Tijdens het lezen van Hemelse mevrouw Frederike: biografie van F. Harmsen van Beek [1927-2009] van Maaike Meijer greep ik geregeld naar In goed en kwaad: verzameld werk, want ik wilde wat Maaike Meijer over sommige teksten beweerde zelf ervaren.
Dat het oeuvre van F. Harmsen van Beek relatief klein is en haar werk in één band past, voorkwam niet dat ik tijdens het bladeren dat op het lezen van door Maaike Meijer aangehaalde, maar niet of niet volledig geciteerde, teksten volgde, verdwaalde in haar verzamelde werk.
Ik prees mij dan ook zeer gelukkig dat ik zonder dat ik ernaar zocht Wat knaagt? vond. Wat knaagt?: zes impressies – het zijn geen verhalen in de klassieke zin van het woord: een kop, een romp en een staart hebben Wat knaagt?, Benullig leven, Vanwaar-waarheen?, Langs de vloer, Onder elkaar en Het taxivarken niet – die het leven weerspiegelen waar ik vorige week nog middenin zat. Die in zekere zin autobiografisch zijn, maar toch vooral literatuur.
Het kleine van kleur verschoten Wat knaagt? maakt dat ik aan lang geleden moest denken. Ik herinner me hoe ik Geachte Muizenpoot en achttien andere gedichten uit een grote stapel afgedankte bundels viste. Van F. ten Harmsen van der Beek had ik wel eens gehoord. Maar ik had niet zo veel met poëzie. Dacht ik. Ik beet me vast in de gedichten die zich niet zomaar gewonnen gaven. Haar poëzie was in alle opzichten anders dan ik gewend was.
Aan Wat knaagt? begon ik al in de metro, las verder in een trein en had het nog niet uit toen ik aan de andere kant van het land in een tram stapte. Terwijl het maar 41 bladzijden zijn, waarvan maar zeventien met woorden gevuld.
Ik las hardop, maar zo dat niemand het hoorde en liet me door F. ten Harmsen van der Beek meevoeren in haar wat wondere wereld, waarin niet alles is wat het op het eerste oog lijkt en ook niet altijd duidelijk is wie wie is. Haar slingerende zinnen en onverwachte wendingen zijn zeer aan mij besteed.
Geachte Muizenpoot en achttien andere gedichten heb ik nog, maar het zit ergens in een doos. Ik ben nu dus weer aangewezen op het in één band gebundelde verzamelde werk. Om te voorkomen dat ik daarin weer verdwaal, neem ik me voor om niet verder te kijken dan de afzonderlijke bundels lang zijn. De rest – het verspreide werk – lees ik daarna wel.
Leave a Reply