Toen Zilver of Het verlies van de onschuld in 1988 verscheen, moest Adriaan van Dis zich als schrijver nog bewijzen. Er waren weliswaar diverse boeken van zijn hand verschenen, maar de inhoud daarvan was al eerder in de vorm van columns of reportages in diverse kranten en weekbladen verschenen.
Ook Zilver of Het verlies van de onschuld verscheen niet uit het niets. Zilver was oorspronkelijk een feuilleton in Avenue. Elke maand een aflevering. De tekst van Van Dis op de ene bladzijde en de illustratie van Joost Roelofsz op de andere. Dezelfde tekeningen die nu in de vijftiende druk staan, die dertig jaar na de eerste verschijnt.
Die tekeningen zijn alles behalve keurig en geruststellend. Maar dat is de inhoud van Zilver of Het verlies van de onschuld ook niet. En toch weer wel, want wat is Zilver anders dan een puberende jongen. Zilver heeft al meer van het leven gezien dan Nathan Sid, maar Zilver is nog heel. Hij staat op het punt uit te vliegen, is hard op weg én reiziger én schrijver én toneelspeler te worden, maar er moeten nog wel een paar hindernissen genomen worden. Tussen droom en daad staan een toezichthoudende Juffrouw en een wankel zelfbeeld, en het leven – en het internaat Oudleede in het bijzonder – is een harde leerschool voor iemand die zijn toevlucht zoekt tot zijn fantasie als de grond hem te heet onder de voeten wordt.
Zilver was voor mij de vergrotende trap van Nathan. En dat is hij nog steeds. Dat de naamloze held uit Dubbelliefde hun overtreffende trap zou worden, kon ik in 1988 nog niet weten.
Toen ik Zilver of Het verlies van de onschuld in 1988 las, stond de roman verder van me af dan Nathan Sid. Nathan was blijkbaar genderneutraal genoeg om me met hem te kunnen identificeren, terwijl Zilver van alles verlangde waar ik me niets bij voor kon stellen. Dat maakte dat ik Zilver de eerste keer maar matig kon waarderen. Voorkennis in de vorm van het feuilleton in Avenue – ik sneed het feuilleton elke maand zorgvuldig uit Avenue – zorgde er wel voor dat ik Zilver of Het verlies van de onschuld heel aandachtig las, op zoek naar lassen in het verhaal.
Twintig jaar later – in de tussenliggende jaren herlas ik Zilver trouwens regelmatig – zie ik hoe vanzelfsprekend deze roman zich in het inmiddels omvangrijke oeuvre van Adriaan van Dis voegt. Thematisch, maar ook waar het de taal betreft. Het is lyrischer dan ik het me herinner. Door die taal houdt Adriaan van Dis het luchtig. Terwijl Zilvers hang naar vrijheid een existentieel verlangen betreft, en hij het lid regelmatig op de neus krijgt.
Van Van Dis mag Zilver ook naïef zijn. Al is hem in zijn jonge leven al het nodige ontnomen: Zilver kan nog dromen.
Ik heb de eerste en de vijftiende druk niet naast elkaar gelegd om te kijken of Adriaan van Dis voor deze editie de tekst heeft herzien. Ik zie wel dat er kleine wijzigen aangebracht zijn in de bladzijden die aan het verhaal vooraf gaan (maar of die nu pas zijn doorgevoerd, weet ik niet: dat kan ook tussentijds gebeurd zijn). Zo staat de ondertitel niet langer op de cover van de roman.
Twintig jaar geleden bedankte Adriaan van Dis twee mensen en liet hij in het colofon opnemen dat elke overeenkomst met bestaande personen, locaties en boektitels op toeval berust. Nu niet meer. De Tilly aan wie Zilver is opgedragen is niet langer een ‘schateiland’, maar er zijn wel regels toegevoegd aan die opdracht – ‘Piraat zou ik worden,/een tweede Long John Silver/Zilver wil ik heten – waardoor de verwijzing naar Schateiland van Robert Louis Stevenson intact blijft. En waar in de eerste druk het motto ondersteund werd door een illustratie die de spagaat waarin Zilver zich meent te bevinden onderstreept – Zilver heeft het gevoel dat hij moet kiezen om ergens bij te horen – is verdwenen.
Hoewel ik de sfeer van de tekeningen van Joost Roelofsz me meteen bekend voorkwam, kon ik ze niet allemaal meer plaatsen. Ze voelen nog steeds even ongemakkelijk als toen, deze illustraties die in het Boek met Duizend Platen waarin Zilver regelmatig bladert om zijn zinnen te prikkelen.
Ik had graag het feuilleton bij de hand gehad om te zien hoe de tekeningen van Joost Roelofsz zich toen tot de tekst van Adriaan van Dis verhielden. Nu staan ze daar waar het druktechnisch goed uitkomt, en is er geen relatief tussen tekst en beeld. Of in de Avenue anders was, kan ik me namelijk niet herinneren.
Zilver of het verlies van de onschuld
Adriaan van Dis (met tekeningen van Joost Roelofsz)
Amsterdam : AtlasContact, 2018
ISBN 978-90-254-5330-5
Leave a Reply