek of film – komt. Zonder in herhalingen te vervallen herneemt Marguerite Duras motieven.
—
De schreeuw die mij deed denken aan de vrouw die naar een sigaret verlangde en het mij kwalijk nam dat ik niet rookte.
—
‘Met het repetitieve taalgebruik, met het herhaaldelijk herschrijven van hetzelfde verhaal, versies waarin ze dezelfde personages opvoert en obsessief rondom terugkerende thema’s en motieven cirkelt, probeert ze steeds dichter bij de kern van een gebeurtenis of een inzicht te geraken, inzichten die choquerend, verschrikkelijk en ongewoon zijn.
Het is voor de radicale Duras ondenkbaar zich te conformeren aan de conventies van de roman en ze verwerpt steeds meer de traditionele kenmerken van het genre om de vorm naar haar hand te zetten, boeken te schrijven waarvan je niet meer weet of je ze nog romans kunt noemen.’
(uit: De zonde van de vrouw van Connie Palmen)
—
Bij Marguerite Duras loopt het ene werk in het andere over. Haar oeuvre is een hecht weefwerk. Het is niet altijd duidelijk waar het ene verhaal ophoudt en het andere begint. Liefde is ook zo’n verhaal.
Een vintage Marguerite Duras. Qua taal. Qua thematiek. Qua (on)toegankelijkheid.
Het werk van Marguerite Duras oogt bedrieglijk eenvoudig, maar er tot de kern in doordringen vraagt het nodige van de lezer. Elke keer weer. Maar hij wordt beloond. Mits hij met de onzekerheid kan leven het misschien toch niet helemaal begrepen te hebben.
Liefde
Marguerite Duras (vertaling: Marianne Kaas)
Bleiswijk : Vleugels, 2018
ISBN 978-90-78627-52-4
Leave a Reply